'Daar kan je echt niet staan!', zei een meneer in zwart leren jack. 'Dan zien wij niets meer…' Hij klonk nog enigszins vriendelijk, maar was ook helder en duidelijk. Een mevrouw stond al op haar achterste poten. Iemand anders keek vooral nors naar me en vroeg wanneer ik weg ging.
'We gaan iets nieuws doen.' Had de regisseur een uurtje eerder gezegd. Toen was de zaal nog leeg. Ik vond de positie die hij voor mijn camera in gedachten had verrassend, maar na een toelichting en even proberen kon ik me er helemaal in vinden. We hadden alleen niet zo goed nagedacht over de gevolgen voor het publiek.
Uiteindelijk waren er zeven of acht personen de dupe. Daar stond tegenover dat het beeld voor 1,2 miljoen televisiekijkers beter werd. Helaas hadden de seizoenkaarthouders hier geen boodschap aan.
'Ik betaal 200 euro per jaar voor deze plek. Hoepel jij maar lekker op met die camera!'
Vanwege de beledigingen verderop in dit verhaal kan ik helaas niet gedetailleerd vertellen bij welke sport het speelde, maar neem van mij aan dat in de hal volop plaats was. Er waren meer dan voldoende lege tribuneplekken met een even goed of zelfs beter zicht. Mijn vriendelijke suggestie viel echter niet in goede aarde.
Een man met een vreemd voorhoofd en zeer diep liggende ogen stond op. Hij was behoorlijk groot en breed. 'Neanderthaler' is eigenlijk de enige passende typering. Wat hij mompelde kon ik niet verstaan, maar ik begreep dat hij op stoel nummer 11 wilde zitten. Daar stond ik precies voor, wat hij vervelend vond. En dat is een understatement. De oermens was boos.
Opeens wist ik hoe die mensen in Blijdorp zich gevoeld moesten hebben.
Er kwam een vriendelijke Obama van de ordedienst, die er voor zorgde dat ik mijn werk kon doen. Maar met Bokito in mijn rug stond ik niet lekker te draaien. Telkens als ik achter me keek, keek hij kwaad terug. Alsof hij elk moment op kon staan om mij een beuk te geven. Het leek me niet iemand die over al zijn daden nadenkt.
Hoog op de tribune zaten de hockeymeisjes van het Nederlands team. Dáár had ik liever voor gestaan. Of naast, of achter.
Nu stond ik verwoed te proberen om me te concentreren op mijn werk. Zweet op de rug en samengeknepen billen. Van rust was geen sprake meer. Niets leek nog vanzelfsprekend. Zelfs over in- en uitzoomen moest ik nadenken. Mijn scherpte was zoek. Ondanks het feit dat intercom-headsets redelijk goed afsluiten, kon ik hem toch horen. De gorilla bleef maar vloeken.
Ik ben snel bang, maar nu leek mijn angst een keer zeer terecht.
Een plan om de time-outs van de schouder te draaien gooide ik snel overboord toen ik zag dat meneer Sneeuwvlokje met zijn maatje 46 opzettelijk mijn camerakabel blokkeerde. In de pauzes wist ik niet waar ik moest kijken. Nerveus smste ik maar wat of ik deed alsof. Ik fantaseerde over het filmen van onschuldige potjes dammen of midgetgolf. Zouden er zwem- of badmintonhooligans zijn?
Tot overmaat van ramp verloor de thuisploeg.
'We gaan iets nieuws doen.' Had de regisseur een uurtje eerder gezegd. Toen was de zaal nog leeg. Ik vond de positie die hij voor mijn camera in gedachten had verrassend, maar na een toelichting en even proberen kon ik me er helemaal in vinden. We hadden alleen niet zo goed nagedacht over de gevolgen voor het publiek.
Uiteindelijk waren er zeven of acht personen de dupe. Daar stond tegenover dat het beeld voor 1,2 miljoen televisiekijkers beter werd. Helaas hadden de seizoenkaarthouders hier geen boodschap aan.
'Ik betaal 200 euro per jaar voor deze plek. Hoepel jij maar lekker op met die camera!'
Vanwege de beledigingen verderop in dit verhaal kan ik helaas niet gedetailleerd vertellen bij welke sport het speelde, maar neem van mij aan dat in de hal volop plaats was. Er waren meer dan voldoende lege tribuneplekken met een even goed of zelfs beter zicht. Mijn vriendelijke suggestie viel echter niet in goede aarde.
Een man met een vreemd voorhoofd en zeer diep liggende ogen stond op. Hij was behoorlijk groot en breed. 'Neanderthaler' is eigenlijk de enige passende typering. Wat hij mompelde kon ik niet verstaan, maar ik begreep dat hij op stoel nummer 11 wilde zitten. Daar stond ik precies voor, wat hij vervelend vond. En dat is een understatement. De oermens was boos.
Opeens wist ik hoe die mensen in Blijdorp zich gevoeld moesten hebben.
Er kwam een vriendelijke Obama van de ordedienst, die er voor zorgde dat ik mijn werk kon doen. Maar met Bokito in mijn rug stond ik niet lekker te draaien. Telkens als ik achter me keek, keek hij kwaad terug. Alsof hij elk moment op kon staan om mij een beuk te geven. Het leek me niet iemand die over al zijn daden nadenkt.
Hoog op de tribune zaten de hockeymeisjes van het Nederlands team. Dáár had ik liever voor gestaan. Of naast, of achter.
Nu stond ik verwoed te proberen om me te concentreren op mijn werk. Zweet op de rug en samengeknepen billen. Van rust was geen sprake meer. Niets leek nog vanzelfsprekend. Zelfs over in- en uitzoomen moest ik nadenken. Mijn scherpte was zoek. Ondanks het feit dat intercom-headsets redelijk goed afsluiten, kon ik hem toch horen. De gorilla bleef maar vloeken.
Ik ben snel bang, maar nu leek mijn angst een keer zeer terecht.
Een plan om de time-outs van de schouder te draaien gooide ik snel overboord toen ik zag dat meneer Sneeuwvlokje met zijn maatje 46 opzettelijk mijn camerakabel blokkeerde. In de pauzes wist ik niet waar ik moest kijken. Nerveus smste ik maar wat of ik deed alsof. Ik fantaseerde over het filmen van onschuldige potjes dammen of midgetgolf. Zouden er zwem- of badmintonhooligans zijn?
Tot overmaat van ramp verloor de thuisploeg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.