zondag 2 maart 2008

James Cookstraat

Amsterdam. Altijd als ik in de buurt van het Mercatorplein ben, denk ik aan de maandjes die ik in de James Cookstraat heb gewoond. Dat is daar namelijk om de hoek. Romeo Grootfaam schiet dan door mijn gedachten, een schreeuwende achterbuurvrouw en de deurwaarder. Het is het verhaal van twee jongens uit de provincie in de grote stad.
Het eerste anderhalf jaar woonde ik in Amsterdam bij een hospita. Op de Koninginneweg. Ik had daar een piepklein kamertje voor driehonderd gulden in de maand. Bij mevrouw Schellenberg miste ik iedere vorm privacy. Mijn deur kon niet op slot en deze oude dame hield mij altijd in de gaten.
Ik zocht woonruimte, maar stond nergens ingeschreven. De particuliere sector was te duur, kopen nog geen optie. Dat gold ook voor mijn vriend Frank. Samen zoeken leek ons de beste optie. Gezellig bovendien.
Niet veel later vonden we in de ViaVia een appartement in de James Cookstraat. Onderhuur, maar dat leek ons geen probleem. Romeo Grootfaam was de verhuurder. Een Surinamer, groot en iets ouder dan wij waren. Hij kwam vriendelijk over en we dachten dat hij betrouwbaar was. Wij betaalden 1.200 gulden borg en 1.200 gulden huur per maand. Dat was voor Frank en mij veel geld in 1995.
Nadat we ons huisje hadden opgeknapt en ingericht was het elke avond feest. Die zomer zal ik niet snel vergeten. En de achterburen in de James Cookstraat ook niet. Met een open balkondeur slapen bleek geen optie, omdat een stel elke nacht knallende ruzie had. Zo heb ik heel wat nieuwe scheldwoorden geleerd. Een keer was het zo heftig dat Frank en ik vreesden getuige te zijn van een moord. We hoorden een knal en daarna onwijs gegil. De volgende nacht gingen ze echter vrolijk verder.
Binnen een maand vonden we bij de post een brief van een deurwaarderskantoor. Deze was bestemd voor de heer Grootfaam. We hielden hem tegen het licht en konden zo lezen dat onze 'huisbaas' op 28 juni uit zijn huis gezet zou worden, als hij niet snel zijn schulden zou betalen. Het probleem was alleen dat wij in die woning zaten en nog illegaal ook.
In een goed gesprek beweerde de goedlachse Romeo dat er geen vuiltje aan de lucht was. Hij zou de Wehkampschuld van zijn ex snel betalen en wij hoefden ons geen zorgen te maken. Het kwam redelijk overtuigend over. Naïef als we waren voldeden wij netjes de tweede termijn. Weer 1.200 gulden. Dan kon hij zeker zijn schulden aflossen. Tenminste, dat dachten wij.
Op 28 juni, aan het eind van de middag, hoorde ik gestommel op de trap. Buiten stond een grote verhuiswagen. Iemand drukte langdurig op de bel. Voor de deur stonden mannen van de Gemeente, politie, de woningvereniging en een verhuisbedrijf. Of ik Romeo Grootfaam was, vroeg een grote man met een koevoet in de hand.
Ik heb staan lullen als brugman om de heren er van te overtuigen dat ik dit appartement huurde en dat ze onze spullen niet mochten meenemen. In eerste instantie moesten Frank en ik de woning per direct verlaten, maar uiteindelijk toonde de meneer van de woningvereniging begrip. Hij gaf ons een maand om andere woonruimte te vinden, mits wij officieel de huur zouden voldoen. Dat was nog geen 300 gulden.
Die Romeo Grootfaam had nog maanden, misschien zelfs jaren, 900 gulden per maand kunnen verdienen aan deze deal met twee goedgelovige televisiemakers. Als hij zijn betalingen aan de woningvereniging netjes had voldaan. Nu was onze periode in de James Cookstraat van korte duur. En van onze Surinaamse vriend hebben uiteraard nooit meer iets vernomen.

1 opmerking:

  1. Maar je hebt er wel eenprachtig antiek gasfornuis aan overgehouden.Ik dacht dat dat kreng een keer zou ontploffen.Marein

    BeantwoordenVerwijderen

Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.