Wanroij. Zeker dertig volwassen mannen en vrouwen lopen in de zandbak van een manege. Kris kras door elkaar. Ze zwieren en zwaaien met hun armen, alsof ze een dansje maken. Enkelen lopen vlak achter elkaar en maken exact dezelfde bewegingen. Na-apen. De een rent, een ander wandelt rustig. Soms blijft iemand even staan om rustig te kijken naar de objecten in de bak.
Er staan hordes, zoals we ze kennen uit de ruitersport, maar veel kleiner. Te heet gewassen. Ook zie ik een smal bruggetje, een wip en twee grote buizen. Bij ieder voorwerp staat een nummer.
De meeste mensen lopen in trainingspak. Sommigen in dezelfde kleuren. Die zijn van een club of vereniging. Een paar hebben zelfs een sponsornaam op hun rug.
Een mevrouw staat bij hindernis nummer 1, met haar ogen dicht. Haar hand zwaait door de lucht alsof ze een koortje dirigeert. In gedachten neemt ze de ideale lijn door. Plotseling opent ze haar ogen en begint als een wilde te rennen. Tussen alle anderen door, met de armen wijd.
'Ik ben niet gek, ik ben een vliegtuig…', zeg ik tegen mijn collega. Samen kijken we naar deze ontplofte polonaise. Dansen voor gedesoriënteerde.
Het is alsof we terecht zijn gekomen in Monthy Python's Flying Circus. And now for something completely different!
Maar dit is hondensport.
Wat?
Hondensport.
Nog geen hond gezien!
Meer dan 300 natte neuzen doen mee aan de wedstrijd in Wanroij. Die wachten rustig achter de boarding op hun baasjes. Joe Cocker slaapt. De herdershond schrijft in zijn dagboek en er staat een Deense Dog die zich heeft verkleed als Dalmatiër. Zouden er nog 100 komen?
Als je het geluid aan zet, hoor je een permanente geluidsmuur van geblaf. Het ruikt in de hal inmiddels ook behoorlijk naar hond. Alleen in de kantine overheerst frietlucht.
Er zijn drie ringen, waarin een parkoers is uitgezet. De baasjes mogen de route verkennen, de honden niet. Die moeten straks zo snel mogelijk door de baan worden gejaagd. Precies volgens het uitgestippelde plan. Een slalom tussen paaltjes door, over een schuine helling, door een boei, de tunnel, over een wip en de kattenbrug.
Het is allemaal niet voor de poes.
Er is een kraampje met hondenbeeldjes van steen, voor in de tuin. Overal zitten honden in kooitjes, die staan tussen campingstoelen van verschillende verenigingen. Sommige deelnemers zijn bloedfanatiek. Een aantal honden ook. Andere honden laten hun baasje in de steek op moment-suprême. Konden we de gedachten van de dieren maar lezen.
De man in het wit is kennelijk de scheidsrechter. Hij blaast op een fluit. In eerste instantie reageert niemand. Hij heeft een hondenbaan, hoewel ik me realiseer dat hier de enige Nederlandse scheidsrechter staat, die nog nooit voor hi-ha-hondenlul is uitgemaakt.
De parkoersverkenning is afgelopen. Alle trainingspakken verlaten langzaam de piste. Er staat nog één meneer midden in de zandbak. Hij heeft een poedelkapsel en een staart. Het is een stoere vent, met een oorbel, gekleed in een zwartgeel verenigingstenue. Haast in trance bereidt hij zijn race voor. Het fluitsignaal heeft hij even gemist. Bij de start staat zijn partner klaar met een keffertje. Type Bobby van Kuifje. Het beestje is even gespannen als zijn baas en blaft fanatiek.
Over een paar minuten begint de wedstrijd.
Er staan hordes, zoals we ze kennen uit de ruitersport, maar veel kleiner. Te heet gewassen. Ook zie ik een smal bruggetje, een wip en twee grote buizen. Bij ieder voorwerp staat een nummer.
De meeste mensen lopen in trainingspak. Sommigen in dezelfde kleuren. Die zijn van een club of vereniging. Een paar hebben zelfs een sponsornaam op hun rug.
Een mevrouw staat bij hindernis nummer 1, met haar ogen dicht. Haar hand zwaait door de lucht alsof ze een koortje dirigeert. In gedachten neemt ze de ideale lijn door. Plotseling opent ze haar ogen en begint als een wilde te rennen. Tussen alle anderen door, met de armen wijd.
'Ik ben niet gek, ik ben een vliegtuig…', zeg ik tegen mijn collega. Samen kijken we naar deze ontplofte polonaise. Dansen voor gedesoriënteerde.
Het is alsof we terecht zijn gekomen in Monthy Python's Flying Circus. And now for something completely different!
Maar dit is hondensport.
Wat?
Hondensport.
Nog geen hond gezien!
Meer dan 300 natte neuzen doen mee aan de wedstrijd in Wanroij. Die wachten rustig achter de boarding op hun baasjes. Joe Cocker slaapt. De herdershond schrijft in zijn dagboek en er staat een Deense Dog die zich heeft verkleed als Dalmatiër. Zouden er nog 100 komen?
Als je het geluid aan zet, hoor je een permanente geluidsmuur van geblaf. Het ruikt in de hal inmiddels ook behoorlijk naar hond. Alleen in de kantine overheerst frietlucht.
Er zijn drie ringen, waarin een parkoers is uitgezet. De baasjes mogen de route verkennen, de honden niet. Die moeten straks zo snel mogelijk door de baan worden gejaagd. Precies volgens het uitgestippelde plan. Een slalom tussen paaltjes door, over een schuine helling, door een boei, de tunnel, over een wip en de kattenbrug.
Het is allemaal niet voor de poes.
Er is een kraampje met hondenbeeldjes van steen, voor in de tuin. Overal zitten honden in kooitjes, die staan tussen campingstoelen van verschillende verenigingen. Sommige deelnemers zijn bloedfanatiek. Een aantal honden ook. Andere honden laten hun baasje in de steek op moment-suprême. Konden we de gedachten van de dieren maar lezen.
De man in het wit is kennelijk de scheidsrechter. Hij blaast op een fluit. In eerste instantie reageert niemand. Hij heeft een hondenbaan, hoewel ik me realiseer dat hier de enige Nederlandse scheidsrechter staat, die nog nooit voor hi-ha-hondenlul is uitgemaakt.
De parkoersverkenning is afgelopen. Alle trainingspakken verlaten langzaam de piste. Er staat nog één meneer midden in de zandbak. Hij heeft een poedelkapsel en een staart. Het is een stoere vent, met een oorbel, gekleed in een zwartgeel verenigingstenue. Haast in trance bereidt hij zijn race voor. Het fluitsignaal heeft hij even gemist. Bij de start staat zijn partner klaar met een keffertje. Type Bobby van Kuifje. Het beestje is even gespannen als zijn baas en blaft fanatiek.
Over een paar minuten begint de wedstrijd.
Vreselijk, en die baasjes maar beweren dat die honden dat leuk vinden.
BeantwoordenVerwijderenDaar geloof ik dus helemaal niks van.
Volgens mij hollen en dollen ze liever langs het strand of in het bos.
Ieder zijn hobby hoor, ik wil ook niemand beledigen, maar tis niks voor mij.
groetjes Vivianne
Dat van die kuttenlikkertjes die hun neus in andermanszaken staken heb je dus weggelaten..?
BeantwoordenVerwijderen