dinsdag 1 mei 2018

YouTuber

De jeugd heeft de toekomst. Mits ze nog een keer van de bank af komen, want vooralsnog hangen ze daar het liefst de hele dag, met hun iPad op schoot. Het goede nieuws is dat ze ontzettend veel filmpjes bekijken. Het slechte nieuws is dat ze nauwelijks nog kijkcijfers genereren. Mijn dochter (8) zoekt zelfs naar Het Klokhuisop YouTube, terwijl de ZappApp van de NPO slechts één icoontje verder is. Mijn zoon (10) is nòg erger. Die kijkt hoofdzakelijk naar vloggers. De stomste filmpjes vindt meneer leuk en sinds hij weet hoeveel Enzo Knol, Ties en StukTV verdienen met hun visuele strapatsen droomt hij ook van een carrière als gevierd vlogger. Dat je daarvoor in actie moet komen is soms nog lastig te verteren, maar met een beetje dwang is hij wel te motiveren. Abonnees en ‘duimpjes omhoog’ krijg je immers niet vanzelf.
Mijn zoon zit dus niet op hockey, maar op YouTube. Ik ben geen hockeyvader, die op zaterdagmorgen langs de lijn staat te schreeuwen, maar zijn vlogcoach, cameratrainer en editoefenmeester. Samen gaan we als de brandweer. Op zijn kanaal staan al een stuk of acht video’s en hij heeft inmiddels meer dan dertig volgers. Elke avond checkt hij het aantal weergaven en de likes. Er zit een stijgende lijn in.
Ondertussen analyseer ik wat de concurrentie doet en ontdek wie-wie is op YouTube. Tegelijkertijd verbaas ik me over het beroerde camerawerk. Als ouderwetse cameraman zie ik met pijn in het hart dat het tegenwoordig niet zo veel meer uitmaakt of een shot recht, scherp of goed belicht is. Filmpjes met een bedroevende technische kwaliteit halen hoeveelheden views waar ze bij de Publieke Omroep of RTL een moord voor doen. Bibberende beelden en onverstaanbaar geluid zijn geen belemmering. Ook de inhoud van veel vlogs is niet bepaald om over naar huis te schrijven. Kwantiteit lijkt belangrijker dan creativiteit. Zolang de Wifi het blijft doen zullen de mensenkinderen kijken, klikken en liken
Uiteraard is het niet alleen maar rommel op de populaire videosite. Als je even zoekt kom je wonderschone filmpjes tegen. Visuele kunstwerkjes, dappere acties en emotionele verhalen. Ik probeer mijn zoon uit te leggen dat je er moeite voor moet doen om iets origineels te maken. Wil je de (Nederlandse) Messi van YouTube worden of de nieuwe Dylan Haegens, dan zal je keihard hard moeten werken. Elke dag opnieuw trainen, net als de jeugd bij Ajax. Je moet alle trucjes kennen, creatief zijn en anders dan anderen. Dat is nog knap lastig op de plek waar dagelijks 300.000 probeersels worden geupload.
Gelukkig ligt de lat bij ons niet zo hoog. Ik hoop eerlijk gezegd dat hij niet echt doorbreekt en op zijn twaalfde al een manager nodig heeft. Dat er straks geen massa meisjes voor hem in de tuin liggen of dat we nooit meer op een normale manier met het hele gezin naar de Beekse Bergen kunnen. Hoewel… Laatst liet hij me een video zien van ene Gio, ook een populaire Nederlandse vlogger, die voor zijn vader een Ferrari heeft gekocht. Ik zou zelf al tevreden zijn met een nagelnieuwe Passat.
We moeten dus wèl aan de bak. Waar ik de afgelopen jaren het oefenen met Final Cut X of Adobe Première voor me uit kon schuiven is er nu geen ontkomen meer aan. Ik ontdek eindelijk de filmmodus van mijn fotocamera en heb onlangs zelfs een kleine drone gekocht. Samen met mijn zoon experimenteer ik er lustig op los. Met eenvoudige middelen maken we al aardige filmpjes. Zo maakt die 10-jarige vlogger van zijn vader een cameraman 2.0 die helemaal klaar is voor de toekomst, want eerlijk gezegd leer ik voorlopig nog het meest van onze gezamenlijke YouTube-ontdekkingsreis.

(Hier een linkje naar : YouTube Art Hettinga)

Deze column schreef ik voor BM (voorheen Broadcast Magazine), hét mediavakblad van Nederland. Elke maand mag ik een stuk schrijven voor dit prachtige tijdschrift in de reeks ‘Point of view’. Dit betoog staat in BM 374, de uitgave van april 2018. Een abonnement op BM kan ik iedereen van harte aanbevelen.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.