Châteaubriant – Saint-Brieuc (204,5 km). Filippo Pozzator van Fassa Bortolo heeft de zevende etappe op zijn naam geschreven. Hij was in een sprint van drie de sterkste. Lange tijd had landgenoot Erik Dekker met Lotto renner Thierry Marichal aan kop gereden, maar de groep was te klein om het tot de finish te kunnen halen. Op 29 kilometer voor het einde werden ze teruggepakt. Dekker kwam op achterstand binnen. Hij baalde behoorlijk. Leider in het algemeen klassement bleef de Fransman Thomas Voeckler.
Lannion. Het liefst zou ik iedere minuut beschrijven, of iedere bocht waar we door heen gereden zijn, alle gesprekjes met collega's en renners, de enthousiaste verhalen van onze gasten of mijn gedachten om jullie een optimaal beeld te schetsen van dit avontuur. Het zou een saai toen-en-toen-en-toen verhaal worden en bovendien heb ik een werkdag van zeventien uur achter de rug. Het is diep in de nacht, over een paar uur moet opstaan om weer miljoenen nieuwe indrukken op te doen. Een dagboek bijhouden in de Tour de France is bijna niet te doen. Toch dwing ik mezelf om zo veel mogelijk aantekeningen te maken.
Hier volgt dag zeven:
Vijf uur geslapen. Het was nacht in de suite tot ik het zware gordijn open trok. Even knijpen me de ogen, want buiten straalde de ochtendzon. Het uitzicht op Le Mont-Saint-Michel maakte alles goed. Ik stond er al even toen ik opeens om mezelf moest lachen. Wie heeft er ooit in zijn naakte blootje voor zo'n mooi monument gestaan? Helaas geen tijd om echt te genieten. Het bad liep vol en ik moest snel kleren in het koffer proppen en het deksel dicht slaan.
Oud renner en baanspecialist Theo Smit en zijn vrouw zaten bij mij in de auto. In een busje voor ons reden Jaap en acteur Chris Tates. Theo bleek een uiterst aardige man. Hij was zeer geïnteresseerd in mijn verhaal en hij kon op een leuke manier vertellen over zijn wielercarrière. In 1975 maakte hij een spectaculair Tourdebuut door twee etappes op zijn naam te schrijven. In Merlin-Plage en Fleurance troefde hij het hele peloton af in de massasprint. Sprinters als Rik van Linden, Jacques Esclassan en Gerben Karstens waren kansloos tegen de Frisol-renner, die aan zijn eindsprint de bijnaam "katapult" dankte.
Theo zat niet op te scheppen. Hij vertelde ook dat hij in de tiende etappe bij de eerste cols hard door de mand viel. Hij kon geen meter klimmen. Later heeft hij zich toegelegd op baanwedstrijden en hij heeft zijn carrière afgesloten in Japan voor het geld, maar ook voor het avontuur. Over die jaren vertelde hij en zijn vrouw uitgebreid tijdens deze vroege autorit. Een echte Amsterdammer die niet te beroerd was om af en toe op de kaart te kijken. Van zijn vrouw kreeg ik een overdosis Menthos. Een schril contrast met de gasten die gisteren mee reden.
Voor de start mocht Chris Tates spreken met Tourdirecteur Jean Marie Leblanc en daarna ook met Bernard Hinault. Voor Chris een speciaal moment. Chris is zelf groot wielerliefhebber en hij fietst niet onverdienstelijk. Veel renners kennen hem van een wedstrijd op Curaçao, eind 2003. Bij de Rabobus leverde dat een leuk tafereel op, omdat Boogerd en Dekker op onze gast af kwamen en zich niet veel aan trokken van de draaiende camera. Chris sprak met Eric Dekker af dat hij later die dag met twee handen in de lucht over de streep zou komen. Eric vond dat geen probleem, hij wilde alleen niet beloven dat hij ook als eerste zou finishen.
Op de Franse radio hoorden we later dat Dekker inderdaad voor de aanval gekozen had. Theo vertaalde de Franse verslaggever.
Bij de finish in Saint-Brieuc (208 km) maakte ik een shot van de doodvermoeide Eric Dekker die als laatste binnen kwam. Chris stond op hem te wachten, maar de renner had geen zin in de acteur.
Na afloop wilde Mart naar een rennershotel. Tussen de satellietwagens stonden vier NOS cameramensen bij te komen van de spannende minuten na de finish. Ieder had zijn eigen missie volbracht. Mijn opdracht met Dekker en Tates was de eenvoudigste geweest. Frits, Koen en Maurits hadden ieder achter een aantal Nederlandse renners aan moeten lopen.
