Emmen. Vraag niet hoe het kan, maar voor de derde keer in een week reed ik richting Drenthe. Al het goede komt in drieën, zullen we maar zeggen. Vandaag voor een programma over architectuur en dat is weer totaal iets anders dan de hectiek van The Phone of de dynamiek van een Piratenfestival. Een kwestie van even omschakelen, want nu kwam het echt aan op compositie. Niet dat je bij The Phone of de Mega Piraten niet hoeft te kadreren, maar dat is toch meer go-with-the-flow. Een gebouw mooi in beeld brengen is andere koek en hoewel het misschien makkelijker lijkt, vind ik van niet.
Kennelijk hebben ze in Emmen een uitzonderlijk mooi gebouw. Waarschijnlijk weet de gemiddelde Emmenaar het ook niet, maar voor ons was er een reden om de reis te maken. We kwamen uit bij het pand van een woningvereniging.
Ter plaatse was ik niet direct onder de indruk, maar zo gaat dat met schoonheid. Goede kunst moet ook een beetje omstreden zijn. Pas na een toelichting van de architect herkende ik de ideeën die ten grondslag hadden gelegen aan dit gebouw.
Verder zal ik er niet dieper op ingaan. Laten we zeggen dat ik van prijswinnende en vernieuwende architectuur niet zo’n hoge pet op heb. Wellicht sla ik de plank volledig mis, want verstand van zaken heb ik natuurlijk ook niet. Mijn omgeving twijfelt regelmatig openlijk aan mijn gevoel voor stijl en klasse...
Het gaat er om dat ik een duidelijk totaalshot van deze bijzondere loods moest maken. Een hoog standpunt leek mij het beste. Dat was echter niet voor handen. Beelden vanaf de grond had ik wel gemaakt, maar die vielen me allemaal een beetje tegen. Met een duidelijk ontevreden gevoel wandelde ik achter de regisseur en een meneer van de woningvereniging rond het pand.
Tot ik liet vallen dat een verhoging zeer welkom was. Een ladder of liever nog een hoogwerker. De gastheer maakte er geen woorden aan vuil. Hij greep het telefoontje in zijn borstzakje en sprak na een paar tellen de legendarische woorden: ‘Ben je in de buurt?’
Vijf minuten later reed een gigantische trailer het terrein op, met daarop twee schaarliften. Een mannetje in overall en met een klein shagje in de mondhoek kwam vragen waar ik het ding wilde hebben.
En daar hou ik van. Geen gezeur, maar regelen. Mensen die zonder lang overleg de problemen van een cameraman oplossen of zijn wensen vervullen. Liefst ook nog binnen een paar minuten.
Even later had ik het mooist denkbare totaalbeeld van het gebouw kunnen maken en gaf de man van de hoogwerker mij een ferme hand. Verder hoefde hij er niets voor. ‘Mooi zo.’ zei hij alleen.
Het gebeurt in de provincie. Daar stelt de komst van een cameraploeg nog iets voor. Mensen zorgen dat ze iets voor bij de koffie hebben en ze werken mee, omdat televisieopnamen bijzonder zijn. In de Randstad is die tijd definitief voorbij. Daar kan je als televisieploeg een klap voor je kop krijgen, maar geen hoogwerker.
Kennelijk hebben ze in Emmen een uitzonderlijk mooi gebouw. Waarschijnlijk weet de gemiddelde Emmenaar het ook niet, maar voor ons was er een reden om de reis te maken. We kwamen uit bij het pand van een woningvereniging.
Ter plaatse was ik niet direct onder de indruk, maar zo gaat dat met schoonheid. Goede kunst moet ook een beetje omstreden zijn. Pas na een toelichting van de architect herkende ik de ideeën die ten grondslag hadden gelegen aan dit gebouw.
Verder zal ik er niet dieper op ingaan. Laten we zeggen dat ik van prijswinnende en vernieuwende architectuur niet zo’n hoge pet op heb. Wellicht sla ik de plank volledig mis, want verstand van zaken heb ik natuurlijk ook niet. Mijn omgeving twijfelt regelmatig openlijk aan mijn gevoel voor stijl en klasse...
Het gaat er om dat ik een duidelijk totaalshot van deze bijzondere loods moest maken. Een hoog standpunt leek mij het beste. Dat was echter niet voor handen. Beelden vanaf de grond had ik wel gemaakt, maar die vielen me allemaal een beetje tegen. Met een duidelijk ontevreden gevoel wandelde ik achter de regisseur en een meneer van de woningvereniging rond het pand.
Tot ik liet vallen dat een verhoging zeer welkom was. Een ladder of liever nog een hoogwerker. De gastheer maakte er geen woorden aan vuil. Hij greep het telefoontje in zijn borstzakje en sprak na een paar tellen de legendarische woorden: ‘Ben je in de buurt?’
Vijf minuten later reed een gigantische trailer het terrein op, met daarop twee schaarliften. Een mannetje in overall en met een klein shagje in de mondhoek kwam vragen waar ik het ding wilde hebben.
En daar hou ik van. Geen gezeur, maar regelen. Mensen die zonder lang overleg de problemen van een cameraman oplossen of zijn wensen vervullen. Liefst ook nog binnen een paar minuten.
Even later had ik het mooist denkbare totaalbeeld van het gebouw kunnen maken en gaf de man van de hoogwerker mij een ferme hand. Verder hoefde hij er niets voor. ‘Mooi zo.’ zei hij alleen.
Het gebeurt in de provincie. Daar stelt de komst van een cameraploeg nog iets voor. Mensen zorgen dat ze iets voor bij de koffie hebben en ze werken mee, omdat televisieopnamen bijzonder zijn. In de Randstad is die tijd definitief voorbij. Daar kan je als televisieploeg een klap voor je kop krijgen, maar geen hoogwerker.
Jaja,.. welkom in de provincie Rein!
BeantwoordenVerwijderenFraai hé, in die provincie mag ik iedere dag werken. Kom eens een bakkie doen bij RTV Drenthe als je weer in de buurt bent. :-)
BeantwoordenVerwijderen