Waterloo – Wasquehal (210 km). Bram de Groot en Jens Voigt ontsnapten al na enkele kilometers en kregen een maximale voorsprong van 6 minuten. De Muur van Geraardsbergen bleek geen scherprechter, maar vlak voor de eerste kasseienstrook werd de derde etappe een veldslag. Een valpartij met onder andere Mayo en Hushovd zorgde er voor dat een grote groep op achterstand werd gereden. In deze groep een groot deel van de Euskatel ploeg met Iban Mayo als een van de belangrijkste favorieten. US postal, Phonak en T-Mobile gaven gas in de eerste groep, waardoor het tweede peloton niet meer terug kon komen en de Groot en Voigt werden bijgehaald. De etappe draaide weer uit op een sprint waarin Patrick Nazon de Duitser Erik Zabel te snel af was. Robbie Mc Ewen werd derde en pakte de gele trui.
Hoeveel moet je eten? Wat neem je mee? Hoe prepareer je jezelf en hoe gesoigneerd moet een Tourvolger zijn tijdens een vlakke etappe, op de eerste zonnige zomerdag? Op basis van gezond verstand kwamen we een eind. Goed ontbijten en zo veel mogelijk water meenemen.
Ik moest denken aan het toverwoord 'doseren', maar weer kon ik er niet zo veel mee. Een dame van het hotel zeurde aan mijn hoofd over een fout geparkeerde vrachtwagen, maar ik had geen zin om collega's wakker te maken, want ook zij moesten natuurlijk doseren.
In Waterloo was het even zoeken naar een geschikte parkeerplek, omdat we de stad voor de start alweer zouden verlaten, maar we wilden niet meerijden in de officiƫle avant-stoet die een half uur voor vertrek weg moest zijn. Het parkeerterrein van een winkelcentrum leek ons een goede optie. Daar vandaan was het een kwartier lopen naar Villade Depart. Mij kon het niets schelen dat we per ongeluk een stuk omliepen. Fluitend liep ik met de camera op mijn schouder langs de menigte die naar de reclamecaravaan stond te kijken.
Village Depart is een kneuterige braderie die iedere ochtend bij de start wordt opgebouwd; het laatste restje van de traditionele Tour in dit commerciƫle circus. Binnen de hekken van het dorp hebben alle grote sponsors een kraampje waar zich soms een renner laat zien. Er is altijd een buffet met gerechten uit de regio. Met name de Fransen zijn er niet vies van een wijntje, ook al moet de dag nog beginnen. Op een klein podium staan bekende hoofden uit het verleden druk te spreken in microfoons, wat door de matige geluidsinstallatie leidt tot een onverstaanbare Franse woordenbrij.
Hier verzamelen zich de notabelen uit het stadje dat het vertrek van de etappe mag organiseren. De vips uit de ronde, een handje vol missen en de dames en heren van de media komen in Village Depart een gratis kopje koffie drinken. Vroeger kwamen alle renners hier voor de start van de etappe even langs, maar tegenwoordig blijven ze liever achter het geblindeerde glas van luxe touringcars zitten.
Onze gast, Peter Lusse, was stukken sympathieker en veel minder irritant dan ik vooraf had verwacht. Het is een bescheiden man met humor en voor het oog van de camera heeft hij een briljant gevoel voor timing. Hij vond het prachtig om Eddy Merckx van dichtbij te bekijken en hij stilletjes rookte hij een sigaar op een stoepje, terwijl voor zijn neus alle grote wielerhelden van dit moment op hun fietsen stapten. Uiteindelijk, toen hij dacht dat de camera even niet draaide, durfde hij een praatje te maken met Theo de Rooij en Frans Maassen van de Raboploeg. Later bleek dat zij hem hadden aangesproken.
Op weg naar Frankrijk had ik voor de tweede keer in een etmaal knallende ruzie met het navigatiesysteem in de auto. Het leek alsof ik eerder nadeel dan voordeel had van dit apparaat. Voor het bepalen van een nieuwe route moest de muziek cd uit de radio en een cd-rom worden ingeladen. Het display was op rotondes vaak onduidelijk, waardoor je geen idee had waar je zat of wat precies het plan van de navigatie was. En omdat het technische snufje aan boord zat had niemand nog behoefte om op een kaart te kijken.
Ik kreeg langzaam het gevoel dat de navigator ons steeds via de meest onlogische route stuurde. We reden over wegen met stoplichten, drempels, files en langs onoverzichtelijke afslagen. De onbetrouwbaarheid van het systeem viel me afgelopen nacht op, toen een aantal auto's tegelijk vertrokken en ik als laatste op de plaats van bestemming arriveerde.
In de buurt van Valenciennes ging het weer mis. De Carin kende de wegen niet. Ik werd persoonlijk en zei uiteindelijk botweg het vertrouwen in haar op, maar mijn bijrijder koos liever voor een stuk omrijden dan voor kaartlezen en dus bleef ik aangewezen op de irritante vrouwenstem die ons om de drie minuten in een totaal andere richting dirigeerde. 'Indien mogelijk, OMKEREN!'
