vrijdag 13 november 2015

straatinterviews

In de nieuwe Broadcast Magazine staat deze maand alweer voor de 37e keer een column in de reeks Point of View. Omroepland bekeken door de ogen van een cameraman. Deze cameraman om precies te zijn. Trots als ik ben deel ik deze column ook graag op mijn blog, maar ik adviseer jullie nog steeds dringend om een abonnement te nemen op Hét Mediavakblad van Nederland, want je mist nog veel meer. Onder andere een interessant gesprek dat ik had voor de rubriek 'Van de Vloer' met Bolke Burnaby Lautier van United.



Straatinterviews
Als de redactie van een televisieprogramma niet meer weet hoe ze een onderwerp moeten aanvliegen, of hoe ze de uitzending gevuld krijgen, is er altijd wel iemand die het in zijn hoofd haalt om ‘voxpop’ te roepen. Normaal gesproken wordt diegene hard uitgelachen, maar toch nog te vaak denkt een eindredacteur in nood: ‘Doen!’ Met als gevolg dat niet veel later een professionele cameraploeg met de dienstdoende redactie stagiair op het stationsplein van Hilversum loopt, om aan willekeurige voorbijgangers te vragen wat zij er van vinden dat de koffie duurder wordt.
‘Gebruikt u ook toiletpapier?’
Bij vlagen vinden ze in Omroepland het geluid van de gewone man op straat belangrijk en zie je straatinterviews in elk programma. Een razende reporter stapt, gewapend met microfoon en een opvallende plopkap, af op nietsvermoedende mensen in treurige winkelcentra. Die moeten uit het niets iets zinnigs zeggen over een onderwerp, waar ze doorgaans niks van weten. In elk geval niet meer dan de gemiddelde kijker.
Bij straatinterviews voor nieuws- en actualiteitenprogramma’s zijn de vragen vaak hartstikke subjectief. Schreeuwers met een ondoordachte, uitgesproken mening krijgen een platform. Het laatste restje nuance sneuvelt vervolgens in de montage. Hierdoor is het straatinterview bij een gevoelige discussie doorgaans niet meer dan olie op het vuur, terwijl het wordt gepresenteerd als ‘de stem des volks’.
Ik heb het meegemaakt dat een verslaggeefster vooraf had bedacht wat ze wilde horen. Vervolgens ging ze net zo lang door met het aanspreken van mensen tot ze eindelijk iemand vond die ze de woorden in de mond kon leggen. Met een ongenuanceerde uitspraak begon ze haar filmpje en zo suggereerde ze dat dit de mening van velen was.
De meeste mensen willen helemaal niet in beeld. Slimmeriken roepen al bij het zien van de camera dat ze geen tijd hebben. Toch is de stagiair (of bureauredacteur die voor het eerst buiten mag spelen) in zulke gevallen vaak een ambitieuze pitbull, die ongeïnteresseerde passanten niet zomaar laat lopen. Zeker wanneer zijn of haar onderwerp in duigen dreigt te vallen. Hoe kansloos de opdracht ook is, ze moeten scoren als ze ooit echt verslaggever willen worden.
Van enige representativiteit is geen sprake, als je op een doordeweekse dag mensen op straat aanschiet. Zo spreek je nooit met een afspiegeling van de bevolking. Om een paar hapklare uitspraken te verzamelen die bruikbaar zijn voor uitzending, moet je behoorlijk wat voorbijgangers aanschieten en eigenlijk op verschillende plekken staan. Bij voorkeur niet in Hilversum of Amsterdam. Ook niet op een locatie waar iedereen haast heeft.
Persoonlijk vind ik het opnemen van straatinterviews een beschamende bezigheid. Het liefst verstop ik me achter de camera wanneer ik op pad gestuurd word voor een half uurtje ‘voxpoppen’. De clichés kloppen ook allemaal: Het is altijd een regenachtige dag, we gaan naar een troosteloos marktplein zonder kraampjes in Nieuwegein of Amstelveen en vroeg of laat begint iemand over ‘die graaiers’ of ‘de zakkenvullers’.
Dan lang leve Amerika. Daar is het alsof iedereen in hapklare soundbytes spreekt. Ik heb ooit in Indianapolis bij de ingang van het circuit gestaan om aan race fans te vragen naar het verschil tussen Indy500 en Formule1. Binnen een kwartier hadden we genoeg voor een goed verhaal.
Nederlanders staan altijd te hakkelen. De antwoorden zijn voorspelbaar en even iets uitleggen in twee zinnen, dat hebben wij op school niet geleerd. Ik ben van mening dat we snel moeten stoppen met het fenomeen voxpop in televisieprogramma’s. Inhoudelijk wordt niemand er wijzer van, dus waarom doen we nog de moeite?




1 opmerking:

  1. Pijnlijk waar.
    Ik ben wel vóór het gebruik van 'voxpops' bij items met een pikante of humoristische insteek.
    Je moet wel samen kunnen lachen op de terugweg van de Dappermarkt of de Albert Cuyp.
    Fijne column weer hoor Jan-Rein, mustread!

    BeantwoordenVerwijderen

Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.