vrijdag 14 september 2007

de do do do de da da da

Amsterdam. Als je de titel van dit verhaaltje leest zou je kunnen denken dat ik het alweer over mijn zoontje ga hebben, maar over hem zal ik nu niet meer schrijven dan dat ik tijdens het concert van de Police even aan hem moest denken. Ik realiseerde me dat er één geweldig popnummer is waarvan onze vier maanden oude kanjer de tekst al kent: De Do Do Do De Da Da Da.

Vooraf had ik me een beetje zorgen gemaakt over het concert van The Police. Zouden Copeland, Summers en Sting nog een grootse show kunnen neerzetten en was dit niet meer een act voor in zalen als de Heineken Music Hall of Ahoy?
Nieuwsgierig was ik wel.
Het voorprogramma, Fiction Plane, met de zoon van Sting had me verrast, maar ook aan het denken gezet. Er waren wel erg veel gelijkenissen met Sting en The Police. Ook drie jonge jongens. Die zoon speelde bas en zijn stemgeluid leek behoorlijk op dat van zijn vader. Een paar nummers hadden zo van The Police kunnen zijn. Dus vroeg ik me af waarom die Joe Sumner zijn vader zo na-aapte? Maar het was zeker niet slecht en logisch dat deze jongens hun kans gegrepen hadden. Goed voor veel publiciteit en aandacht. En ik ga misschien nog een keer luisteren naar een cd of de single Two Sisters.

Bij de eerste akkoorden van Message in a bottle wist ik gelijk dat het met deze avond goed zou komen. De sfeer was top met voornamelijk leeftijdsgenoten en veel bekenden in het stadion. Voor het eerst had ik weinig te mopperen over de kwaliteit van het geluid in de Arena. Blijkbaar kan het wél.
Lang leve de eenvoud. Drie muzikanten op het podium en verder niks. Geen toeters of zangeresjes. Niks dansen of zinloos heen en weer hollen om te laten zien hoe goed de conditie nog is. Gewoon lekker muziek maken. Spelen tot de vonken er vanaf spatten.
Een goede lichtshow zonder fratsen met vuurwerk of overmatig geknipper van gekleurde lampen. Met vijf haarscherpe videoschermen, waarop bijna constant alle drie de bandleden te zien waren, was het podiumbeeld mooi. Simpel maar doeltreffend. Alles in balans.
Sting heb ik de hele avond geen valse noot horen zingen. Hij haalde alle hoge tonen en wist mij weer eens te overtuigen van zijn uitzonderlijke kwaliteiten. Lekker rammen op een oude afgesleten basgitaar, die misschien nog wel uit de jaren zeventig stamde.
Andy Summers, de minst goed geconserveerde van het trio, leek misschien steeds meer op Jean Nelissen, maar speelde de sterren van de hemel.
De man van de avond was in mijn ogen Steward Copeland. Niet eerder heb ik een concert gezien waarbij de drummer de meeste meters op het podium maakte. Hij holde van drumstel naar percussie-installatie en terug. Ik geloof dat ik een tijd lang alleen naar hem heb staan kijken.
Massaal en uitbundig brulde het publiek de ene na de andere whéé-oooh mee. Het viel me op dat deze band in korte tijd -vier of vijf jaar- bijzonder veel geweldige nummers heeft geproduceerd. Meer dan genoeg voor een geweldige avond punk/pop met reggae invloeden. Na ongeveer anderhalf uur hadden de heren alle grote hits en een dozijn andere bekende nummers gespeeld.
Tevreden verliet ik het stadion. En de rest van de week zing ik met mijn zoon: De Do Do Do De Da Da Da. Is all I want to say to you…


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.