donderdag 7 januari 2021

mama

Op donderdag 31 december is mijn lieve moeder overleden. Ze heeft in het Maastrichtse UMC corona opgelopen, terwijl ze daar moest bijkomen van een buikoperatie. In een paar weken tijd, waarin ze nauwelijks bezoek mocht ontvangen, ging het steeds slechter met haar. Uiteindelijk lag ze met kerst op de IC en is ze nog een paar dagen beademd. Het werd een gevecht dat ze nooit kon winnen. Op de laatste dag van het bizarre coronajaar 2020 hebben we afscheid van haar moeten nemen. Mijn zus en ik waren erbij toen de behandeling werd gestaakt.

Vandaag hebben we, noodgedwongen door alle maatregelen, in besloten kring met slechts 50 mensen afscheid van haar genomen. Hieronder het verhaal dat ik voor haar schreef en dat ik bij de uitvaart met een grote brok in mijn keel heb voorgelezen.

 

Mama

Je was er áltijd!

Als ik naar school moest smeerde je de boterhammen… die ik vervolgens op het aanrecht liet liggen terwijl ik, door jou nagezwaaid, het paadje uit fietste. Als ik uit school kwam met wéér een onvoldoende voor Frans, dan zat jij klaar met een kop thee en een Mariakoekje. Eindeloos zat je me ‘achter de vodden aan’ om mijn huiswerk eens te gaan maken. Als ik met heimwee opgehaald wilde worden van het welpenkamp, dan kwam jij me redden. Je ging met me naar de EHBO toen ik op schoolreis mijn duim had gebroken of die keer dat ik op een kopspeld was gaan staan en die was afgebroken in mijn voet. Als een vriendinnetje het had uitgemaakt, dan luisterde je en vertelde me troostend dat ik dáár de oorlog toch nooit mee zou winnen.

Ik kon dag en nacht bellen met een gekke vraag of een dilemma en dat deed ik ook. Een paar keer per week. Meestal vanuit de auto. Gewoon om even je stem te horen en om te checken of er nog nieuws was in Geleen. Meestal was alles dan… ‘rustig’. 

Bij twijfel kon ik altijd even overleggen met mijn moedertje. Laatst nog, toen je al in het ziekenhuis lag, en ik wilde weten hoe je een blok oase in een ronde bak moet doen en hoe nat je zoiets hoort maken, voor er een kerststukje in geprikt kan worden. Regelmatig liet ik je even een stukje lezen. Dat kreeg ik dan per omgaande terug met een paar taalkundige tips en verder vooral complimenten.

Moedertje, je was eigenlijk te lief voor mij. Daar maakte ik dankbaar gebruik van in de tijd dat jij mijn kleding nog moest afrekenen bij Matchpoint op de Rijksweg. Als ik niet kon kiezen, dan verlieten we de winkel met twee dure O’Neill-truien in de tas.

Jij had áltijd alle begrip. Steunde mij door dik en dun. Zelfs als ik iets heel stoms gedaan had of eigenwijs was, stond je nog achter me. Als je het ergens niet mee eens was, dan zei je dat heus wel, maar misschien niet gelijk. Meestal precies op het juiste moment en met de juiste toon. Eerst de lieve vrede bewaren. Iedereen in zijn of haar waarde laten. En je kon echt wel eens boos of hevig teleurgesteld zijn, maar nooit lang. 

Om de gevleugelde woorden ‘Ik kan ook lachend slaan!’ hebben we vaak gelachen, omdat er niks van klopte. Ja, je hebt me wel eens een draai om de oren gegeven, maar dat was uit pure frustratie. Ik sloop om vier uur ’s ochtends, in dronken toestand, het huis binnen en jij zat al urenlang ongerust in de stoel op mij te wachten. Dat was lang voordat iedereen een mobiele telefoon had. Ik kan me overigens helemaal niks van dat moment herinneren, behalve dat jij me dit verhaal heel wat keren hebt ingepeperd. 

Je was niet alleen 48 jaar lang mijn Gouden Gids, maar ook een steun en toeverlaat voor vele anderen. Natuurlijk voor papa en voor Karin, maar iedereen die bij jou aanklopte kon rekenen op een luisterend oor. De deur stond altijd open. Even iemand helpen was nooit een probleem. Jarenlang verzorgde je met de buurvrouw, op vrijdagmorgen, de bloemen in de kerk. Je zat in het kerkbestuur, hielp op school of bij de kindercarnaval en verkocht boeken op de Jandaiamarkt. Als iemand een carnavalspekske moest hebben of een gat in zijn jas had, dan kroop jij met liefde achter het ‘naaiertje’. 

Doedoe kreeg van jou een perfecte facelift, nadat de knuffel een keer in de fik had gestaan. Het favoriete beertje van Art kreeg er natuurlijk een schattig truitje en een slaapzakje bij.

 

Mama, ik hoef je niet meer te vertellen hoeveel ik van je houd. Dat heb ik gelukkig allang en heel vaak gedaan. De afgelopen zomer hebben we het in de tuin nog uitgebreid gehad over hoe goed we het met elkaar hadden. Dat we elkaar altijd begrepen en dat we zo’n fijne familie vormen. 

Je weet dat papa, Karin en ik goed op elkaar zullen letten, dat Christel en Paul achter ons staan en dat het met Jasper, Ruben, Art en Imme helemaal goed komt. De fundamenten zijn stevig, al lang geleden gelegd en goed onderhouden. Maar dat wil niet zeggen dat we het zonder jou kunnen. We hebben je hulp nodig. Nu en in de toekomst. Ik blijf je gewoon om raad vragen en weet heel zeker dat je er áltijd zal zijn. In mijn hart, in mijn hoofd, in papa, Karin en in onze gezinnen. 

We nemen nu afscheid, maar je gaat nooit weg.








1 opmerking:

  1. Wow Jan Rein, wat een heftig verhaal. Ik kwam voor het eerst sinds lange tijd weer eens op je weblog en zag meteen dit verhaal. Van harte gecondoleerd. Wat een mooie woorden heb je geschreven voor je moeder. Ik heb ze met tranen in mijn ogen gelezen en als ik zie hoeveel liefde uit je tekst spreekt, heb ik er alle vertrouwen in dat deze tekst jullie ook veel troost mag bieden. Ik wens jou en je familie heel veel sterkte!

    BeantwoordenVerwijderen

Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.