Amiens – Chartres (200,5 km). De vijfde etappe was weer een rit in de regen, met veel wind en gladde wegen. Een aanleiding voor het peloton om het iets rustiger aan te doen. Een kopgroep van vijf met O'Grady, Voeckler, Casar, Piil en Backstedt kregen de ruimte om te rijden. In de kopgroep werd gestreden om de etappe overwinning en enkelen deden een poging om te ontsnappen. Uiteindelijk kwam de groep toch weer bij elkaar en was O'Grady de sterkste in de sprint, de Franse kampioen Thomas Voeckler pakte de gele trui. Michael Boogerd was betrokken bij een valpartij.
Chartres. Techniek laat je altijd in de steek op het slechtste moment. In Amiens begaf mijn handmicrofoon het plotseling, vlak voor het moment waarop Mart Smeets een interview maakte met George Hincapi. Het gesprek met de wegkapitein van Lance Armstrong, was boeiend, maar op het geluidsspoor van de microfoon waarmee Mart het gesprek 'lepelde' kwam geen geluid. Alleen de cameramicrofoon pikte het gesprek op, maar deze microfoon is zo gevoelig dat de herrie van een aggregaat de boventoon voerde.
Ik ontdekte het mankement direct na afloop van het interview toen ik controleerde of alles goed op de band stond. De microfoon was uitgevallen tijdens een sprintje dat ik had moeten trekken om Hincapi te volgen naar het tekenen van de presentielijst. Toen ik bezweet en hijgend terug kwam bij de US Postalbus was het lulijzer overleden.
Het interview had inhoud en was de moeite van het omrijden langs de start meer dan waard geweest. Nu zat ik met een kater achter het stuur en baalde als een stekker, maar Mart kon het goed relativeren. Hij stapte in de auto en navigeerde me langs Parijs naar de finish in Chartres. Een rit van een paar honderd kilometer.
Er is zo veel te lezen dat ik de laatste jaren niet meer aan de boekjes van Mart Smeets toe kom, hoewel ik ze steeds weer voor mijn verjaardag of Sinterklaas krijg. Alleen zijn tourverslagen heb ik bijna allemaal gelezen. Die dagboekjes vind ik geweldig. Hij beschrijft de Tour als een uniek avontuur en steeds als ik zo'n boekje las, zag ik mezelf in mijn fantasie ook rondlopen in dit circus. De Tour de France is in mijn ogen het mooiste sportevenement dat ik ken.
En al zo lang als ik besta zit Mart iedere zomer weer in de Tour. Vroeger was ik niet gecharmeerd van de Nederlandse commentatoren Smeets en Nelissen. Wij luisterden thuis voornamelijk naar verslaggevers van de BRT. De laatste jaren ben ik Smeets meer en meer gaan waarderen. Hij kan soms arrogant, betweterig of uit de hoogte zijn, maar zijn stijl is uniek en het is een bijzondere professional. Het is een icoon geworden waar ik tegenwoordig graag naar luister. Er zijn, zeker in Nederland, altijd mensen die het niet kunnen hebben dat iemand boven het maaiveld uit steekt. Jammer dan. Naar cameramensen toe is hij altijd buitengewoon vriendelijk en respectvol.
Zo zijn er genoeg 'sterren' in Hilversum die wel helemaal uit hun dak gaan als een microfoon het begeeft. Die geven alles en iedereen de schuld. Mart niet. Die zei heel rustig: "Het is techniek." Natuurlijk baalde hij met mij mee over het verloren Hincapie-interview.
De avonduitzending verliep rommelig. Er was in de haast naar een binnenlocatie gezocht. Buiten stromende regen, dus we konden niet op het plein voor Kathedraal van Chartres zitten. In een museum, naast de Kathedraal was een prachtige ruimte, maar het klonk er als in een badkamer. Door de matige voorbereiding en wijzigingen op het aller laatste moment maakten we veel herrie op de vloer en we kregen te maken met een paar kleine technische storingen.
Het gesprek aan tafel was aardig. Manon Colson, journaliste van het blad Sportweek, kwam goed uit de verf. Ze had zich vooraf ten onrechte zenuwachtig gemaakt voor haar eerste grote televisieoptreden. Ik had Manon in april ontmoet in een café in Maastricht, de avond voor de Amstel Gold Race. Toen hadden we een leuk gesprek. De afgelopen twee dagen heb ik shots van haar gemaakt terwijl zij aan het werk was.
Vermoeidheid en stress van de eerste week krijgt zijn weerslag op het team. Met name op redactioneel gebied zijn er irritaties en kleine ergernissen. Het wordt tijd dat de zon gaat schijnen.
Omdat we morgen vroeg naar de start moeten hebben Jaap en ik een kamer toegewezen gekregen in een voormalig klooster, op steenworp afstand van de uitzendlocatie. Anderen moeten nog een dikke honderd kilometer rijden naar het hotel in Le Mans. Onze verblijfplaats is niet meer dan een kil klein kamertje dat geen enkele vorm van luxe kent. Het woord sober is nog overdreven. Vandaag is dat niet erg. Ik ben doodmoe en ik heb maar een paar uur tijd om te slapen. Ik zou nog wel even iets willen drinken, maar meer dan een plastik bekertje jus d'orange uit pak is er niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.