Rome. De bus die we hier elke ochtend nemen van het hotel naar de stad stopt bij Via Torino. Een straat die me telkens doet denken aan februari van dit jaar, de Olympische Spelen in Turijn. Maar meer nog word ik hier geconfronteerd met mijn vorige bezoek aan Rome.
In 1998 was ik hier met Boudewijn Büch. Die week sliepen we in Hotel Commodore, aan het eind van Via Torino, vlak bij de Santa Maria Maggiore.
We zijn even langs het hotel gelopen, dat aan de buitenkant niet bepaald aantrekkelijk is, maar ik had een geweldig kamertje op de vijfde verdieping. Een soort penthouse met een dakterras. Dat vond ik fantastisch, net als de stad. Toch was het geen gezellige tijd, omdat Boudewijn niet te harden was.
Een fragment uit mijn dagboek:
Terug in deze stad moet ik vaak aan Boudewijn denken. Het was de beste gids die je kon wensen, mits hij goed geluimd was. Soms was hij depressief of afstandelijk, zoals die dagen in Rome. Dan kon je beter niet in zijn buurt zijn.
Ik kan het er nog benauwd van krijgen.
Die Italiaanse reis duurde vijf weken en Rome bezochten we aan het eind van deze periode. Het was te lang. Bovendien was Boudewijn verliefd op onze producer en waarschijnlijk had hij door dat ik ook een oogje op haar had. Een complexe situatie die het voor mij, voor hem en voor haar niet gemakkelijker maakte.
Het voordeel was dat we niet veel draaiden. Hij ging liever met haar op pad. Terwijl zij op zoek gingen naar boekhandels, antiquariaten en musea, kregen de geluidsman en ik alle tijd om Rome te verkennen. We hebben kilometers gelopen, ondertussen mopperend over de manische trekjes van onze Boudewijn.
Via Torino, ruim acht jaar later. Boudewijn is dood. Saskia heb ik nooit meer echt gesproken en het contact met geluidsman Peter is helaas verwaterd. Mijn lieve lief en ik lopen hand in hand voorbij de Mc Donalds waar we iedere middag lunchten, omdat Boudewijn dat wilde. Wij zoeken een plek waar je lekker kan eten.
Ik laat Via Torino achter me.
In 1998 was ik hier met Boudewijn Büch. Die week sliepen we in Hotel Commodore, aan het eind van Via Torino, vlak bij de Santa Maria Maggiore.
We zijn even langs het hotel gelopen, dat aan de buitenkant niet bepaald aantrekkelijk is, maar ik had een geweldig kamertje op de vijfde verdieping. Een soort penthouse met een dakterras. Dat vond ik fantastisch, net als de stad. Toch was het geen gezellige tijd, omdat Boudewijn niet te harden was.
Een fragment uit mijn dagboek:
Rome, woensdag 16 september 1998
Naar het Goethebeeld in een park bij Villa Borghese. Het beeld stond precies in tegenlicht. Niet mooi, maar ik had geen keuze. Terwijl ik mijn best deed om snijshots te maken begon meneer te blaffen dat het geen avondvullend programma hoefde te worden. We sprongen alweer in de taxi voor ik het straatnaambordje met 'Via Goethe' had gedraaid. Daar werd ik narrig van.
Vervolgens hebben we gehaast op het kerkhof gedraaid waar de zoon van Goethe begraven is. Ook hier was het licht hard, het contrast te groot en de tijd beperkt. Mopper. We hebben ons kunstje gedaan, maar de stemming was anders dan normaal. Saskia en Boudewijn waren afstandelijker. Peter en ik zijn
buitenstaanders geworden.
Met de taxi terug naar het hotel, om vervolgens bij Mc Donalds te lunchen. Ik vroeg wat verder het plan was. Boudewijn reageerde plotseling boos. Dat had hij al besproken. Peter en ik zouden sfeerbeelden van Rome maken, maar hoe laat en waar we elkaar zouden treffen wisten wij nog niet. Toch was het niet bespreekbaar. Ik werd langzaam kriegel van zijn onvoorspelbaarheid. Alles wat ik zei viel verkeerd. Het lag niet aan mij, ook Peter en Saskia hielden zich gedeisd.
Peter en ik konden oprotten, ons werk gaan doen onder het motto: zoek het maar lekker uit.
Terug in deze stad moet ik vaak aan Boudewijn denken. Het was de beste gids die je kon wensen, mits hij goed geluimd was. Soms was hij depressief of afstandelijk, zoals die dagen in Rome. Dan kon je beter niet in zijn buurt zijn.
Ik kan het er nog benauwd van krijgen.
Die Italiaanse reis duurde vijf weken en Rome bezochten we aan het eind van deze periode. Het was te lang. Bovendien was Boudewijn verliefd op onze producer en waarschijnlijk had hij door dat ik ook een oogje op haar had. Een complexe situatie die het voor mij, voor hem en voor haar niet gemakkelijker maakte.
Het voordeel was dat we niet veel draaiden. Hij ging liever met haar op pad. Terwijl zij op zoek gingen naar boekhandels, antiquariaten en musea, kregen de geluidsman en ik alle tijd om Rome te verkennen. We hebben kilometers gelopen, ondertussen mopperend over de manische trekjes van onze Boudewijn.
Via Torino, ruim acht jaar later. Boudewijn is dood. Saskia heb ik nooit meer echt gesproken en het contact met geluidsman Peter is helaas verwaterd. Mijn lieve lief en ik lopen hand in hand voorbij de Mc Donalds waar we iedere middag lunchten, omdat Boudewijn dat wilde. Wij zoeken een plek waar je lekker kan eten.
Ik laat Via Torino achter me.
toch allemaal momenten, toen en NU om nooit te vergeten!
BeantwoordenVerwijderenMooi verwoord, man!
BeantwoordenVerwijderenDit soort bijdragen geeft weblogs bestaansrecht!
Mooi!
Hoewel we nu natuurlijk allemaal onszelf interessant vinden dat we dingen weten van Boudewijn die niet iedereen weet, blijkt inderdaad dat stukjes als deze echt een meerwaarde hebben.
BeantwoordenVerwijderenGeweldig geschreven, leuke anekdote. En oja, geniet nog van Rome: het is er mooi. Maar dat had je allang ontdekt. ;)