De VARA bestaat 100 jaar en dat mag wat mij betreft gevierd worden. Deze omroep heeft mij heel wat geweldige avonturen laten beleven. Voor programma’s als De Wereld van Boudewijn Büch, De Ontdekking en Jules Unlimited heb ik de mooiste reizen mogen maken. Ik moest deze week gelijk denken aan de jubileumaflevering van Jules Unlimited, die ik vijfentwintig jaar geleden mocht opnemen ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de omroep.
We waren ruim twee weken in Zuid Afrika om drie onderwerpen te draaien voor een extra lange aflevering van het populairwetenschappelijk programma, waarin presentatoren altijd een actieve rol hadden. Met Yvette Forster maakten we een reportage over spoorzoeken en in het bijzonder de sporen van de neushoorn, Paul Luycx ging op pad met echte wildlife-filmers en Menno Bentveld volgde een olifantenverplaatsing. Het werd uiteindelijk een van de meest spectaculaire reizen die ik ooit gemaakt heb en waar ik nog heel vaak met veel plezier aan terug denk. Niet in de laatste plaats, omdat ik deze reis werkte met Cor Brinkman, mijn favoriete geluidsman die helaas in 2016 is overleden.
In 2000 had ik nog geen weblog, maar hield ik wel een dagboek bij. Dat heb ik speciaal voor deze gelegenheid eens even afgestoft en teruggelezen. Voor wie het leuk vindt heb ik er twee dagen uitgepikt:
woensdag 11 oktober 2000 Skukuza, Kruger National Park
Voor het derde onderwerp in de jubileumuitzending van Jules Unlimited volgen we wildlife filmer Jacques. Achter elkaar lopen we door het ruige landschap van Kruger Park. Een gewapende Ranger gaat voorop, dan volgt Jaques met zijn camera in de aanslag, daarachter zijn geluidsman en onze presentator Paul is de vierde in het rijtje. Hij draagt het zware statief van Jaques op zijn nek. Ik film de vier mannen en zit vast aan mijn geluidsman Cor, die weer op de voet wordt gevolgd door Jules-regisseur Richard. Hij moet onze rugzak en mijn statief tillen. Helemaal achteraan loopt er weer een gewapende Ranger. Niemand zegt iets. We zijn op zoek naar leeuwen.
De lucht is grauw, het ziet er naar uit dat het ieder moment kan gaan regenen. De temperatuur is een stuk aangenamer dan gisteren, maar er staat ook een gemeen windje. De struiken en boompjes zijn voor een deel aangetast door een bosbrand. Mijn broek is smerig en krijgt zwarte camouflagestrepen van de verkoolde takken.
We wandelen al een klein half uur tegen de wind in. Het is heel bijzonder dat we door het wildpark lopen. Toeristen mogen niet zomaar uit hun auto’s komen. De Rangers hebben uitgelegd dat we niet in paniek moeten raken als we plotseling oog in oog komen te staan met een leeuw of ander wild dier. Stil blijven staan en het beest recht aan blijven kijken is de beste manier om niet aangevallen te worden. Als je in paniek raakt en het op een lopen zet word je een prooi.
Jaques en Paul weten een plek te vinden waar jonge leeuwtjes zitten. Het is alleen de vraag of de welpen thuis zijn en of de ouders in de buurt zijn. We doen uiterst voorzichtig. Opeens stoppen we. Jaques wijst ons op twee neushoorns die verderop tussen de struiken staan. Ze zijn veel dichterbij dan de neushoorn die we een paar dagen geleden filmden in het Karoo National Park. Het is een beetje maf, maar het heeft geen zin om deze te filmen, omdat we juist een heel onderwerp gaan besteden aan de moeilijke zoektocht naar neushoorns. Het is wel heel vreemd als je bij een ander onderwerp, in dezelfde uitzending, zomaar voorbij deze beesten loopt. Dus lopen we stilletjes verder. Opletten dat de neushoorns ons niet in de gaten krijgen.
We komen bij een rots die me doet denken aan Disney’s Lion King of Het Junglebook. Het is jammer voor het beeld dat de zon niet schijnt. We beklimmen de rots en zien bovenop een plek met gras waar leeuwen gelegen moeten hebben. Er is een stapel stenen en als we daaronder kijken zien we vier bange welpjes van nog geen maand oud. Jaques gaat ze gelijk filmen en ik film hem. Het is super spannend, omdat we de volwassen leeuwen nergens kunnen bekennen. De twee Rangers staan met hun jachtgeweer in de aanslag voor het geval dat we opeens worden aangevallen. Ik vraag me af wie banger is; de welpen voor ons of wij voor moeder leeuwin.
We draaien een scene met Paul en hij mag van Jaques door zijn zoeker kijken. Het wordt spannende televisie. Richard is erg blij, omdat ook zijn tweede onderwerp een bijzonder eind zal krijgen. Het gaat ons wat dat betreft erg voor de wind.
