Er is weer een nieuwe Broadcast Magazine! Ook in het novembernummer van dit prachtige mediavakblad staat natuurlijk weer een column van mijn hand. Voor iedereen die nog steeds geen abonnement heeft:
De opkomst van zeer betaalbare filmapparaten met
een buitengewoon hoge beeldkwaliteit heeft de afgelopen zes jaar voor een kleine
revolutie gezorgd in de audiovisuele industrie. Opeens was er de cinematografische
‘look’ en sindsdien is een kleine scherptediepte helemaal in de mode.
Het begon allemaal met de Canon 5D Mark II; een
fotocamera die kon filmen. Voor slechts een paar duizend euro had je al een
camera met een paar lenzen en ‘een plaatje’ waar de ‘echte’, veel duurdere
televisiecamera’s niet of nauwelijks aan konden tippen. Het is dus niet zo verwonderlijk
dat veel collega’s en bedrijven enthousiast hebben geïnvesteerd in deze
speeltjes, maar al snel bleek dat het filmen met deze ‘toverdoosjes’ minder
eenvoudig was dan het leek. Er zat geen goede zoeker op, je kon niet
diafragmeren tijdens het filmen en de ergonomie van die camera’s was om te
huilen. Er kwamen dus al snel allerlei hulpstukken op de markt, die vooral
deden denken aan Technisch Lego. Een rig,
grip, remote, follow focus en vooral veel magic armpjes. Voor elk probleem een oplossing, maar het werd er
niet minder bewerkelijk op.
Het mocht in eerste instantie de pret niet
drukken. Regisseurs werden dolenthousiast en producers dachten heel even dat
het gat in hun begroting, dankzij deze nieuwe ‘goedkopere’ technieken, gedicht
kon worden. Niets bleek minder waar.
Het inhuren van deze spullen werd duurder. Er
kwam van alles bij. Extra licht, extra geluid, filtertje hier en een dollytje
daar. Draaidagen duurden langer, het inladen en de montage werden bewerkelijker.
Opeens moest elk filmpje door de kleurcorrectie en langs de audio-nabewerking. Bovendien
waren allerlei essentiële shots onscherp en mochten regisseurs op locatie niet
meer roepen: ‘Inzoomen, NU!!!’
Vroeger had je gewoon Betacam SP of Digibeta. Daarna
bleef XDCAM jarenlang de standaard, maar nu zijn er zoveel verschillende camera’s
en opnamenormen dat de gemiddelde programmamaker door de bomen het bos niet
meer ziet. De keuze is enorm. Het ene plaatje oogt nog mooier dan het andere.
Met deze camera kan je dit en met die doe je dat.
Al die nieuwe technieken hebben ons wel degelijk
veel moois opgeleverd. Heel wat programma’s en losse filmpjes zijn er op
vooruit gegaan. Er is veel meer mogelijk en de uitdagingen op het gebied van
camerawerk volgen elkaar in rap tempo op. Gelukkig gaan die wonderkastjes ook langzaam
weer lijken op ‘echte’ camera’s met normale viewers en lenzen die je
fatsoenlijk kan bedienen.
Inmiddels weet ook iedereen dat je goed moet
nadenken voor je op pad gaat. Wie niet weet wat de mogelijkheden (en vooral de
onmogelijkheden!) van een bepaald apparaat zijn, die moet zich uitgebreid laten
voorlichten. De vraag is alleen: Door wie?
Er wordt vaak handig gebruik gemaakt van alle
onwetendheid. Cameramensen, facilitaire bedrijven en regisseurs die hun eigen
gadgets er bij een productie doorheen drukken, omdat ze graag met deze spullen
willen werken of omdat ze er wat mee kunnen verdienen. Daar gaat het soms gruwelijk
mis, zeker wanneer ze situatie niet kunnen controleren of achter iemand aan
moeten hollen. Voor de meeste ENG-programma’s is de oude vertrouwde camcorder
zo gek nog niet.
Om te voorkomen dat er reportages op televisie komen
waarin je echt moet zoeken naar één scherp, helder of steady shot zouden we
eigenlijk een speciale commissie moeten benoemen. Een uit zeer ervaren cameramensen
bestaand, onafhankelijk tribunaal. Dat noemen we dan de ‘camerapolitie’ en die zal
streng optreden tegen foute verkooppraatjes.
Ik ken wel een paar collega’s die zich kunnen
buigen over dit soort misstanden in cameraland. Zeker wanneer het een club met
macht op allerlei fronten wordt. Zo zou het ook mooi zijn als de camerapolitie mag
ingrijpen wanneer collega’s (eventueel zelfs in hun vrije tijd) filmen met hun
iPhone in de verticale stand. Die worden dan verbannen naar Siberië, om maar
iets te noemen.
Die politie had er vóór mijn pensionering al moeten zijn. Ik zou dan graag lid zijn geweest van het tribunaal. Het zou dan best druk zijn geworden in Siberië.
BeantwoordenVerwijderen