Bij het plaatsje Erre was een kasseienstrook van 2800 meter opgenomen in het parkoers van de etappe. We waren in de streek van Parijs-Roubaix, niet ver van het bos van Wallers. Over het afgezette parkoers reden we, op zoek naar een mooie positie, langs mensen die langs de kant al uitbundig stonden te zwaaien naar de auto's die voorbij kwamen. De strook met steentjes was lang en in de auto vonden wij het al vervelend om er overheen te rijden. We konden ons voorstellen hoe je gesloopt wordt als je dit op een fiets moet doen.
Het was meer dan een uur wachten op de doorkomst van de renners. Na een cola, een vette croque monsieur en een goed gesprek over Formule 1 op een saai terras liepen we de kasseienstrook op. De zon brandde en we hadden niet meer dan een paar flesjes water. Schaduw was schaars. In het gras wachten op wat zou komen. Ik was een tikkeltje nerveus. Voor het eerst zou ik echt de Tour de France gaan filmen en ik rekende er op dat ik weinig tijd zou krijgen om mijn shots te maken.
Auto's. Een tijdje niets. Gendarmerie op motoren, een auto met zwaailichten en helikopters in de verte. De mensen in het gras gingen allemaal staan. Wij ook. Ik zette de camera aan en legde het apparaat op mijn schouder. Peter Lusse stond aan de overkant van de smalle kinderkopjesweg in het gras. Achter hem een geel graanveld en aan twee kanten naast hem stond niemand. Dat vond ik een mooi beeld. Het leek verlaten, hoewel dat zeker niet zo was. Duizenden liefhebbers bevolkten de kasseienstrook.
Door de drukte was er nauwelijks gelegenheid voor de renners om uit te wijken naar de grasstroken aan de kanten. Rode Skoda's van de organisatie scheurden voorbij. Vanuit de auto's werd gezwaaid naar het publiek en dat zwaaide enthousiast terug. Wie zwaait hier naar wie?
De laagst hangende helikopter naderde. De band in de camera liep. Ik zoomde in en zag door kringelende luchtlagen en dwarrelend stof twee renners. Pas toen ze voorbij waren zag ik een Rabobank-auto en realiseerde ik me dat er een Nederlander in de kopgroep zou kunnen zitten. Volgens Jaap Bakker was het Bram de Groot.
Wachten. Peter Lusse had op zijn klok gekeken om het verschil met het peloton te meten. Weer auto's en motoren. Nog een laag hangende helikopter en daar herkende ik ook de cameramotor van de Franse televisie. Het peloton denderde over de stenen. Kettingen sloegen heen en weer, je hoorde de fietsen rammelen en kraken. Het zoeven van de renners en je voelde de lucht die ze verplaatsten. De penetrante lucht van massageolie.
Het beeld van Peter met op de voorgrond het voorbij razende peloton was prachtig, ik hield het shot lang vast. Gelukkig waren er voldoende achterblijvers om meer verschillende opnamen te maken.
Iban Mayo was de eerst renner die ik in mijn zoeker herkende. Hij kwam op grote achterstand voorbij en met hem reden een paar oranje Euskatel ploeggenoten.
Aan het eind van de middag zette ik de auto brutaal midden op Place de la Republique in Lille. Op de achterbank vroeg Peter Lusse zich af of dat zomaar mocht en ik reageerde, zonder er over na te denken, met de kreet: 'This is Tie-Vie men!' Volkomen per ongeluk gebruikte ik het reclamezinnetje waar Peter ooit beroemd mee geworden is. Dat doe ik zo vaak dat ik me pas realiseerde dat het zijn tekst is, toen hij een beetje verbaasd reageerde. Hij wist niet of ik het wel of niet met opzet deed. Ik geneerde me een beetje, maar eigenlijk moest ik er ook om lachen. Het is, als je er even over nadenkt, een heel flauwe en achterhaalde zin. Stopwoordjes.
Joop Zoetemelk en Peter Lusse zaten 's avonds op het plein in Lille naast elkaar in de show van Mart. Het licht was prachtig. Ieder shot klopte. Ik had in het hotel met de heren aan tafel gegeten en wist dat het een bijzonder gesprek zou kunnen worden, maar het bleek nog leuker dan we hadden kunnen voorzien. Ik vond het aandoenlijk om te zien hoe mooi Peter het vond om naast de oud-tourwinnaar te zitten.
Joop was voor zijn doen zeer spraakzaam en Lusse wist verrassend veel over de historie van de Tour de France. Een heerlijk televisiegesprek voor de late avond. Even werden we gestoord door een paar dronken jongeren die op het plein liepen met een radio in de hand en irritant achter de gasten in het beeld gingen staan. Maaike loste het op tactische wijze op.
Om een uur kwam iedereen voldaan het Crowne Plaza binnen druppelen. Mart Smeets was zeer tevreden. De toon voor dit zomerprogramma was gezet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.