Den Haag. Ik mocht vandaag filmen in een ziekenhuis. Of eigenlijk kan ik beter schrijven dat ik in het ziekenhuis móést zijn voor een opname. Want in het ziekenhuis komt niemand voor zijn plezier. Ook de cameraman niet.
Filmen in een ziekenhuis is altijd gedoe. Het gesleep met spullen, parkeerterreinen die vol zijn. Of ver weg. Wachten op de lift. De droge aircolucht. Het is er altijd drie graden te warm en kamertjes van doktoren zijn zo piepklein dat je er je kont niet kunt keren. Om maar te zwijgen over groen Tl-licht en mensen die begrijpelijkerwijs liever niet in beeld willen.
Als je nog niet ziek bent, dan word je het er wel.
Bij binnenkomst zocht ik een karretje om een lading losse filmmaterialen naar de vierde verdieping te verplaatsen. Bij de leenrolstoelen kreeg ik een déjà vu. Die zaten namelijk vast met kettinkjes en sloten waar een muntje in moet. Net als winkelwagentjes.
Op 15 mei 2007 zag ik dat voor het eerst. Ik moest toen snel een rolstoel hebben, want buiten -naast de auto van de verloskundige- stond mijn vrouw op springen. Elk moment kon mijn zoon geboren worden. Ik was helemaal hyper-de-piep en had even niet gerekend op veiligheidsmaatregelen. In totale paniek had ik bijna een rolstoel uit de muur getrokken. Maar gelukkig zat er -stomtoevallig- een passend muntje in mijn broekzak.
Vandaag in Den Haag moest er een muntstuk van 2 euro in de rolstoelontsluiter. Kennelijk zijn ze daar meer waard dan in Utrecht.
Een half uur later stond ik nietsvermoedend met een loodschort voor mijn buik in een operatiekamer. Met mijn neus bovenop een dotteroperatie. Dat was voorafgaand aan de draaidag niet echt besproken. Het was min of meer ontstaan tijdens het filmen. Vlak nadat de specialist in een slagader had geprikt vroeg hij aan mij en aan de geluidsman of wij wel tegen bloed konden.
Het was niet voor het eerst dat me deze vraag gesteld werd op het moment dat ik eigenlijk al niet meer terug kon. Ik realiseerde me weer dat ik me beter kon concentreren op de zwart-wit beelden in mijn zoeker. Net als bij de bloederige oogoperatie die ik ooit filmde voor Het Klokhuis, waarna ik me voorgenomen had om nooit meer in een O.K. te filmen.
Daarna filmde ik toch weer operaties en ik was natuurlijk bij de bevalling van mijn zoon. Toen kon ik me niet verschuilen achter een camera. Het ging maar net goed. Want, zoals gezegd, ik heb het niet op ziekenhuizen...
Desondanks heb ik vandaag wéér een operatie overleefd. En voor zover ik weet de patiënt ook. Het was interessant om te zien hoe de arts zijn specialistische werk deed. Tussen de bedrijven door had hij tijd voor een grapje of tekst en uitleg, maar op sommige momenten kon je goed zien dat hij bezig was met een uiterst serieus stukje precisiewerk. Het overtuigde mij weer eens van het feit dat we veel respect moeten hebben voor mensen die in ziekenhuizen werken. Het zijn immers niet de meest inspirerende plekken op aarde. Maar het blijft super belangrijk dat al die lieve zusters, bevlogen artsen en specialisten daar hun werk doen. Vroeg of laat hebben we ze keihard nodig.
En weet dat je dan altijd een paar muntjes op zak moet hebben!
Filmen in een ziekenhuis is altijd gedoe. Het gesleep met spullen, parkeerterreinen die vol zijn. Of ver weg. Wachten op de lift. De droge aircolucht. Het is er altijd drie graden te warm en kamertjes van doktoren zijn zo piepklein dat je er je kont niet kunt keren. Om maar te zwijgen over groen Tl-licht en mensen die begrijpelijkerwijs liever niet in beeld willen.
