Als ze vroeger tegen mij zeiden dat je 'alles in het leven een keer meegemaakt moet
hebben', dacht ik altijd aan cocaïne. In mijn Amsterdamse periode waren er
genoeg verleidingen die ik graag aan mijn neus voorbij liet gaan. Maar nu ben
ik 41. Ik sta op de drempel van mijn midlifecrisis. Het leven wordt steeds
normaler. Ik woon in een nieuwbouwwijk. Heb een gezin met twee kinderen, al
twintig jaar dezelfde baan, rijd in een Volkswagen en ik hoorde mezelf onlangs
nog serieus aan mijn vrouw vragen of ze Goede
Tijden Slechte Tijden wel had opgenomen.
Mijn leven kan dus wel een verzetje gebruiken.
Echte mannen halen dan hun motorrijbewijs, kopen een oude Porsche of gaan
parachutespringen, maar dat gaat mij vooralsnog te ver. Ik pak wel àlles wat op
mijn pad komt. Dat zijn in mijn geval natuurlijk geen 24-jarige brunettes en
ook zoiets als een lijntje of een pilletje wordt mij nooit aangeboden. Gelukkig
maar.
De uitdagingen waar ik het mee moet doen zijn
stukken minder sappig en spectaculair. Het meest verrassende waarvoor ik
onlangs ben gevraagd is om pleinwacht te worden.
Je moet alles een keer meegemaakt hebben.
Dus fietste ik dinsdagmorgen om kwart voor twaalf
richting de school van mijn kinderen. Tussen twaalf en een spelen de groepen om
beurten buiten. Omdat de meester en juffen, die een continurooster draaien, ook
even in alle rust een kop koffie verdienen, hebben ze ouders gevraagd om buiten
een oogje in het zeil te houden. De animo hiervoor is niet heel groot en ik
weet inmiddels waarom.
Mijn pleinwachtdebuut begon op vrolijke wijze met
een enthousiast onthaal door de kleuters. Dochter Imme stormde met al haar
vriendjes en vriendinnetjes op mij af. Lisa vroeg gelijk of ik Imme kwam
ophalen. Toen ik nee knikte -praten had weinig zin in het gekakel en geraas van
al die kinderen- riep Lisa: ‘Ohw, ik weet het al. Dan ben jij een nieuwe
pleinmoeder!’
En dat ben ik.
Even later reageerde een van de juffen op eenzelfde
verraste wijze: ‘Hey, eindelijk eens een vader die pleinwacht is!’ Kennelijk is
er onder vaders nog minder belangstelling voor deze functie dan onder moeders.
Heel even vroeg ik me af of ik nou zo geemancipeerd ben of dat al die andere
vaders zo slim zijn?
Maar goed, je moet alles een keer meegemaakt
hebben.
Ik liet me gedwee uitleggen wat de bedoeling was
door het opperhoofd van de pleinmoeders, een vriendelijke mevrouw die ik vaak
op school zie rondlopen als er iets georganiseerd moet worden. Het leek
allemaal vrij simpel. ‘Gewoon een beetje opletten.’
Inmiddels was het half uurtje van de kleuters vergevorderd. Met in mijn achterhoofd het aankomende voorjaar leek mij dit geen
heel vervelend bijbaantje. Ik zag me al helemaal zitten op een bankje in de
zon. Elke dinsdag een uurtje. En wie veel vrijwilligerswerk doet komt
uiteindelijk ooit in aanmerking voor een lintje.
Maar toen gingen de kleuters naar binnen en kwamen
de groepen 3, 4, 5 en 6. Binnen twee minuten was het gezellige schoolplein
veranderd in een soort oorlogsgebied. Hier moet Warchild eens naar kijken! Het
volume van alle gegil en geschreew kwam op piekmomenten boven de normen voor
gehoorbeschadiging uit. En met name al die jongens holden achter elkaar aan om
elkaar bij de jassen te grijpen en te gaan trekken en duwen. Het is een wonder
dat we met ons landje niet meer medailles winnen bij het worstelen en
judoën.
Voor ik het wist lagen links en rechts van mij
slachtoffers op de grond. Eentje zag ik vanuit een ooghoek met zijn achterhoofd
op de stoep kletteren. Heel hard. Vervolgens reageerde ik voor mijn gevoel in
slowmotion. Ik had dit natuurlijk moeten voorkomen door die gasten vooraf te
waarschuwen. En terwijl ik die ene van de grond schraapte zag ik bij het hek
twee anderen uithalen alsof ze een screentest deden voor de nieuwste Rockyfilm.
Een kleine Suàrez schoot de bal hard over het hek en tegelijkertijd zag ik een
paar modderkruipers in de struiken waarvan de Akela der pleinmoeders nog zo
gezegd had dat dit niet de bedoeling was.
Ik gaf prioriteit aan alle tranen, maar ontdekte al
snel dat ik op het gebied van diplomatie nog veel te leren heb. Ik voelde me
toch een beetje als Meester Frank Visser in Afghanistan. Als ik een nummer van
de Verenigde Naties had gehad, dan had ik vast en zeker met ze gebeld voor
extra blauwhelmen.
De schermutseling bij het hek was uit de hand gelopen.
Een ventje was inmiddels afgevoerd richting Juf Marscha, die een soort Florence
Nightingale voor de Apollo11-school is of gezien kan worden als
vooruitgeschoven post van Artsen zonder Grenzen. Ik bleef achter met een groep
roepende rebellen die het natuurlijk allemaal niet gedaan hadden. Het enige wat
ik in al mijn wijsheid kon doen was even op mijn klok kijken…
Lars, een jongentje uit groep 8, gekleed in een fel
geel hesje, die op deze vreedzame school de rol van mediator toebedeeld heeft gekregen, loste vervolgens het hele
conflict in een handomdraai op.
De tijd vloog. Het werd vanzelf een uur.
Op de fiets naar huis genoot ik van de stilte. De
volgende week kan ik helaas niet, maar de week erna zal ik er staan. Beter
voorbereid dan deze eerste keer. Ik zie het nu niet meer als een avontuur, maar
als een serieuze missie. Hier kan geen bungyjump of harddrug tegenop. Ik weet
het niet zeker, maar volgens mij is een uurtje pleinwacht spannender dan
vreemdgaan. Ik kan het in elk geval alle vaders in de midlifecrisis aanraden. Je
moet het meegemaakt hebben.
En dat lintje is bij nader inzien een
understatement. Wat mij betreft krijgen alle pleinmoeders samen het komend jaar
de Nobelprijs voor de Vrede.
Reinonplein.
BeantwoordenVerwijderenHahaha heerlijk plastisch omschreven weer ;-)
BeantwoordenVerwijderen