Tien jaar geleden maakte ik als cameraman mijn
debuut in de Tour de France. Ik mocht mee voor het programma Studio Sportzomer, de Avondetappe. Het
was 2004, het jaar van de gele Livestrong
polsbandjes. Lance Armstrong behaalde zijn zesde Tourzege.
Mart Smeets sprak mij toe op de eerste avond in
Brussel. Hij noemde me ‘rooky’, omdat ik nieuw was in de NOS Tourploeg. De
presentator, die al de Tour versloeg toen ik nog geboren moest worden, adviseerde om mijn
energie goed te verdelen. ‘Doseren, want Parijs is ver.’ Maar even later kwam de
eindredacteur binnen met het verzoek of ik de volgende morgen al om half vier
het opbouwen van de finishzone wilde filmen.
Overdag draaide ik reportages en ’s avonds stond
ik achter een van de camera’s in zo’n schitterend uitgelichte Franse kasteeltuin.
Van krachten sparen was, drie weken lang, geen sprake. Een renner wint de Tour
misschien in bed, maar neem van mij aan dat dit voor een cameraman in de Ronde
van Frankrijk niet geldt. Desondanks heb ik die hele Tour van 2004 met een
glimlach tot ver achter de oren rondgelopen. Ik was zo blij als een kind in de
snoepfabriek.
Twee jaar na mijn eerste Ronde van Frankrijk
mocht ik weer mee. Nu voor het Sportjournaal. Het was 2006, de Tour van Floyd
Landis. Die werd drie weken na de Tour uit het klassement geschrapt, omdat hij
betrapt was op het gebruik van doping. Desondanks is de Tour de France in mijn
ogen het allermooiste sportevenement op aarde. Het is een circus. Elke dag in
een andere plaats, iedere nacht een ander bed. Overal waar je komt staat de
boel op zijn kop. Voor het Tourcircus een stadje binnen valt is er niets van te
zien en een paar uur na de start of de finish van de etappe is alles alweer
verdwenen.
Ook voor de volgers van de Tour is het halen
van de Champs Elysees een hele prestatie. Iedereen heeft zijn eigen logistieke
uitdagingen en daarnaast moet je je werk doen in een heksenketel. Vlak voor de
start heeft de pers even de gelegenheid om renners te spreken en direct na de
finish een paar honderd kilometer verderop. Verder is het vooral reizen,
inpakken, uitpakken, zoeken, uitvinden en ontdekken.
In 2010 (Contador) en 2012 (Wiggins) loste ik
collega’s af en deed ik alleen de tweede helft van de Tour. Ik ben dus vier al keer
in de Tour geweest en telkens in een even jaartal. Dan was er ook een EK of WK
voetbal en extra vraag naar sportcameramensen. Vandaar ook dat ik dit jaar bij
het maken van vakantieplannen stiekem rekening had gehouden met een Tourverzoek,
maar vrij snel na het boeken bleek dat de NOS van mijn diensten geen gebruik
zou maken. Een paar maanden geleden begreep ik dat de ploeg voor de Tour van
2014 al rond was.
Tot ik afgelopen zondagmiddag een telefoontje
kreeg uit Frankrijk. Jeroen Stekelenburg belde met de mededeling dat zijn
cameraman wegens privéomstandigheden naar huis moest. Hij zocht iemand die kon
invallen. Natuurlijk had ik inmiddels andere klussen aangenomen en moest ik
thuis overleggen, maar ik zag het zelf wel zitten. Rot voor mijn collega, maar
ik was blij. Twee weken naar de Tour!
Dus nam ik dinsdagmorgen, na het plegen van
heel wat telefoontjes en met dank aan een paar meewerkende opdrachtgevers,
afscheid van mijn Lieve Lief en schattige kindjes. Daarna stapte ik in een auto
om onverwacht af te reizen naar Frankrijk.
Het is je gegund.Zorg goed voor jezelf.Marein.
BeantwoordenVerwijderen