De NOS is bij de Amstel
Goldrace de ‘Host Broadcaster’ en maakt het tv-verslag van Nederlands enige
wielerklassieker. Deze beelden gaan de hele wereld over. Voor die International Feed rijden er drie
motoren in de koers, er hangt een helikopter boven het peloton met een speciale
Cineflex camera en op de Cauberg staan drie vaste camera’s. Bij de finish in
Vilt staan ook nog eens zeven camera’s. In totaal zijn er dus veertien camera’s
nodig om zo’n grote wielerwedstrijd goed te coveren.
Achter de streep wachten twee
cameramannen met handcamera’s op de winnaar. Camera 8 en camera 9. Deze keer
bemand door Peter en Jan Rein. De stormtroepen van de televisie. De mannen die
de winnaar zo snel mogelijk opvangen. Peter heeft een draadloze camera en dus
meer vrijheid. Ik zit vast aan een lange glasvezelkabel en heb twee sterke
assistenten die er voor zorgen dat ik overal kan komen waar de regisseur me
hebben wil, zonder verstrikt te raken in het lange snoer. Dat is in de chaos na
de finish nog een hele kunst. Voor je het weet staat er een horde fotografen op
de kabel, zit je vast achter de poten van een hek, haak je achter het stuur van
een peperdure racefiets of onthoofd je een belangrijke kopman.
Eigenlijk staan we de hele dag paraat
voor twee minuten actie. Met één of twee goede shots van vier seconden is de
dag al geslaagd, maar de kans dat het mislukt in de hectiek is ook reëel.
Daarom staan er twee camera’s. We hebben allebei de opdracht om de eerste
emoties na de finale in beeld te vangen. Peter staat wat verder naar achteren,
want het blijft gokken hoe ver de winnaar door zal rijden voor hij in de armen
van een verzorger valt.
Dit is geen wedstrijd tussen
cameramensen, maar het is natuurlijk ieders eer te na om de eerste euforie te
missen. Ik hoopt toch dat ik het shot voor de eeuwigheid zal maken. Uiteraard
gun ik het Peter ook, maar het allerliefst scoor ik zelf. Zo zit de mens (of in
elk geval de cameraman) nou eenmaal in elkaar. Wie dit ontkent, die liegt of is
niet geschikt voor deze klus. Noem het ‘een gezonde rivaliteit’.
Het is dus best spannend als de
helikopters in de verte komen aangevlogen. De fotografen om ons heen worden
onrustig. Het nerveuze dringen en duwen begint. Iedereen wil de beste uitgangspositie.
Ik vind dit leuk, maar ben ook altijd een beetje zenuwachtig. Opgewonden. Het
is alles of niets. De dood of de gladiolen, om met Gerrie Kneetemann te
spreken.
Als er veel renners tegelijk op
de streep af komen wordt het lastig om het overzicht te behouden en de juiste
er tussenuit te pikken. De cameramannen staan in dit geval een eind achter alle
fotografen die het juichmoment vastleggen. Ik kan door ‘extern’ te kijken wel
in de viewer zien wat er in de uitzending is en wie voorop ligt, maar dat is in
zwart-wit en op moment suprême moet ik ook om me heen blijven kijken.
Ze komen steeds dichterbij. De
eerste motoren schieten al over de finish. Ook een paar auto’s moeten er nog
door. Die hebben altijd veel haast om weg te komen, want ze willen natuurlijk
geen vol peloton op hun kofferbak. Op mijn oor hoor ik de opgewonden stemmen
van de commentatoren en de aanwijzingen van de regisseur doorelkaar. Het is een
kwestie van filteren wat voor mij van belang is.
Phillippe Gilbert wint! Hij
slalomt om de fotografen heen en wordt een meter of tien voor me al door een
blije verzorger opgevangen. Ik trek een sprintje. Razendsnel ben ik erbij. Ik
sta vooraan. Om mij heen sluit een cordon van fotografen en cameramensen.
Alleen kijkt Gilbert de verkeerde kant op. Ik film zijn achterhoofd. Hij moet
nu echt even omkijken. Dan pas sta ik op polepositie.
Aan de andere kant staat motor
1. Die is met de winnaar meegereden en Bertus heeft een prachtig shot van de
juichende renner. Dat zie ik als ik even op het knopje van mijn ‘extern’ druk.
Kan gebeuren. Ik blijf staan in de hoop dat Phillippe zich omdraait. Dat doet
hij niet. Verdomme!
Inmiddels is Peter er ook. Die
staat beter.
‘En ACHT!’, hoor ik de
regisseur zeggen. Peter is on air. Ik
sta vol in zijn shot.
KAK!
‘Nu heb ik twee keer
hetzelfde.’ Zegt de regisseur. Dit is het teken dat ik moet afdruipen. Ik ga op
zoek naar de nummer twee. Jelle Vanendert zit een paar meter verderop tegen een
hek. Moe en teleurgesteld. Een prima shot. Al snel wordt ik geschakeld. Ik ben
hier toch niet helemaal voor niets.
Maar stiekem zijn Peter en ik
allebei afgetroefd door Bertus op Motor 1. That’s all in the game.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.