Almere. Het is in de line-up van Studio Sport nooit het belangrijkste onderwerp, maar mij doen ze altijd een groot plezier met een potje handbal. Liefst op de ouderwetse manier; gewoon met één camera gefilmd.
Als je uit Geleen komt, dan ben je opgegroeid met handbal en ijshockey. Op de brugklas had ik gymles van Guus Cantelberg, een grote naam in de Nederlandse handbalwereld. Voor mijn gevoel speelden we dan ook elke les een potje handbal. Ik kon er niets van, want ik ben niet voor de bal geboren. Later ben ik de sport meer gaan waarderen. Het is namelijk een aantrekkelijk spelletje om naar te kijken en zeker om te filmen.
Ergens in de jaren negentig heeft Studio Sport een tijd lang, elke maandagavond, uitgebreid aandacht geschonken aan het handbal. In die periode heb ik veel wedstrijden gedraaid. Zo kon ik een bepaalde routine opbouwen en mijn cameravaardigheden trainen. Onder de bezielende leiding van Evert ten Napel en beeldband-redacteur Gerard Nijboer kreeg ik het draaien van een handbalsamenvatting met één camera onder de knie.
Het is een kunstje. Je moet het spel volgen en je zo min mogelijk laten foppen door schijnbewegingen. Hoe vaker je het doet, hoe meer inzicht je krijgt in logische speelwijzen, patronen en de regels. Zodra er een punt gescoord wordt eindig je in principe close op het doel, om daarna met een snelle zip de schutter close te filmen. Als dat lukt snijden ze die twee beelden los en krijgt de onoplettende kijker misschien de indruk dat de wedstrijd met twee camera’s is opgenomen. En dat is dan weer de sport voor de televisiemakers.
Ik ben geen natuurtalent op dit specifieke vlak van het cameravak. Jongens die hier echt gevoel voor hebben zijn zelf vaak ook sportief ingesteld. Ik mag mezelf op dit terrein wel ervaringsdeskundige noemen. Alleen komt het er, in deze simpele vorm, de laatste jaren niet meer zo vaak van. De laatste handbalwedstrijden die ik gedraaid heb, ergens in mei, registreerden we met twee of drie camera’s. Dan is alles anders.
Vandaag moest ik er weer even in komen bij de topper Nederland-Griekenland. We waren weg gegaan voor twee minuten, dus dat moest goed komen.
Bovendien wordt bij handbal zoveel gescoord dat het geen ramp is als je een puntje niet lekker in beeld hebt, mits het geen cruciaal punt is. En dat is dan weer lastig, want tijdens het filmen weet je niet welke fase van de wedstrijd er uiteindelijk toe doet. Dus stond ik toch weer ouderwets met het zweet in mijn handen achter de camera.
Mijn grootste vijand bij dit type werk is de concentratie. In het begin gaat alles vanzelf en kan ik me goed focussen, maar omdat ik niet gewend ben om zo lang achter elkaar heel geconcentreerd te zijn, raak ik aan het eind van de eerste- of halverwege de tweede helft snel afgeleid. Dat is in mijn geval een gebrek aan routine.
Opeens is een punt te close of te wijd gedraaid. Of ik twijfel te lang. Je moet namelijk na elk doelpunt in een split second besluiten of je de speler uit het beeld laat lopen of dat je doorzoomt voor de close-up. Jongens die een paar wedstrijden per week draaien doen dat automatisch. Ik nu even niet.
Wel viel me op dat het filmen van handbal in het breedbeeldkader eenvoudiger is. Het ziet beeld word er rustiger van. In het oude vierkante (4:3) kader moest je de opbouw van een aanval te ruim draaien of je moest sneller meezwenken. De nieuwe beeldverhoudingen van Studio Sport zijn net iets prettiger voor de lange ballen van links naar rechts.
Als je uit Geleen komt, dan ben je opgegroeid met handbal en ijshockey. Op de brugklas had ik gymles van Guus Cantelberg, een grote naam in de Nederlandse handbalwereld. Voor mijn gevoel speelden we dan ook elke les een potje handbal. Ik kon er niets van, want ik ben niet voor de bal geboren. Later ben ik de sport meer gaan waarderen. Het is namelijk een aantrekkelijk spelletje om naar te kijken en zeker om te filmen.
Ergens in de jaren negentig heeft Studio Sport een tijd lang, elke maandagavond, uitgebreid aandacht geschonken aan het handbal. In die periode heb ik veel wedstrijden gedraaid. Zo kon ik een bepaalde routine opbouwen en mijn cameravaardigheden trainen. Onder de bezielende leiding van Evert ten Napel en beeldband-redacteur Gerard Nijboer kreeg ik het draaien van een handbalsamenvatting met één camera onder de knie.
Het is een kunstje. Je moet het spel volgen en je zo min mogelijk laten foppen door schijnbewegingen. Hoe vaker je het doet, hoe meer inzicht je krijgt in logische speelwijzen, patronen en de regels. Zodra er een punt gescoord wordt eindig je in principe close op het doel, om daarna met een snelle zip de schutter close te filmen. Als dat lukt snijden ze die twee beelden los en krijgt de onoplettende kijker misschien de indruk dat de wedstrijd met twee camera’s is opgenomen. En dat is dan weer de sport voor de televisiemakers.
Ik ben geen natuurtalent op dit specifieke vlak van het cameravak. Jongens die hier echt gevoel voor hebben zijn zelf vaak ook sportief ingesteld. Ik mag mezelf op dit terrein wel ervaringsdeskundige noemen. Alleen komt het er, in deze simpele vorm, de laatste jaren niet meer zo vaak van. De laatste handbalwedstrijden die ik gedraaid heb, ergens in mei, registreerden we met twee of drie camera’s. Dan is alles anders.
Vandaag moest ik er weer even in komen bij de topper Nederland-Griekenland. We waren weg gegaan voor twee minuten, dus dat moest goed komen.
Bovendien wordt bij handbal zoveel gescoord dat het geen ramp is als je een puntje niet lekker in beeld hebt, mits het geen cruciaal punt is. En dat is dan weer lastig, want tijdens het filmen weet je niet welke fase van de wedstrijd er uiteindelijk toe doet. Dus stond ik toch weer ouderwets met het zweet in mijn handen achter de camera.
Mijn grootste vijand bij dit type werk is de concentratie. In het begin gaat alles vanzelf en kan ik me goed focussen, maar omdat ik niet gewend ben om zo lang achter elkaar heel geconcentreerd te zijn, raak ik aan het eind van de eerste- of halverwege de tweede helft snel afgeleid. Dat is in mijn geval een gebrek aan routine.
Opeens is een punt te close of te wijd gedraaid. Of ik twijfel te lang. Je moet namelijk na elk doelpunt in een split second besluiten of je de speler uit het beeld laat lopen of dat je doorzoomt voor de close-up. Jongens die een paar wedstrijden per week draaien doen dat automatisch. Ik nu even niet.
Wel viel me op dat het filmen van handbal in het breedbeeldkader eenvoudiger is. Het ziet beeld word er rustiger van. In het oude vierkante (4:3) kader moest je de opbouw van een aanval te ruim draaien of je moest sneller meezwenken. De nieuwe beeldverhoudingen van Studio Sport zijn net iets prettiger voor de lange ballen van links naar rechts.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.