Ik maak twee foto’s. Een keer zonder flitsen en een keer met. Dan laten we de arme beestjes met rust. Oplettend lopen we terug naar de auto’s. De volwassen leeuwen komen we gelukkig niet tegen. Wel film ik nog een paar giraffes en we draaien een scene bij de jeeps.
zaterdag 14 oktober 2000 middle of nowhere, Kurger National Park
We gaan kamperen met de wildlife filmers van Sanhu. Een kilometer of zeventig van Skukuza wordt een kamp opgeslagen met vier caravans en drie tentjes. We hebben de beschikking over vier open terreinwagens en een busje. De caravans worden in een halve cirkel geplaatst zodat we maar een kant in de gaten hoeven te houden. In het midden van ons kamp wordt een groot vuur gestookt. Hier zitten we midden in de wildernis met alleen de bescherming van Ranger Ed, maar die is zo moe dat ik hoop dat de leeuwen en hyena’s vanavond een snipperdag nemen.
Er wordt ons op het hart gedrukt om bijzonder voorzichtig te zijn. Na zonsondergang mogen we niet gaan plassen zonder begeleiding van Ed met zijn gevaarlijke geweer. Cor en ik slapen samen in een caravan, Richard en Julia moeten een andere caravan delen, maar Paul slaapt met Jaques in een tentje. Ik ben niet jaloers op onze presentator als Jaques hem vertelt dat hij niet met zijn hoofd tegen het tentdoek mag gaan liggen, omdat beesten daar misschien in kunnen bijten.
Ik merk dat ik ook moe ben van alle avonturen de afgelopen dagen. Bovendien heb ik nog steeds last van een oorontsteking die ik in de eerste dagen van deze reis heb opgelopen. Hierdoor kan ik het even niet meer opbrengen om enthousiast te zijn en als het tegenzit met de presentaties van Paul raak ik te snel geirriteerd. Ook de opgewektheid van Richard, zijn engelengeduld, fanatisme en doorzettingsvermogen schieten bij mij -geheel ten onrechte- in het verkeerde keelgat. Gelukkig hebben Richard en ik tijdens het eten bij het kampvuur een goed gesprek. We spreken de kleine ergernissen uit. Ik moet toegeven dat een beetje meer begrip wonderen doet. Ik kan mezelf dan wel ziekig en zielig voelen, hij heeft natuurlijk een belangrijke en ingewikkelde klus te klaren. Ik neem me voor om de komende uren weer vol overgave voor het volgende avontuur te gaan.
Tegen tien uur in de avond rijden we met drie terreinwagens achter elkaar door het bos. Het is stikdonker. Wij rijden in de oudste Jeep, omdat deze toch niet in beeld zal komen. Het is er eentje die al lang geleden vervangen is door een nieuwe Toyota pick-up. Richard bestuurt onze veertig jaar oude Range Rover tot deze afslaat. Cor en ik voelen ons niet op ons gemak en vragen of iemand anders het stuur van de pruttelkar over wil nemen. Iemand die meer gewend is om in dit terrein en deze auto in het bijzonder te rijden.
Opeens stopt de jeep van Jaques voor ons. Ze schijnen met een grote filmlamp over het pad.
“Sssssst, er lopen leeuwen!”
Eerst zie ik er twee, dan drie… Vier, vijf, zes, zeven. Ze komen recht op ons af. Acht, negen !!! De leeuwen sjokken heel rustig in onze richting en gaan aan de kant van de weg in het gras liggen. Ik sta achter op de open jeep en vraag me af of dit leuk is. Zeven vrouwtjes en twee mannetjes op een metertje of vier van mijn camera. Een keer springen voor zo’n volwassen leeuw en ik heb hem op schoot. Of hij mij.
De filmers zeggen dat deze leeuwen rustig en totaal niet agressief zijn. We hoeven ons geen zorgen te maken. Als we maar met de lampen blijven schijnen, want dan kunnen ze ons niet goed zien. De jeeps worden zo geplaatst dat we met drie camera’s opnamen kunnen maken. Jaques zit met Paul in een jeep. Ze staan het dichtst bij de beesten. Wij rijden een stukje verder om de link te kunnen leggen tussen de wilde dieren en de filmploeg. Als we in het gras naast de weg staan slaat de oude Range Rover opnieuw af. Deze keer vind ik dat helemaal niet leuk. Er is iets mis met de accu. Uitgerekend hier en nu.
Het luide gebrul van de leeuwen gaat door merg en been. Goed geluid, maar wel doodeng. We filmen de leeuwen vanuit alle hoeken. Als een vrouwtje op twee meter langs de wagen van Jaques loopt is het weer even echt spannend, maar na een tijdje merk ik dat ik het normaal begin te vinden. Ed zit achter me en schijnt met een grote lamp op de dieren. Zijn geweer ligt op de grond van de pick-up. Jaques heeft al lang niet meer zoveel leeuwen bij elkaar gezien en nog nooit heeft hij een brullende leeuw van zo dichtbij kunnen filmen. Zijn geluidsman noemt dit belangrijk materiaal voor het Sanhu-archief. Wij realiseren ons dat we alle mazzel van de wereld hebben.
Het duurt ongeveer een uur. Dan lopen de leeuwen eindelijk verder. We verliezen ze uit het oog. Even is dat weer spannend, want ze kunnen nu op ons loeren. Dus wachten we een tijdje voor we naar het kamp terugkeren. Daar reageren we allemaal bijzonder blij en uitgelaten. Het was een fantastische avond. Super spannend, maar zeer de moeite waard. Dit zullen we nooit meer vergeten.



Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.