Onderstaande column schreef ik voor Broadcast Magazine en is deze maand gepubliceerd in hèt mediavakblad van Nederland:
Er valt nog heel wat te verprutsen
aan een bak stamppot. Uit ervaring weet ik ook dat niet elke cateraar een
smaakvolle lasagne kan presenteren. Je hebt zelfs nasi én nasi. Wie wil behoren
tot de tv-nomaden die van locatie naar locatie trekken moet een alleseter zijn.
Slecht eten is absoluut een
van de grootste ergernissen in Omroepland. We leven al in een permanente staat
van jetlag door gekke begin- en eindtijden en we werken doorgaans keihard om
alles binnen het budget voor elkaar te krijgen. Dan is een gezonde maaltijd toch
niet teveel gevraagd?
Helaas is drie keer zompige
boerenkool met worst in vier dagen voor veel collega’s geen uitzondering. Of je
nu in Rotterdam, Kerkrade of Helmond bent, er staan twee chafing dishes op een
tafel met daarnaast een stapel borden en een mandje vol bestek. Wat er in die
warmhoudbakken zit is zelden een aangename verrassing. Kleffe aardappelgratin,
een nauwelijks gevulde lasagne of
plakkerige penne.
Natuurlijk zijn er
opdrachtgevers die wel begrepen hebben dat elke crew bereid is om twee keer zo
hard te lopen als er goed voor ze gezorgd wordt (Basisboek Televisiemaken, bladzijde 1!), maar helaas is de
kwaliteit te vaak ver onder de maat. Op internet circuleren foto’s van voer dat
je nog niet aan je hond zou voorschotelen. Een made in de koffie, dat is géén
sterk verhaal. Ik heb recent nog plaatjes gezien, waarvan je niet met zekerheid
kan zeggen of ze voor of na het verteren zijn gemaakt.
Wie dagen achter elkaar
genoegen moet nemen met een smakeloze ziekenhuisprak, die gaat morren. Temeer,
omdat we onze dagvergoeding (ongeveer zeventien euro per dag) inleveren voor
dit voedsel. Dus in feite betalen we er zelf voor.
Wanneer we met een grote
ploeg op pad zijn is het geen doen als iedereen zijn eigen maaltijd gaat
regelen. Dat duurt te lang en opdrachtgevers houden de ploeg graag bij elkaar
om ze snel op te kunnen roepen als er iets extra’s gedaan moet worden. Vandaar
dat de ‘sejours’ onvrijwillig wordt ingehouden en de producent zorgt voor
catering.
De irritatie is dan ook
groot wanneer de indruk ontstaat dat er op het eten is bezuinigd. Het gebeurt.
Serieus! Ik ken verhalen van producties waar beknibbeld is op yoghurtjes van
dertig cent. Geen toetjes meer.
De mensen die elke dag tot
hun enkels in de modder staan, die nooit op normale tijden thuis zijn en altijd
in het weekend werken mogen niet zeuren. Eten wat de pot schaft. Begin niet
over de schijf van vijf, want je wordt uitgelachen. Als je iemand wilt aanspreken
over het eten, blijkt het zo georganiseerd te zijn dat elke betrokkene weer
naar iemand anders kan wijzen. De cameraman is ingehuurd door een facilitair
bedrijf dat op haar beurt een spannend contract heeft met een producent, die
werkt in opdracht van een omroep en er zijn meestal ondoorzichtige afspraken
met de locatie waar gefilmd wordt. In geval van nood krijgen hogere machten op kantoor
de schuld. Klagen heeft echt geen enkele zin.
Het is wachten op de dag
waarop een hele ploeg naar het toilet holt op het moment dat de uitzending
begint. Ik overdrijf niet; dit is een reëel scenario. Zelf heb ik al meerdere
malen met buikkramp achter mijn camera gestaan en na afloop excuses moeten
maken aan de kabelassistent achter mij.
Wie openlijk commentaar levert
riskeert een officiële berisping of loopt als freelancer het gevaar niet langer
ingehuurd te worden. Na mijn laatste kritische voedseltweet had ik binnen vijf
minuten een narrige producent aan de lijn. In Stamppotland is namelijk iedereen
bang voor iedereen. Voor je het weet maken ze gehakt van je.
Meestal blijf ik vrolijk
onder alle omstandigheden, maar soms krijg ik hier zo de schijt van dat het er echt
even uit moet.
Zo herkenbaar hahaha. Ik heb dan eravring met een programma waar de omroep heel erg zijn best heeft gedaan op de catering, maar de cateraar niet de moeite neemt om iets fatsoenlijks neer te zetten. Is toch dikke knaken pakken die grote emmers vreten.
BeantwoordenVerwijderen