vrijdag 22 april 2016

wordt het zo'n dag?

Ad Hoc is onderweg naar Heerenveen. Gisteren aan het eind van de middag belden ze of hij toevallig nog beschikbaar was en warempel kwam het een keer goed uit. Vaak is Ad te druk voor last-minute boekingen, maar soms valt iets uit of is hij bereid om een extra dag mee te pikken. De opdrachtgever uit de brand helpen, was zijn motivatie dit keer. Het zou gaan om een kort en simpel klusje. Zonder geluid; mét twee zenders. Dat laatste is jargon voor alles in je eentje.
Nog tien minuten rijden. De verslaggever aan de lijn. Ze nemen door wat er moet gebeuren. Het lijkt niet veel, maar dit is wel een essentiële scene voor een reportage. Een hoofdpersoon zal een belangrijk telefoontje krijgen. Het kan zomaar een emotioneel gesprek worden. De persoon aan de andere kant van de lijn heeft weinig tijd. Dat is alle informatie vooraf. Tot zo!
Twee tellen later gaat de telefoon opnieuw over. In zijn display ziet Ad dat het wederom de verslaggever is. Of hij wel disks heeft meegenomen? Ad Hoc krijgt een hartverzakking. De verslaggever is niet meer op de zaak geweest, heeft geen schijven bij zich, maar het facilitair bedrijf geeft toch sowieso altijd een doosje mee. Niet?
Normaal gesproken heeft Ad standaard minimaal vijf verse disks bij zich. Goed voor minimaal 200 minuten opname. En anders zit er altijd nog een disk voor nood in zijn rugzak…
Maar nu niet.
Hij was er van overtuigd dat de klant voor disks zou zorgen. Eerlijkheid gebied hem te zeggen dat hij ook niet goed heeft nagedacht tijdens het inpakken van de spullen. Te druk met die twee zenders, wellicht. En de schijven stonden ook niet klaar. Een combinatie van factoren. Iedereen kan naar iedereen wijzen, maar dat lost niks op. Het is gewoon ongelofelijk stom. Ad had…
Wat nu?
Twee minuten later belt de verslaggever terug. Hij heeft toch nog twee schijven gevonden in de kofferbak van zijn Golfje. Paniek voor niks. Ad’s hartslag en bloeddruk dalen.
Als volleerd pakezel staat hij een paar minuten later in de lift van een galerijflat. Zijn opdrachtgever is al naar boven. Ad Hoc laat zich niet kennen en sleept de camera, het statief, de ledlamp, het daarbij behorende statiefje en de tas met lens, accu’s en zenders in een keer mee naar de kleine woning op de vierde verdieping.
Of hij iets te drinken lust, vraagt de vriendelijke mevrouw met een Fries accent. Nou, liever even niet. Eerst maar eens het licht opstellen, de camera op zijn plek zetten, de schijf er in stoppen en het geluid in orde maken. Alles is in alle vroegte bij de uitgifte getest, maar het werken met zenders is geen alledaagse bezigheid voor Ad. Hij moet zich nu even concentreren.
De telefoon gaat. Ad start de camera en propt de dopjes van een oud walkmankoptelefoontje, dat hij onder uit zijn rugzak heeft opgedoken, in zijn oren. Het geluid klinkt vreselijk. De zenders lijken overstuurd. Een microfoontje zit op het vest van de Friese mevrouw, de ander is aan de speaker van de hoorn geplakt. Verschrikt kijkt de cameraman op de metertjes van het geluid. Die komen niet in het rood. Alles staat op handbediening, geen automaat. Zou het aan de koptelefoon liggen? Hij heeft spijt dat hij geen beter exemplaar heeft meegenomen. Zo kan hij de kwaliteit niet bewaken.
Twijfel slaat toe. De vrouw is verkouden. Of zit het toch in de opname? Stoppen is geen optie. Vooral niet, omdat Ad geen idee heeft waar hij het moet zoeken. Zoveel routine met geluid heeft hij niet. Als het werkt is het goed. Als het niet werkt blijkt zijn kennis van zaken beperkt. Hij is ook cameraman, geen geluidstechnicus…
Het gesprek staat er op. Inhoudelijk is het goed gegaan. De verslaggever wil snel nog een paar vragen stellen. Tijdens het ‘quoten’ wordt het hele telefoongesprek nog eens opnieuw gedaan, maar nu in de voltooid verleden tijd. Dat is handig voor de montage. Nog steeds is Ad voornamelijk bezig met zijn zorgen over de geluidskwaliteit.
Als het bijna klaar is heeft hij eindelijk even de tijd om het rustig terug te luisteren. Het klinkt echt beroerd. Dit is niet goed. Hij checkt de settings op het zendertje. Verwisselt kanaal 1 en 2. Controleert alle schakelaars op de camera nog eens. En dan… tot slot… ontdekt hij onder op de ontvanger twee piepkleine rode switches, waarmee je kan kiezen tussen line- en microfoonniveau. Die staan verkeerd.
Nu weet hij het zeker.
Hij heeft het verprutst.
Eerlijk biecht hij op wat er is gebeurt. De verslaggever wil het oplossen in de montage. Ad zegt dat het over moet. Dat kan niet. Het moet. De hoofdpersoon heeft medelijden met de cameraman en is tot alles toe bereid. De verslaggever belt uiteindelijk toch maar met deskundige en die is gelukkig bereid om nog een keer uit zijn vergadering te komen.
Het gesprek wordt een toneelstukje. De Friese mevrouw speelt het  geloofwaardig. Ze verdient een Oscar, in de ogen van de cameraman. Ad is van mening dat het ook inhoudelijk beter is. De kijker zal er in ieder geval niks van merken.
Opgelucht sleept de cameraman niet veel later zijn materiaal terug naar de auto. Twee jaar ouder in anderhalf uur. Dat wel.









Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.