De
lange live-uitzending van RTV Oost bij de Military van Boekelo is afgelopen. Regisseur
Hans spreekt de verlossende woorden: 'Camera's 1, 2, 3, 4, 5 én 6 kunnen er
af!' Dat is het sein om nog één keer dankjewel door de intercom te roepen naar regie
en de jongens van techniek, om vervolgens zo snel mogelijk de kabel uit de
camera te trekken. Het grote afbreken is begonnen!
Ik
sta op een kleine steiger, midden in een weiland. Vanmorgen om half zeven ben
ik hier gedropt met een grote camera, een lange lens en een zaklamp. Ik vond
het uiteinde van een rood snoer en kreeg daarmee weer contact met mijn
collega's. De hele dag heb ik ruiters en paarden gevolgd die in mijn bereik
over een hoge hindernis moesten springen en over twee sloten. Dan draaiden ze
vlak langs me, keek ik ze een stukje op de kont, maakten ze weer een bochtje,
kon ik ze nog een keer over een hindernis zien gaan en verdwenen ze uit mijn
beeld. Daar ben ik van half tien tot vijf uur zoet mee geweest. In totaal waren
het 112 combinaties. Eerlijkheid gebied me te zeggen dat ik er twee gemist heb
tijdens een korte plaspauze. Toen stond Arjan, onze 'vliegende keep', heel even
achter camera 4.
De
weersomstandigheden hebben er toe geleid dat het publiek inmiddels vertrokken
is. Als ik om me heen kijk zie ik alleen een Landrover. Dat is Bart. Redder in
nood. De juiste man op het juiste moment. Als je hem vraagt wat hij doet zegt
hij altijd gekscherend 'Pulling cables for Television', maar neem van mij aan
dat Bart veel meer in zijn mars heeft. Logistiek Nederland kan nog veel van
deze man leren.
Ik
ben vereerd dat Bart mij als eerste komt helpen, maar dat blijkt een voor de
hand liggende keuze te zijn, als hij uitlegt dat ik het verst van de regiewagen
sta. In elk geval wat kabel betreft. Samen pakken we de camera in. Voor zover
mogelijk, want in de ingehuurde lenskist is een klein zwembadje ontstaan.
We
zetten alles in de Landrover en dan laat Bart mij achter bij het uiteinde van
anderhalve kilometer kabel. Vol goede moed begin ik. De eerste 300 meter is
vrij snel weg. Ik trek de triax, want zo heten die snoeren, achter me aan en
bos hem bij de haspel op in de vorm van 8-jes. Die zijn gemakkelijk op te rollen.
De fysieke inspanning zorgt er voor dat ik mijn jassen open moet ritsen. En
door!
De
volgende kabel ligt in een rechte lijn langs een lang pad. Het is een stuk van
500 meter. Dat soort snoeren zijn doorgaans iets dikker. Ik pak de plug en loop
richting haspel. Na 150 meter veranderd het pad in een modderpoel waar je U
tegen zegt. Bij elke stap die ik zet glij ik uit. Het meeslepen van de kabel
wordt loodzwaar, omdat ik een lus door de dikke modderbrij moet trekken. Maar
ik kan de plug ook niet los laten. Die moet een beetje schoon blijven.
Langzaam
verander ik in een moddermonster. Van teen tot top zit ik onder. Mijn jassen
heb ik ergens in een boom gehangen. Ik zweet me kapot. En het begint weer
zachtjes te regenen. Dit schiet voor geen meter op. Het is wat je noemt:
AANMODDEREN. De kabel is op sommige plekken amper te zien. Telkens weer loop ik
heen en weer om een stuk van ongeveer vijftig meter met me mee te slepen. Bijna
glij ik uit en lig ik languit in de drek. Gaat net goed. Ik denk ondertussen alleen
maar aan de slogan van Bart: 'Pulling cables for Television' en maak mezelf
wijs dat dit leuk is.
Als
ik bijna zover ben dat ik kan gaan rollen zie ik in de verte de koplampen van
de Landrover. Daar is Bart. Die is helemaal in zijn element. Samen met Ronnie
haalt hij haspels op die nu overal in het terrein staan.
'Alles
is al weg', zegt de meester van de lange kabels, de ridder van de kabelgoten en
de koning van de grote vrachtwagens. 'Dit is het laatste.' Hij pakt de haspel
en begint hard te draaien. De kabel glijdt door mijn hand en dikke klodders
modder vallen op mijn schoen. Ronnie maakt een foto. Dit moment is er eentje
voor de eeuwigheid.
Mooi
wark!
Dat word een extra rekening van Ben Suiderdorp, kabels vies en niet netjes opgehaspeld. ;)
BeantwoordenVerwijderen