Op het moment waarop Mart haastig een blikje cola open trok en om zich heen keek op zoek naar een cameraman, keken de anderen naar mij. Ik wilde graag, want ik ben dol op dit soort bliksemacties. Dat is televisie maken. Nu verzinnen en over een paar uur in de uitzending. Logistiek was het Rabohotel de beste optie en een interview met Eric Dekker, de Nederlander van de dag, zou een logische keuze zijn om het programma van de avond, met twee acteurs aan tafel, toch enige wielerdiepgang te geven.
Mijn auto stond niet handig geparkeerd voor een snelle ontsnapping uit het epicentrum van deze etappe. De straten waren het domein van rustig wandelende tourliefhebbers. Vaders en kinderen op zoek naar renners of andere bekende koppen. Nederlandse fans klopten op de ruiten van onze auto terwijl Mart met een dikke tas op schoot mobiel belde met de voorlichter van de Raboploeg. Zijn laptop schoof er half uit en in een dik pak papieren zocht hij belangrijke informatie. Hij was te druk om naar de fans te zwaaien en die lieten merken dat ze dit arrogant vonden. Ik moest opletten dat ik niemand van de sokken zou rijden, hoewel ik dat bij een paar Hollandse boeren graag had gedaan.
Twee keer reden we voorbij de smalle straat van het hotel. Op het parkeerterrein stonden de bussen van een paar ploegen. Mecaniciens waren druk in de weer met het schoonmaken van de fietsen. Eric Breukink had tijd voor een praatje met Mart. Ze hadden Dekker voorrang gegeven bij de massagetafel, zodat wij hem ook snel konden 'knippen en scheren'. Breukink sprak ondertussen zijn zorgen uit over Michael Boogerd die een hersenschudding zou hebben opgelopen tijdens een valpartij. Het was niet zeker of Boogie de volgende ochtend weer zou opstappen. De mening van Mart leek er toe te doen. De vraag of Michael naar huis gestuurd zou worden of zou moeten proberen om Parijs te halen speelde al ruim een dag in de ploeg. Mij verbaasde het dat er geen arts was die het laatste woord had. Het leek alsof de ploegleider, de renner en misschien ook wel de sponsor of de televisiecommentator samen de beslissing mochten nemen.
Nadat ik mijn camera had opgesteld en een frisje achterover geslagen had kon ik even rustig een praatje maken met de mecanicien. Een aardige man die mij geduldig alle nieuwe weetjes wilde vertellen en ondertussen was hij druk met de fiets van de Deen Michael Rasmussen. Zelf heb ik vroeger veel gefietst en ik heb mijn Gazelle wel eens grondig schoongemaakt. Ik vind het dus interessant om te weten hoe het echt moet.
Het interview met Dekker was openhartig. Hij baalde als een stekker van de mislukte ontsnapping en sprak hierover vrij uit.
Steeds weer valt het mij op dat Nederlandse sporters op een andere manier antwoord geven als Mart Smeets de vragen stelt. Zelfs korte vraaggesprekjes krijgen een bepaalde spanning en dat zorgt bijna altijd voor unieke antwoorden. Drie minuten later waren we klaar en tevreden greep Mart naar het statief. Dekker kreeg een hand en mocht gaan eten.
De uitzending vanuit het stadhuis van Saint Brieuc ging goed, hoewel ook dit een noodlocatie was, want op het plein waar we zouden zitten vond een popconcert plaats. Onze producer was totaal verrast. De inhoud van het programma was niet echt des Studio Sport met twee acteurs aan tafel, maar wel vermakelijk. Actrice Alwin Tulner ('Rozengeur en Wodka lime') is ooit rondemis geweest. Daarom had Frits vandaag de meisjes van Crédit Lyonnais mogen volgen. Tulner vertelde na het filmpje hoe zij dagen lang, in een spuuglelijk pakje, Miguel Indurain had mogen kussen. Gelukkig kon met Chris Tates wel echt over de wielersport worden gesproken.
Amusement en sport door elkaar, zoals commerciëlen het al jaren doen, maar nu bij de NOS. Volgens Mart een beetje onwennig. Het grote publiek kijkt echter liever naar zo'n aflevering dan naar een puur journalistiek programma.
In het Ibis hotel van Lannion een gezellige borrel. Ik had een aardig gesprek met regisseur Matthias Bouman. Hij vertrekt maandag en ik weet zeker dat we hem enorm zullen missen. Weer heeft Smeets een paar goede flessen wijn laten aanrukken.
Het hotel is vreselijk. Hier zou een blinde olifant nog geen schade kunnen aanrichten, maar toen ik het muffe kussen rook viel ik als een blok in slaap.
In deze eerste week heb ik al meer dan 2000 kilometer gereden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.