Maastricht. In de Maastrichtse Dominicanenkerk vind je de mooiste boekhandel van Nederland. Misschien zelfs van de hele wereld. Hiermee is de best denkbare bestemming gegeven aan de leegstaande kerk. Het is prachtig.
Liefst zou ik er een hele middag rondneuzen, maar daarvoor was geen tijd. Ik moest de presentatie filmen van ‘de Nederlandse toppen top-40’. Een ontzettend leuk boek voor wielerliefhebbers en kenners van het Limburgse land. De steilste klimtrajecten op vaderlandse bodem zijn in kaart gebracht.
Op 40 staat de Grebbenberg (had eigenlijk 40-45 moeten zijn) en op nummer 1 onbetwist de Keutenberg. Dat op 35 de Van Brienenoordbrug staat zegt veel over de bergen in Nederland en over het nut van dit naslagwerk. Mijn verslaggever deze middag, Mart Smeets, noemde het ‘een boek met een knipoog’.
Veruit de meeste beklimmingen zijn in Zuid Limburg. Beroemd zijn de Cauberg, de Loorberg, Camerig, Eyserbos, de Sint Pietersberg en de Slingerberg. Ze staan beschreven in de vandaag gepresenteerde gids.
Al die klimmetjes heb ik in mijn jonge jaren bedwongen. Die beroemde en beruchte Keutenberg deed ik op een woensdagmiddag soms wel drie, vier, vijf keer achter elkaar. Boven stak ik altijd de handen in de lucht. Als ik minder tijd of zin had om ver te gaan, dan fietste ik naar de Slingerberg (nr.12) in Geulle. Daar werd in die jaren het Nederlands Kampioenschap verreden. In mijn hoofd gaf ik als een ware Theo Koomen commentaar op de race in mijn verbeelding, die ik overigens ook altijd won.
Mijn persoonlijke favoriet was echter de Sweikhuizerberg (nr.18 in het boek). De voet van deze steile en relatief onbekende klim ligt op een kilometer van mijn ouderlijk huis. Die deed ik dus vaak als tussendoortje of als toetje na een lange tocht. Het is, zoals ook Danny Nelissen hem tijdens de boekpresentatie beschreef, een ‘vieze klim’. Stevig aan het begin, een stukje vals plat bij de kerk en aan het eind -tot aan het voetbalveld- nog even explosief steil.
Leuker nog is de beklimming naar de top vanaf de andere kant. De weg van Spaubeek naar Schinnen en dan voor kasteelboerderij Huis Terborgh linksaf. Langs Stammen heet dit weggetje. Het voert door het bos en is vooral in het begin onwijs gemeen. Misschien wel met een stijgingspercentage van 20%. Als je niet voor de scherpe en onoverzichtelijke bocht het kleinste verzet hebt geschakeld, val je gelijk van de fiets. Na honderd of tweehonderd meter wordt het minder steil, maar het gaat in stapjes omhoog tot boerderij Stammenhof. Door de bomen van het Stammenerbos is de klim niet te overzien en altijd donker. Dit is een kuitenbijter van formaat en misschien wel de meest verraderlijke helling in het zuiden.
Het is lang geleden dat ik deze puist voor het laatst heb beklommen. Ik ben wel 20 kilo zwaarder en mijn conditie is bedroevend. Misschien lukt het me nu niet om fietsend de top te bereiken, maar opeens heb ik een ontembare drang om het weer eens te proberen. Het wordt tijd om de fiets van zolder te halen en een trainingskamp in Limburg te beleggen.
En als de benen dan eindelijk rust hebben verdiend, mag ik van mezelf terug naar de Dominicanenkerk in Maastricht om meer top-wielerboeken uit te zoeken.
Liefst zou ik er een hele middag rondneuzen, maar daarvoor was geen tijd. Ik moest de presentatie filmen van ‘de Nederlandse toppen top-40’. Een ontzettend leuk boek voor wielerliefhebbers en kenners van het Limburgse land. De steilste klimtrajecten op vaderlandse bodem zijn in kaart gebracht.
