Onderstaande column schreef ik voor mijn rubriek Point of View en is geplaatst in het decembernummer van Broadcast Magazine.
Nog een paar nachtjes slapen. Op 2
januari noem ik mezelf twintig jaar cameraman en speel ik alweer bijna de helft
van mijn leven een klein rolletje in de Eredivisie van de Nederlandse
televisie. De lijst met programma's waarvoor ik heb mogen draaien is lang en indrukwekkend.
De hoeveelheid mensen waarmee ik heb gewerkt is gigantisch.
Televisiemaken is teamsport. In de
spits een presentator, cameramensen op de flanken, redactie op het middenveld
en de opnameleider is spelverdeler. Geluidsmensen, belichters, shaders en de
schakeltechnicus vormen de verdediging. Een producer op doel en op de bank zit
de regisseur.
Er zijn eigenlijk maar een paar
verschillen met de sportwereld. Nou wil ik niet gelijk beginnen over gezonde
voeding of rustmomenten. Nee, ik wil even stilstaan bij de telkens wisselende
samenstelling van teams. Wij werken elke dag in een andere opstelling. Steeds weer
met andere aanspeelpunten waar je blind op moet kunnen vertrouwen. We zijn het
gewend om, desnoods zonder enige training, wedstrijden op hoog niveau te
spelen. Soms wel vijf of zes keer in de week.
Wie in Omroepland wil scoren moet beschikken
over bijzondere sociale vermogens en in staat zijn om razendsnel vrienden te maken.
Meebuigen en meeveren. Betrokken zijn en het weer van zich af kunnen laten
glijden. Waar nodig een punt maken. Het spel meespelen en toch altijd dicht bij
jezelf blijven. Soms is het raadzaam om het eigen ego even aan de kant te
schuiven. Soms ook niet. De betere omroepmedewerkers zijn een soort sociale
Barbapapa's.
Er is geen tijd om elkaar op een
normale manier te leren kennen. Wij worden op het laatste moment ingehuurd,
moeten ons telkens voegen in een nieuw vreemdelingenlegioen, werken keihard op
vreemde plekken en rare tijden. We beleven met elkaar de gekste avonturen. Zo
lang een klus of project duurt delen we lief en leed en dat gaat vaak heel ver.
Ik vind het al twintig jaar super
interessant om een kleine speler in dit proces te zijn. Mij fascineert vooral
de klik tussen personen. Gesprekken hierover lijken wellicht op roddel, maar ik
leer er veel van. Zie het als de analyse na de wedstrijd: Wie krijgt een kans
en op welk moment? Waarom ik wel en hij niet? Wie vraagt wie aan? Hoezo? En waarom
op een bepaald moment niet meer?
Hoe kan het toch kan dat mensen in
ons wereldje binnen de kortste keren elkaars meest intieme poepverhalen delen, alles
vertellen over de grootste ergernissen in hun privesituatie of elkaar al na één
keer samenwerken innig omhelzen. Fast Friendship noemde Ronald Giphart dit
typische tv-fenomeen ooit in een van zijn boeken.
In twintig jaar tijd heb ik met een
boel collega's een speciale band opgebouwd. Tijdens bizarre buitenlandreizen,
maar ook gewoon in Nederland. Een slappe lach kan al voldoende zijn. Een
ongelukje, een mislukking, een ergernis, een gekke locatie, een vreemde gast of
juist iets wat heel goed ging. Het kan allemaal annekdotes opleveren die voor
altijd blijven hangen.
Deze week nog mocht ik op pad met een
regisseur die ik dertien jaar niet had gezien. Onze laatste klus speelde zich
af tussen de olifanten in Zuid-Afrika en was zeer memorabel. Daarna ging hij
iets anders doen en scheidden onze wegen, tot we de vorige week opeens, voor
dag en dauw, in een koude stille polder, weer tegenover elkaar stonden. Het was
direct als vanouds. Zeer vertrouwd en vanzelfsprekend. Inclusief de flauwe
grappen en grollen uit het jaar 2000. Alsof we al die tijd contact hadden
gehouden met elkaar.
Dat sociale is volgens mij een van de
leukste facetten van ons vak. Het enige probleem is nu de vraag wie ik uit zal nodigen
voor de feestelijkheden rond mijn twintig jarig camera-jubileum. Als ik al mijn
vrienden uit het vak vraag is De Jonge Haan in Hilversum echt te klein en ga ik
hoogst waarschijnlijk failliet, want van een feestje houden ze allemaal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.