maandag 16 april 2018

Amstel Goldrace

Begin jaren ‘80 ging ik elk jaar met mijn vader en de overbuurman naar de Amstel Goldrace. We begonnen bij de start, die nog in Heerlen was, en doorkruisten vervolgens half Zuid-Limburg om de renners een keer of acht te zien fietsen. Daar was altijd een goede studie van het parkoers aan vooraf gegaan. We hadden gesmeerde broodjes mee en pakjes Caprisonne. Met een routekaart en het tijdschema uit de krant zat ik, klein menneke uit Geleen, dan op de achterbank van onze gele Volvo 343. Op de gekste plekken werd die auto in de berm geparkeerd en holden we een heuvel op of via een veldweg naar een mooi plekje om de renners te kunnen zien. In de ochtend was dat goed te doen en stonden we onder andere op de Adsteeg. ’s Middags werd het drukker en kregen we meer haast. Als we op de Fromberg waren, was de rechtstreekse televisie-uitzending al begonnen en zag ik in de verte de helikopter naderen. Dan lette ik niet meer op de renners, maar keek ik vooral naar de motoren van de televisie. Ons plan was zo uitgekiend dat we weer op tijd thuis waren om het laatste half uur van de koers op televisie te kunnen zien.

Op zaterdag 23 april 1988 - ik was inmiddels 15 - ben ik in mijn eentje van Geleen naar Meerssen gefietst om in mijn uppie, met de Pentax fotocamera van mijn vader, te kijken naar de finish van de Amstel Goldrace. Ik was al twee jaar actief als vrijwilliger bij de lokale omroep en wilde dolgraag eens rustig kijken naar het televisiecircus bij de finish van zo’n internationale wielerklassieker.
Ik was er uren voor de renners zouden arriveren. Publiek was er niet of nauwelijks. Professionele beveiligers bestonden nog niet, dus kon ik rustig langs de reportagewagens van de NOS wandelen. Ook bekeek ik waar de camera’s stonden opgesteld. Bij de eerste camera, die op een verhoging twee of driehonderd meter voor de streep stond, zat een cameraman op een flightcase in het zonnetje. Hij had zijn headset op en keek in de zoeker van zijn grote camera. Kennelijk kon hij zo de uitzending volgen. 
Ik wilde wel een foto maken, maar vond dat ook een beetje gênant. Dus stond ik daar net iets langer te dralen en uiteindelijk viel het de cameraman op. Hij haalde de koptelefoon van zijn hoofd en vroeg of ik iets wilde weten. Dat had hij niet tegen dovemans oren gezegd, want ik had wel duizend vragen. Ik vertelde trots dat ik bij de lokale omroep zat en ook wel eens camerawerk deed. Vervolgens mocht ik op de zogenaamde ‘prak’ klimmen en liet hij me zien hoe zo’n grote camera werkte. Ook mocht ik even luisteren naar de communicatie over de intercom en ik zag dat hij inderdaad de uitzending kon bekijken door het knopje ‘extern’ in te drukken.
Zo hoorde ik voor het eerst Martijn Lindenberg in actie. En ik hoorde Jean Nelissen commentaar geven bij de beelden. Mart Smeets zat op een motor in de koers. Ik meen me te herinneren dat ik het behoorlijk verwarrend vond om al die stemmen door elkaar heen te horen. De cameraman zei dat het een kwestie van gewenning was.
Uiteindelijk won Jelle Nijdam die middag. Hij had een kleine voorsprong op een groep van drie met daarin onder andere Steven Rooks. In het dia-archief van mijn vader moet nog een mooie actiefoto zitten van de winnaar in zijn groene Super Confex trui. 
Geen (ex) cameraman in Omroepland die zich nog de jongen met zachte G, matje in de nek, in wijde spijkerbroek en mintgroene O’Neill trui kan herinneren, maar deze middag staat bij mij in het geheugen gegrift. Op die zonnige dag in Meerssen kwamen mijn liefde voor het wielrennen en de passie voor televisie maken bij elkaar en heb ik definitief besloten dat ik later als ik groot was ook cameraman zou worden.

Inmiddels is de Amstel Goldrace een jaarlijks terugkerende klus in mijn agenda. Nu mag ik daar zelf met zo’n stoere camera voor de internationale uitzending rondlopen. Ik ben er waarschijnlijk al meer dan tien keer bij geweest en nog steeds blijft dit voor mij een heel bijzondere klus. Zo ook gisteren bij de 53e Amstel Goldrace, die gewonnen werd door Michael Valgren Andersen. De hele dag was een grijns niet van mijn gezicht te krijgen. Na afloop vroeg een lieve producer van de NOS of ik een leuke dag had en ik moest denken aan de kleine Jan Rein uit de jaren ‘80. Die zou het super gevonden hebben om -later als hij groot was- met een camera op zijn nek bij de finish van de Amstel Goldrace te mogen lopen…
De grote, kale, dikke Jan Rein van 45 vindt dat nog steeds.



1 opmerking:

  1. En tegenwoordig komen er geen kleine jongens met de fotocamera van Papa langs om te vragen of ze ook even in de zoeker mogen kijken en de intercom beluisteren? Dan zou jouw verhaal natuurlijk helemaal rond zijn hè? Goed verhaal weer en zo goed mee te voelen! :-)))))
    grtj Ed

    BeantwoordenVerwijderen

Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.