dinsdag 13 mei 2014

op de foto met de Dalai Lama



De hamvraag zat al 64 uur in mijn systeem. Om precies te zijn: Vanaf het moment waarop Bernice mij vroeg voor deze klus. Na twee dagen, 16 uur en 35 minuten, werd die vraag nijpend. Het interview naderde zijn einde. Over een paar minuten zou de Dalai Lama opstaan en weer vertrekken. Zou het mij dan nog lukken om een goede foto te maken?
Ik stond achter de geestelijk leider. De lens van mijn camera keek over zijn schouder en was gericht op onze interviewer. Zodoende kon ik ook niet stiekem tussendoor een kiekje maken. Bij de binnenkomst van de Dalai Lama had ik het ongepast gevonden. Hij gaf iedereen netjes een hand en dan ga je niet gelijk fotograferen.
Nu concentreerde ik me op mijn werk, maar de kwestie van de te nemen foto spookte door mijn hoofd. Als een cowboy voor een duel greep ik af en toe naar mijn fotocamera. Om te controleren of hij er nog was. Bij dit soort grootheden krijg je immers maar één kans. Dat weet ik uit ervaring. Als je even niet oplet zijn ze gevlogen.
Kijk zo’n foto is niet van levensbelang, maar wel bijzonder leuk voor de heb. Zeker een wereldberoemdheid laat je anno 2014 niet lopen. Ik hoef er niet perse zelf op te staan. Dat maakt me niet uit. Echt niet. Alleen bij figuren van de buitencategorie is het grappig als dat ook nog lukt. Eerlijkheid gebied me te bekennen dat Facebook en Twitter hierbij een grote rol spelen. Ik ben trots op een foto met Pino. Een plaatje met de Dalai Lama is vrij speciaal en zal het zeker goed doen op mijn tijdlijn.
Noem het ijdelheid, opschepperij, egocentrisme of hoe je maar wilt. Ik show graag dat ik trots ben op mijn geweldige baan en de avonturen waarin ik dankzij dit gevarieerde werk terecht kom.
Na afloop van het gesprek voor NCRV’s Schepper&Co bleef de Tibetaanse Monnik zitten en werden wij de ruimte uitgebonjourd. Een andere filmploeg zou nog een gesprek opnemen in dezelfde setting. Of iedereen die niet bij dat interview aanwezig hoefde te zijn op de gang wilde wachten?
Geluidsman Jack en ik wachtten bij de deur en slopen snel weer naar binnen zodra het kon. Nu met het fototoestel in de aanslag. De Dalai Lama kon niet zomaar ontsnappen. Daar kwam hij al. Recht op ons af. Toen hij vlak voor ons stond leek het alsof we allebei niet goed wisten hoe te vragen of we met hem op de foto mochten. Jack en ik. We stonden een beetje met onze mond vol tanden. Nog even en de goede man zou ons passeren. Twee volwassen mannen met een missie. Een missie die je wellicht een klein beetje kinderachtig kan noemen, maar de Dalai Lama is er aan gewend. Hij ging al geduldig op de foto met alle interviewers.
Tegelijk vroegen Jack en ik of we met hem op de foto mochten. Natuurlijk mocht dat. Eerst ik, daarna volgde Jack. Het gevolg van de Dalai Lama had er meer moeite mee. Zij hadden haast. Hij niet. We kregen een hand en er werd rustig geposeerd. Vrolijk lachend.
In the pocket!
Ik kan niet ontkennen dat ik vrolijk word van 150 ‘likes’ op Facebook of van een paar Retweets. Het streelt mijn ego. Toch is het vooral belangrijk om een goede foto te hebben voor het fotodagboek dat ik al sinds 2005 bijhoud. Dat is pas echt een verslaving, obsessie of dwangneurose. Net als deze weblog, die vooral ook dienst doet als mijn persoonlijke dagboek. Het is prima wanneer anderen er naar kijken of als jullie meelezen, maar in principe houd ik het voor mezelf bij. Omdat ik alles wil vastleggen voor het weer weg is. Wat dat betreft ben ik een verzamelaar. Ik verzamel het leven.




2 opmerkingen:

Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.