Als je nog niet ziek bent, dan word je het er wel.
Bij binnenkomst zocht ik een karretje om een lading losse filmmaterialen naar de vierde verdieping te verplaatsen. Bij de leenrolstoelen kreeg ik een déjà vu. Die zaten namelijk vast met kettinkjes en sloten waar een muntje in moet. Net als winkelwagentjes.
Op 15 mei 2007 zag ik dat voor het eerst. Ik moest toen snel een rolstoel hebben, want buiten -naast de auto van de verloskundige- stond mijn vrouw op springen. Elk moment kon mijn zoon geboren worden. Ik was helemaal hyper-de-piep en had even niet gerekend op veiligheidsmaatregelen. In totale paniek had ik bijna een rolstoel uit de muur getrokken. Maar gelukkig zat er -stomtoevallig- een passend muntje in mijn broekzak.
Vandaag in Den Haag moest er een muntstuk van 2 euro in de rolstoelontsluiter. Kennelijk zijn ze daar meer waard dan in Utrecht.
Een half uur later stond ik nietsvermoedend met een loodschort voor mijn buik in een operatiekamer. Met mijn neus bovenop een dotteroperatie. Dat was voorafgaand aan de draaidag niet echt besproken. Het was min of meer ontstaan tijdens het filmen. Vlak nadat de specialist in een slagader had geprikt vroeg hij aan mij en aan de geluidsman of wij wel tegen bloed konden.
Het was niet voor het eerst dat me deze vraag gesteld werd op het moment dat ik eigenlijk al niet meer terug kon. Ik realiseerde me weer dat ik me beter kon concentreren op de zwart-wit beelden in mijn zoeker. Net als bij de bloederige oogoperatie die ik ooit filmde voor Het Klokhuis, waarna ik me voorgenomen had om nooit meer in een O.K. te filmen.
Daarna filmde ik toch weer operaties en ik was natuurlijk bij de bevalling van mijn zoon. Toen kon ik me niet verschuilen achter een camera. Het ging maar net goed. Want, zoals gezegd, ik heb het niet op ziekenhuizen...
Desondanks heb ik vandaag wéér een operatie overleefd. En voor zover ik weet de patiënt ook. Het was interessant om te zien hoe de arts zijn specialistische werk deed. Tussen de bedrijven door had hij tijd voor een grapje of tekst en uitleg, maar op sommige momenten kon je goed zien dat hij bezig was met een uiterst serieus stukje precisiewerk. Het overtuigde mij weer eens van het feit dat we veel respect moeten hebben voor mensen die in ziekenhuizen werken. Het zijn immers niet de meest inspirerende plekken op aarde. Maar het blijft super belangrijk dat al die lieve zusters, bevlogen artsen en specialisten daar hun werk doen. Vroeg of laat hebben we ze keihard nodig.
En weet dat je dan altijd een paar muntjes op zak moet hebben!
Ik weet wat je hebt doorgemaakt, ik heb ooit ook een dotteroperatie gefilmd en dat loodschort begon op den duur toch wel heeeeel zwaar te worden! Het was in de Medizinische Hochschule te Hannover. Vraag me niet hoe ik daar terecht kwam...
BeantwoordenVerwijderenAlles wat je probeert te doen in een ziekenhuisruimte dat er eigenlijk niet hoort, is een uitputtingsslag. Heb ooit geluid- en trillingsmetingen in een MRI ruimte moeten doen. De in stevig tempo doorstappende medici (alweer een nieuwe patiënt) met harde hakken onder de schoenen veroorzaakte meer trillingen op sommige momenten dan de MRI zelf. Toen de afdelingen rondom de MRI om 18:00 allemaal leeg waren, was het meetwerk in 2 uur gepiept. Waren we toch al vanaf 10:00 mee bezig geweest.
BeantwoordenVerwijderenC.