donderdag 12 februari 2015

de planning

Martin van de planning is mijn vriend. Een rots in de branding, al sinds de tijd dat we de wereld nog in vier bij drie bekeken. Elk gesprek is een prettig gesprek. Meestal zitten we op één lijn, maar we kunnen het ook hartgrondig oneens met elkaar zijn. Geen punt. En ondanks hij al snel betiteld wordt als ‘een serieuze jongen’, moet ik vaak ontzettend lachen om zijn droge humor. Hij behoort absoluut tot de categorie ‘uiterst betrouwbaar’ en is super goed in zijn vak. Ik zet mijn vinkje in het hokje voor geschikt.
Vanmorgen zat hij al bijtijds op zijn plek. Ik had hem in weken niet gezien en stapte met een brede grijns zijn kantoor binnen. We gaven elkaar een ferme hand. Twee minuten later waren we verwikkeld in een discours over de stand van zaken in Omroepland. Over helden van toen, die nu geen werk meer hebben. Over helden van nu, die op hun tellen moeten passen. Dat de tv-wereld hard en genadeloos kan zijn. Vandaag ben je een hele grote en morgen zijn ze je vergeten.
Daar zat geen spat cynisme bij. We werken allebei inmiddels lang genoeg in de business om te weten hoe het gaat. We hebben ze gezien in hun hoogtijdagen, we zagen hoe ze afgleden of dat ze het niet meer konden bijbenen en we weten dat ze uit beeld verdwenen zijn. Eenmaal in de neerwaartse spiraal en het wordt een slecht verhaal.
Soms is dat hartstikke sneu. Of onterecht. Dan heeft iemand de boot gemist of een verkeerde afslag genomen. Soms zijn het fysieke beperkingen. Slechts een enkele keer is het louter een kwestie van zelf schuld, dikke bult.
Het was geen roddel of achterklap. We hoefden geen namen te noemen om te weten over wie we het hadden. Het waren kille constateringen. Hoe cameramensen en geluidsmannen, die jaren voor een vast programma werken, opeens bij een wissel van de wacht op de redactie zomaar de helft van hun inkomen kwijt raken. Het kan snel gaan als opeens een nieuwe producer het voor het zeggen krijgt of wanneer de planning bij een facilitair bedrijf wordt gereorganiseerd.
Het ging ook over ouder worden en over minder flexibel zijn. Het was zeker een gesprek om na afloop nog even over na te denken. Vroeger dacht ik ‘dat overkomt mij niet’, maar inmiddels ben ik wijzer. Ik ben me bewust van de valkuilen, maar weet ook niet hoe hard de aanloop moet zijn om er overheen te springen.
Zo’n gesprek met mijn vriend Martin helpt.
Ik werd er niet somber van, eerder strijdbaar. Ik kreeg zin om wat van de dag te maken. Ik zou ze eens een poepje laten ruiken. Ik ging mijn beste beentje voor zetten. De positieve, vrolijke, enthousiaste, energieke en jeugdige cameraman uithangen.
En toen kwam ze binnen. Een mooie jonge dame.
Ze nam plaats aan het bureau naast dat van Martin. Ons gesprek viel stil. Ik keek naar haar en zij keek naar mij. Martin, die tussen ons in zat, keek van haar naar mij en weer terug. Heel even was het stil in het kantoor. Lang genoeg om me te realiseren dat dit de nieuwe planster moest zijn.
Onverschrokken opende zij het gesprek.
‘Hallo!’
Ik stak mijn hand uit en stelde me keurig netjes voor.
‘Jan Rein’, zei ik. Of zoiets.
Zij noemde ook haar naam en ik moet eerlijk bekennen dat ik die weer ben vergeten door alles wat volgde. Slordig, maar ik had er eerlijk gezegd stiekem op gerekend dat bij haar een belletje zou rinkelen op het moment dat ze mijn naam hoorde. Dat gebeurde niet.
‘En waar moet ik jou van kennen?’ Vroeg ze. Zeker niet onaardig bedoeld, maar de toon was wel een beetje van: En wie denk jij wel niet dat je bent?
Een terechte vraag, natuurlijk. Alleen kwam het extra hard aan in perspectief met het gesprek dat Martin en ik aan het voeren waren. Kon zij ook niet weten.
Ik stond in elk geval weer met beide beentjes op de grond. Zoals het hoort.


Ze zeggen wel eens gekscherend dat een cameraman zo goed is als zijn laatste shot. Eigenlijk ligt het nog genuanceerder: In Omroepland ben je zo goed als de planning je kent.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.