Op 40 staat de Grebbenberg (had eigenlijk 40-45 moeten zijn) en op nummer 1 onbetwist de Keutenberg. Dat op 35 de Van Brienenoordbrug staat zegt veel over de bergen in Nederland en over het nut van dit naslagwerk. Mijn verslaggever deze middag, Mart Smeets, noemde het ‘een boek met een knipoog’.
Veruit de meeste beklimmingen zijn in Zuid Limburg. Beroemd zijn de Cauberg, de Loorberg, Camerig, Eyserbos, de Sint Pietersberg en de Slingerberg. Ze staan beschreven in de vandaag gepresenteerde gids.
Al die klimmetjes heb ik in mijn jonge jaren bedwongen. Die beroemde en beruchte Keutenberg deed ik op een woensdagmiddag soms wel drie, vier, vijf keer achter elkaar. Boven stak ik altijd de handen in de lucht. Als ik minder tijd of zin had om ver te gaan, dan fietste ik naar de Slingerberg (nr.12) in Geulle. Daar werd in die jaren het Nederlands Kampioenschap verreden. In mijn hoofd gaf ik als een ware Theo Koomen commentaar op de race in mijn verbeelding, die ik overigens ook altijd won.
Mijn persoonlijke favoriet was echter de Sweikhuizerberg (nr.18 in het boek). De voet van deze steile en relatief onbekende klim ligt op een kilometer van mijn ouderlijk huis. Die deed ik dus vaak als tussendoortje of als toetje na een lange tocht. Het is, zoals ook Danny Nelissen hem tijdens de boekpresentatie beschreef, een ‘vieze klim’. Stevig aan het begin, een stukje vals plat bij de kerk en aan het eind -tot aan het voetbalveld- nog even explosief steil.
Leuker nog is de beklimming naar de top vanaf de andere kant. De weg van Spaubeek naar Schinnen en dan voor kasteelboerderij Huis Terborgh linksaf. Langs Stammen heet dit weggetje. Het voert door het bos en is vooral in het begin onwijs gemeen. Misschien wel met een stijgingspercentage van 20%. Als je niet voor de scherpe en onoverzichtelijke bocht het kleinste verzet hebt geschakeld, val je gelijk van de fiets. Na honderd of tweehonderd meter wordt het minder steil, maar het gaat in stapjes omhoog tot boerderij Stammenhof. Door de bomen van het Stammenerbos is de klim niet te overzien en altijd donker. Dit is een kuitenbijter van formaat en misschien wel de meest verraderlijke helling in het zuiden.
Het is lang geleden dat ik deze puist voor het laatst heb beklommen. Ik ben wel 20 kilo zwaarder en mijn conditie is bedroevend. Misschien lukt het me nu niet om fietsend de top te bereiken, maar opeens heb ik een ontembare drang om het weer eens te proberen. Het wordt tijd om de fiets van zolder te halen en een trainingskamp in Limburg te beleggen.
En als de benen dan eindelijk rust hebben verdiend, mag ik van mezelf terug naar de Dominicanenkerk in Maastricht om meer top-wielerboeken uit te zoeken.
Ik zorg wel voor de bezemwagen met sportdrankjes en bananen, als ik daarna ook mee mag naar Maastricht. Wat een geweldige kerk geworden hè.
BeantwoordenVerwijderenGroetjes, Karin
Als we dan van te voren de route weten, staan wij overal aan de kop van die bergen en leggen alles op de gevoelige plaat vast.
BeantwoordenVerwijderenBewijzen die je later trots aan Art kunt laten zien!!!
Tamimie
Is dat niet iets voor een clubje enthousiaste collega's? Ipv het duikreisje dat jaaaaren geleden bij at5 op de agenda stond en er nooit gekomen is..
BeantwoordenVerwijderenDie boekhandel is inderdaad uitgeroepen tot de mooiste van de wereld.marein
BeantwoordenVerwijderen