Amsterdam.
'Hallo?'
'Goedemiddag. Wij zijn van de televisie en we zouden heel graag...'
'Nee!'
'Sorry?'
'Ik zei nee.'
'Oh… ehm. Nou, wij komen hier opnamen maken en het zou erg gemakkelijk zijn als…'
'Neehee…'
Niet dus. Stilte.
Verbaasd kijken wij elkaar in de auto even aan. Zijn wij nou gek? Voor ons blijven de slagbomen hermetisch gesloten. Op het kleine parkeerterrein daar achter is ruimte zat. Het is het eind van de middag en er reden net nog een paar auto's weg.
We drukken nogmaals op de knop.
'Hallo…. Mag ik even wat vragen? Wij hebben hier een afspraak. Dat duurt een half uurtje. En we hebben zware spullen. Kunt u niet heel even de slagboom voor ons openen? Alstublieft…'
'Nee.'
'Ik vraag het toch vriendelijk.'
'Er is geen plaats voor u.'
tuut tuut tuut…
Honderd meter verderop, naast de ingang, zien we de portier zitten. Hij legt de hoorn waardoor hij sprak neer. Er is een camera op ons gericht. Dat we niet binnen mogen is duidelijk, maar de manier waarop het hier gaat spreekt ons niet zo aan. Bovendien willen we graag weten waarom niet. De overspannen huismeester van het voormalig PTT gebouw, naast Amsterdam Centraal, wil niet naar ons luisteren.
We bellen naar Bar Restaurant 11, want daar hebben we afgesproken. Tijd dringt. Buiten wordt het langzaam donker.
Voor de zekerheid laden we de camera, het statief en de geluidstas uit. Ik blijf bij de slagboom wachten tot mijn collega de auto honderden meters verderop, heeft geparkeerd.
Er komt een wit busje aangereden. Een vriendelijke jongen stapt uit en drukt op de knop.
'Hallo?'
'Hallo! Ik ben die-en-die en ik zou morgen komen verhuizen, maar ik wil graag nu alvast iets ophalen.'
'U zou toch morgen komen?'
'Ja, dat weet ik, maar het is handig als U nu heel even…'
'Maar U zou toch morgen komen?'
'Ja, dat zeg ik. Maar ik wil nu graag even een paar minuten binnen om alvast iets op te halen.'
'Morgen hebben wij een afspraak!'
De jongen kijkt geërgerd naar het paaltje waar hij tegen spreekt en vervolgens naar mij.
'Zeg, ik heb hier geen zin in. Wij hebben hier jaren gehuurd en zijn altijd normaal met elkaar omgegaan. Mag ik even vijf minuten…?'
'Nee.'
Moedeloos haalt de jongen zijn schouders op. Hij stapt in zijn busje en rijdt iets te hard weg. Geïrriteerd.
Inmiddels heeft mijn collega een andere ingang gevonden. Ik ga er vanuit dat ze toch toestemming hebben gekregen van de mensen bij Bar Restaurant 11 en loop met de spullen mee naar binnen. We worden gevolgd door de portier.
Binnen, op de bovenste verdieping, komt iemand naar ons toe om zich te verontschuldigen voor de huismeester. En of we onze auto's even willen wegzetten, want de vervelende man heeft gebeld en gedreigd om deze weg te laten slepen.
Mijn altijd vriendelijke en rustige collega ploft bijna uit elkaar. 'Wat een Nazi!' roept hij iets te hard en gaat naar beneden om de auto ergens anders te parkeren.
Op het dak van Bar Restaurant 11 heb je een prachtig uitzicht over Amsterdam. Het wordt donker en de lichtjes van de stad zijn aan. De lucht is donkerblauw. In mijn hoofd hoor ik Toots de klanken van Baantjer spelen. Alle shots die ik schiet zijn raak. Onze eindscène staat er in tien minuten op.
'Hallo?'
'Goedemiddag. Wij zijn van de televisie en we zouden heel graag...'
'Nee!'
