I just don’t know what to do with myself
don’t know just what to do with myself
Buiten is het nog donkerblauw. Het is te vroeg voor een zondag, maar na een waardeloze nacht zijn we opgestaan, in de hoop dat de dag beter wordt.
Grote druppels slaan tegen het raam en drijven langzaam naar beneden. Het beeld van buiten is daardoor troebel. We kijken naar de koolmeesjes die pikken in het vetbolletje op de tuintafel en voelen ons als het weer. Regenachtig.
Het mannetje op mijn arm is snotverkouden. Hij roggelt als een biggetje. Waterige oogjes, rode wangen en serieuze verhoging. Met mijn wijsvinger pink ik een dikke traan uit zijn ooghoek. De zoen op zijn wangetje smaakt naar verdrietzout.
Ik ben doodmoe en daardoor licht ontvlambaar.
Een verstopt neusje zorgde er de afgelopen uren telkens voor dat ons kindje geen lucht meer kreeg. Dan spuugde hij zijn speentje door de tralies van zijn bedje. Twee tellen nadat het tutje op de grond plofte begon meneer te krijsen en kon papa of mama het bed uit om het terug te stoppen. Dat ritueel heeft zich heel wat keren herhaald.
We hebben het hele repertoire van Klazien uit Zalk ingezet. Een soort Vicks op zijn borstje, neusspray, zetpil en een doorgesneden ui naast het bed. Het heeft maar ten dele geholpen. Arme Art.
Ik begreep het geklaag van ouders met kleine kinderen over vermoeidheid nooit zo goed. Hoe erg kon dat nou zijn? Zelfs de afgelopen acht maanden vond ik het wel meevallen. Maar nu hebben we een paar nachten achter de rug, die in duizend stukjes zijn gebroken en gelijk vreet het aan me. Ik loop op mijn tandvlees en moet oppassen dat ik niet ziek ook word.
Natuurlijk is het te doen, omdat het moet.
In deze staat ga ik wel sneller ruzie maken en dat beetje geduld waarover ik beschik is nog sneller op. Maar zo’n geirriteerde en overgevoelige papa is op dit moment het laatste waar dit huishouden op zit te wachten.
Trijntje Oosterhuis en het Metropole orkest troosten ons met de liedjes van Burt Bacharach. Who’ll speak for love heet de cd die zo goed past bij deze ochtend. Wiegend staan we voor het raam. Max de kat van de buren komt even kijken naar ons voorzichtige dansje. Mijn zieke zoontje kijkt me aan, begint te lachen en likt mijn wang. Het is alweer goed.
when I’m not with you
I just don’t know what to do
don’t know just what to do with myself
Buiten is het nog donkerblauw. Het is te vroeg voor een zondag, maar na een waardeloze nacht zijn we opgestaan, in de hoop dat de dag beter wordt.
Grote druppels slaan tegen het raam en drijven langzaam naar beneden. Het beeld van buiten is daardoor troebel. We kijken naar de koolmeesjes die pikken in het vetbolletje op de tuintafel en voelen ons als het weer. Regenachtig.
Het mannetje op mijn arm is snotverkouden. Hij roggelt als een biggetje. Waterige oogjes, rode wangen en serieuze verhoging. Met mijn wijsvinger pink ik een dikke traan uit zijn ooghoek. De zoen op zijn wangetje smaakt naar verdrietzout.
Ik ben doodmoe en daardoor licht ontvlambaar.
Een verstopt neusje zorgde er de afgelopen uren telkens voor dat ons kindje geen lucht meer kreeg. Dan spuugde hij zijn speentje door de tralies van zijn bedje. Twee tellen nadat het tutje op de grond plofte begon meneer te krijsen en kon papa of mama het bed uit om het terug te stoppen. Dat ritueel heeft zich heel wat keren herhaald.
We hebben het hele repertoire van Klazien uit Zalk ingezet. Een soort Vicks op zijn borstje, neusspray, zetpil en een doorgesneden ui naast het bed. Het heeft maar ten dele geholpen. Arme Art.
Ik begreep het geklaag van ouders met kleine kinderen over vermoeidheid nooit zo goed. Hoe erg kon dat nou zijn? Zelfs de afgelopen acht maanden vond ik het wel meevallen. Maar nu hebben we een paar nachten achter de rug, die in duizend stukjes zijn gebroken en gelijk vreet het aan me. Ik loop op mijn tandvlees en moet oppassen dat ik niet ziek ook word.
Natuurlijk is het te doen, omdat het moet.
In deze staat ga ik wel sneller ruzie maken en dat beetje geduld waarover ik beschik is nog sneller op. Maar zo’n geirriteerde en overgevoelige papa is op dit moment het laatste waar dit huishouden op zit te wachten.
Trijntje Oosterhuis en het Metropole orkest troosten ons met de liedjes van Burt Bacharach. Who’ll speak for love heet de cd die zo goed past bij deze ochtend. Wiegend staan we voor het raam. Max de kat van de buren komt even kijken naar ons voorzichtige dansje. Mijn zieke zoontje kijkt me aan, begint te lachen en likt mijn wang. Het is alweer goed.
when I’m not with you
I just don’t know what to do
Erg zulke nachten, maar alles gaat voorbij.Hopenlijk is hij donderdag weer in topconditie en laat hij zich weer van zijn beste kant zien!(o)marein
BeantwoordenVerwijderenDoor zulke nachten koester je de "gewone" nachten en realiseer jij je dat je erg boft dat dit de uitzonderingen zijn....Ik wel in ieder geval....En de kadootjes zijn de ochtenden in het weekend dat hij ineens "pas" om half 9, 9 uur of nog later wakker wordt in plaats van de gebruikelijke 7 uur of eerder.
BeantwoordenVerwijderen