Turijn. Hoewel de controles met de dag verscherpt worden en de organisatie op steeds meer plekken x-ray apparaten plaatst, valt het nog mee met de beveiliging in en rond de Olympische stad. Vooral rond het IBC en het Olympisch Dorp wordt door de Carabinieri uitgebreid gecontroleerd. In het Broadcast Centre wemelt het van de techneuten die hun werk doen met schroevendraaiers en andere scherpe voorwerpen. Het is dus onmogelijk om volgens een standaard vliegveldprocedure te werken, want dan kan geen storing meer worden verholpen. Zo heb ik tot nu toe iedere keer mijn Leatherman (zakmes) zonder problemen langs de beveiliging gekregen. Ze vragen wat er in mijn zak zit, waarop ik keurig zeg dat het een mes is en dan mag ik doorlopen. Als ze moeilijk doen, is het een onmisbaar 'tool'. Toch denk ik dat mijn wapen over een paar dagen beter in de auto kan blijven. De controles zullen in de loop van de week zeker verscherpt worden en dan ga ik steeds beter nadenken over wat ik mee naar binnen neem en wat niet. Voor het gemak.
De x-ray blijft piepen als ik er aan kom. Twee telefoons in mijn broekzakken (Italiaans nummer en mijn eigen toestel), een digitale fotocamera hangt aan mijn riem, de riem zelf, een camera op mijn nek, portemonnee in mijn kontzak, de Leatherman, zonnebril, per ongeluk een muntje of een memory stick, extra bandje en accu in mijn handen en natuurlijk het onmogelijke statief. Dan ben je wel even bezig. En dan moet de agent heel goed naar de monitor kijken om op de röntgenfoto te ontcijferen wat er in mijn rugzak zit. Als je er een half uur later toevallig weer langs moet word je wel moe van zo'n controle, ook al gaat het nu nog vrij snel.
Bij de ingang van het Olympisch Dorp werd onze auto gecontroleerd volgens een oude KGB methode. Om te beginnen moesten we allemaal uitstappen. De bestuurder werd gefouilleerd. Een ander mannetje keek naar de passen om onze nek, fronste lang en begon druk in een portofoon te spreken. Geef Italianen nooit een ding om in te praten, want ze blijven lullen en met de snelheid van een Ferrari. De achterklep ging open, maar ook weer snel dicht. Te veel kisten en apparaten waarover de agent ons in zijn gebrekkige Engels vragen moest stellen. Twee agenten bogen zich met een spiegeltje aan een stok onder de auto. Ik wist niet wat APK in het Italiaans is, maar misschien is het ook verstandiger om op dit soort moment geen grapjes te maken. De dempers bleken in orde, de nummers op onze kaarten leken te kloppen en opeens stapten de mannen aan de kant. Wij maakten daar uit op dat we door mochten en sprongen in de auto, maar op het zelfde moment stapte een dappere strijder met een heel klein lollypopbordje voor onze bolide. Stop. Wachten. Portofoon. Nog meer portofoon en opeens werd er zuinig gezwaaid met een handje. We konden doorrijden. Om precies te zijn honderd meter. Daar stond de volgende controllo.
Uiteindelijk kwamen we na twintig minuten in de International Zone, voor de ingang van het Olympisch Dorp en daar liepen we toevallig Nederlandse sporters tegen het lijf. Beorn Nijenhuis en Ireen Wüst gingen een dekbed kopen, want de dekentjes op hun kamers waren te dun. Ons eerste onderwerp was geboren.
De x-ray blijft piepen als ik er aan kom. Twee telefoons in mijn broekzakken (Italiaans nummer en mijn eigen toestel), een digitale fotocamera hangt aan mijn riem, de riem zelf, een camera op mijn nek, portemonnee in mijn kontzak, de Leatherman, zonnebril, per ongeluk een muntje of een memory stick, extra bandje en accu in mijn handen en natuurlijk het onmogelijke statief. Dan ben je wel even bezig. En dan moet de agent heel goed naar de monitor kijken om op de röntgenfoto te ontcijferen wat er in mijn rugzak zit. Als je er een half uur later toevallig weer langs moet word je wel moe van zo'n controle, ook al gaat het nu nog vrij snel.
Bij de ingang van het Olympisch Dorp werd onze auto gecontroleerd volgens een oude KGB methode. Om te beginnen moesten we allemaal uitstappen. De bestuurder werd gefouilleerd. Een ander mannetje keek naar de passen om onze nek, fronste lang en begon druk in een portofoon te spreken. Geef Italianen nooit een ding om in te praten, want ze blijven lullen en met de snelheid van een Ferrari. De achterklep ging open, maar ook weer snel dicht. Te veel kisten en apparaten waarover de agent ons in zijn gebrekkige Engels vragen moest stellen. Twee agenten bogen zich met een spiegeltje aan een stok onder de auto. Ik wist niet wat APK in het Italiaans is, maar misschien is het ook verstandiger om op dit soort moment geen grapjes te maken. De dempers bleken in orde, de nummers op onze kaarten leken te kloppen en opeens stapten de mannen aan de kant. Wij maakten daar uit op dat we door mochten en sprongen in de auto, maar op het zelfde moment stapte een dappere strijder met een heel klein lollypopbordje voor onze bolide. Stop. Wachten. Portofoon. Nog meer portofoon en opeens werd er zuinig gezwaaid met een handje. We konden doorrijden. Om precies te zijn honderd meter. Daar stond de volgende controllo.
Uiteindelijk kwamen we na twintig minuten in de International Zone, voor de ingang van het Olympisch Dorp en daar liepen we toevallig Nederlandse sporters tegen het lijf. Beorn Nijenhuis en Ireen Wüst gingen een dekbed kopen, want de dekentjes op hun kamers waren te dun. Ons eerste onderwerp was geboren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.