'Sorry?'
'Ik zei nee.'
'Oh… ehm. Nou, wij komen hier opnamen maken en het zou erg gemakkelijk zijn als…'
'Neehee…'
Niet dus. Stilte.
Verbaasd kijken wij elkaar in de auto even aan. Zijn wij nou gek? Voor ons blijven de slagbomen hermetisch gesloten. Op het kleine parkeerterrein daar achter is ruimte zat. Het is het eind van de middag en er reden net nog een paar auto's weg.
We drukken nogmaals op de knop.
'Hallo…. Mag ik even wat vragen? Wij hebben hier een afspraak. Dat duurt een half uurtje. En we hebben zware spullen. Kunt u niet heel even de slagboom voor ons openen? Alstublieft…'
'Nee.'
'Ik vraag het toch vriendelijk.'
'Er is geen plaats voor u.'
tuut tuut tuut…
Honderd meter verderop, naast de ingang, zien we de portier zitten. Hij legt de hoorn waardoor hij sprak neer. Er is een camera op ons gericht. Dat we niet binnen mogen is duidelijk, maar de manier waarop het hier gaat spreekt ons niet zo aan. Bovendien willen we graag weten waarom niet. De overspannen huismeester van het voormalig PTT gebouw, naast Amsterdam Centraal, wil niet naar ons luisteren.
We bellen naar Bar Restaurant 11, want daar hebben we afgesproken. Tijd dringt. Buiten wordt het langzaam donker.
Voor de zekerheid laden we de camera, het statief en de geluidstas uit. Ik blijf bij de slagboom wachten tot mijn collega de auto honderden meters verderop, heeft geparkeerd.
Er komt een wit busje aangereden. Een vriendelijke jongen stapt uit en drukt op de knop.
'Hallo?'
'Hallo! Ik ben die-en-die en ik zou morgen komen verhuizen, maar ik wil graag nu alvast iets ophalen.'
'U zou toch morgen komen?'
'Ja, dat weet ik, maar het is handig als U nu heel even…'
'Maar U zou toch morgen komen?'
'Ja, dat zeg ik. Maar ik wil nu graag even een paar minuten binnen om alvast iets op te halen.'
'Morgen hebben wij een afspraak!'
De jongen kijkt geërgerd naar het paaltje waar hij tegen spreekt en vervolgens naar mij.
'Zeg, ik heb hier geen zin in. Wij hebben hier jaren gehuurd en zijn altijd normaal met elkaar omgegaan. Mag ik even vijf minuten…?'
'Nee.'
Moedeloos haalt de jongen zijn schouders op. Hij stapt in zijn busje en rijdt iets te hard weg. Geïrriteerd.
Inmiddels heeft mijn collega een andere ingang gevonden. Ik ga er vanuit dat ze toch toestemming hebben gekregen van de mensen bij Bar Restaurant 11 en loop met de spullen mee naar binnen. We worden gevolgd door de portier.
Binnen, op de bovenste verdieping, komt iemand naar ons toe om zich te verontschuldigen voor de huismeester. En of we onze auto's even willen wegzetten, want de vervelende man heeft gebeld en gedreigd om deze weg te laten slepen.
Mijn altijd vriendelijke en rustige collega ploft bijna uit elkaar. 'Wat een Nazi!' roept hij iets te hard en gaat naar beneden om de auto ergens anders te parkeren.
Op het dak van Bar Restaurant 11 heb je een prachtig uitzicht over Amsterdam. Het wordt donker en de lichtjes van de stad zijn aan. De lucht is donkerblauw. In mijn hoofd hoor ik Toots de klanken van Baantjer spelen. Alle shots die ik schiet zijn raak. Onze eindscène staat er in tien minuten op.
We moeten langer lopen om weer bij onze auto te komen.
Je hebt me zojuist geinspireerd voor een leuk blogje want er kwam een herinnering boven borrelen in m'n brein...
BeantwoordenVerwijderenEn in het weekend is hij....
BeantwoordenVerwijderen