donderdag 13 maart 2014

stage in de media

Voor Broadcast Magazine schreef ik onderstaande column:

Het kleine meisje liep net een week stage toen ze een camerakabel los trok, die de beelden van pratende voetbalcoaches in de perskamer transporteerde naar de regiewagen. Verslaggevers hadden de trainers al uitvoerig geïnterviewd en er was nauwelijks aanleiding om over de zojuist gespeelde wedstrijd na te praten; toch was het stadion te klein.
Gelijk werd er gesproken over negatieve evaluatierapporten. Dit incident moest tot op de bodem worden uitgezocht en aan het eind van de dag werd de hele ploeg op het matje geroepen. Een donderspeech was terecht, maar in dit geval had meer rekening gehouden mogen worden met de gevoelens van die arme stagiaire.

In Omroepland wordt de stagiair(e) steeds vaker gezien als een volwaardig medewerker. Begeleiding wordt in de praktijk helaas regelmatig overgelaten aan iemand die zelf amper zijn of haar stage heeft afgerond. Aan de assistent van de assistent of aan iemand die geen tijd heeft om een oogje in het zeil te houden. De leerling krijgt slechts een paar basale instructies mee, waarna hij of zij voor de leeuwen wordt geworpen. Het is verbazingwekkend hoe snel ze tegenwoordig verantwoordelijke taken hebben.
Begrijp me goed. Het is prima dat jonge mensen ervaring opdoen in de praktijk. Ook mijn carrière heeft ooit een vlucht genomen, nadat ik de kans kreeg om stage te lopen bij AT5. Alleen geloof ik dat het anno 2014 niet meer draait om een leerproces.
Op verschillende internetsites wemelt het van de vacatures voor stagiaires in de media. Er is geen programma dat nog gemaakt wordt zonder productie- of redactie stagiair. Facilitaire bedrijven krijgen dagelijks de vraag of ze nog een goede leerling in huis hebben. Iemand die een extra camera kan bemannen. Op deze manier krijgen enthousiaste jonge mensen prachtige kansen, maar na afloop van de stageperiode houdt het in veel gevallen gelijk weer op.
Je ziet ook steeds meer afgestudeerden, die nog een soort stage willen lopen bij een omroep, productiehuis of facilitair bedrijf. Zij hopen met extra werkervaring meer kans te maken op een klein contractje. Organisaties maken dankbaar gebruik van deze groep spotgoedkope arbeidskrachten, die vaak net wat meer ervaring hebben en geen schoolopdrachten hoeven uit te voeren. Dat scheelt weer in de begeleiding. Deze vrijwilligers nemen echter wel plekken in die normaal gesproken door echte stagiaires zouden worden ingevuld of -erger- door betaalde krachten.
Het is een trend die niet te stoppen is. Zeker niet ten tijde van bezuinigingen.
We moeten leren leven met onhandige copy-paste-fouten in callsheets. Koeriersdiensten die in Hilversum af en aan rijden. Draaidagen die onlogisch zijn gepland. Met klussen die te laat worden geannuleerd en met de leerling cameraman die live op zender een zwieper maakt, terwijl hij spartelt in het koude diepe.
Het zijn allemaal kleine missers, zelden desastreus, maar bijelkaar opgeteld genoeg om een gezonde hekel te krijgen aan stagiaires waar teveel van verwacht wordt. Alleen kan dat dus niet. Ervaren omroepmedewerkers moeten niet klagen maar puinruimen. Zonder mopperen de foutje herstellen die zijn veroorzaakt door stagiaires, want om te beginnen laat je geen productie in de soep lopen. Dat is je eer te na. Bovendien mag je absoluut nooit een stagiaire laten barsten. Dat is een omroepwet! Voor je het weet is het namelijk een nieuwe John de Mol. Een Erland Galjaard of Jan de Jong in de dop. Je weet het nooit. En dan krijg je jaren later alsnog de deksel op je neus.

Zo ben ik razend benieuwd op welke vooraanstaande positie we het kleine meisje van de losgetrokken triax over tien jaar tegenkomen. Een ding is zeker: de eerste wijze lessen heeft ze inmiddels geleerd.










1 opmerking:

  1. Ben ooit wel eens een stagiaire tegen gekomen als data-handler op een filmset.
    Wie kan het in zijn eentje een filmdag verprutsen. Juist ja een data-handler.

    BeantwoordenVerwijderen

Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.