Hoogerheide. Het zijn twee shots van drie seconden. In de uitzending dankzij een tergend trage slow motion opgerekt tot maximaal tien tellen. That’s it!
De rest is bijzaak vandaag.
Het shot voor de eeuwigheid. De winnaar van het WK veldrijden die met de handen in de lucht over de streep rijdt. Live schakelen ze dan een ruim beeld met de reclameboog en finishstreep erbij, maar voor de herhaling willen ze een slomo met veel emotie. Liefst zo close mogelijk.
Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Zeker onder deze omstandigheden.
Ik kom in de laatste ronde aangehold vanaf een ander punt langs de route. Zwaar hijgend klik ik de camera op een klaarstaand statief en prik de kabel in. Positie 13c is dit. Omdat de weg krom loopt kan ik de rijders niet in de verte zien aankomen. Het is dat het publiek uitzinnig met de handen op de reclameborden slaat en ik via mijn knopje ‘extern’ de beelden van andere camera’s zie. Pas in de laatste meters kan ik richten en scherp stellen.
Ik heb een kleine camera en sta niet op een verhoging. Op moment suprème kan een fotograaf of official in het beeld stappen. Dan is alles voor niets geweest. Ik roep nog een keer naar de mensen die daar staan en zwaai met mijn armen, ten teken dat ze naar achteren moeten. Natuurlijk doen ze alsof ze mij niet begrijpen.
Ze zijn in de buurt. Camera 1 kan de dames al zien. Compton, Kupfernagel en Vos. De commentator in mijn oor heeft het over ‘sur place’. Volgens Jeroen Koster ligt alle druk op de schouders van Marianne Vos. Voor mij ligt dat nèt even anders.
Ik merk dat ik buitengewoon nerveus ben. Dit shot kan je niet over doen. En ik heb ook niet kunnen repeteren. Het moet in één keer goed. Als het in de toekomst gaat over deze wedstrijd of winnaar van vandaag, dan komt mijn beeld uit het archief. Tenzij ik het dadelijk helemaal verpest.
Ze gaan de bocht om. Het laatste rechte stuk. Nog een paar honderd meter. Vos trekt de sprint aan. Ik laat het ‘extern’ knopje los en kijk niet langer op mijn return naar de uitzending. Zodra ze dadelijk in beeld zijn moet ik handelen. Ook als het een close finish wordt. Zit Vos links of rechts van de weg? Kan ik haar onderscheiden van die andere twee? Opeens twijfel ik aan alles. Het hart bonkt in mijn keel.
Vos heeft aftand genomen van haar concurrentes. Ze rijdt met een fietslengte voor. Van mij uit gezien aan de linkerkant van de weg. Ongeveer tien meter voor de streep heb ik haar in beeld. Ze steekt haar armen in de lucht. Ik volg. Het gaat keihard.
Met name het scherpstellen is niet eenvoudig. Dat doen professionele televisiecamera’s niet automatisch. Omdat ze op me af komt moet ik blijven draaien. ‘Focus pullen’ noemen ze dat. Als ik meer diafragma had gehad en dus meer scherptediepte, was het iets eenvoudiger geweest. Nu is het bewolkt en moet ik oppassen dat ik niet te hard schroef, want dan gaat ze door de scherpte heen. Ook als ik te traag reageer is het beeld wazig. Dit luistert nauw. In slowmotion duurt alles langer, dus ook een fractie van onscherpte.
Ze schakelen me zelfs mee. Als Marianne over de streep is en bijna voorbij mijn positie schiet ben ik live. Het rode lampje in mijn zoeker brandt. Nu wordt het helemaal spannend. Omdat ze zo dichtbij langs komt kan ik onmogelijk volgen. Zeker niet in close-up. Ik doe mijn best. En toch ga ik héél even door de scherpte. Verdomme! Waarschijnlijk zien alleen collega’s dit en niemand zal zich er aan storen, maar ik baal. Nu moet ik het terugzien voor ik er een goed gevoel over kan hebben.
Ik ben alweer weggeschakeld en dat is maar goed ook. Snel trek ik de camera van statief om achter de winnaar aan te hollen. We moeten een eerste reactie hebben. Ondertussen wordt de herhaling uitgezonden. Drie seconden. Meer is het niet.
En vanmiddag bij de heren nieuwe ronde, nieuwe kansen.
De rest is bijzaak vandaag.
Het shot voor de eeuwigheid. De winnaar van het WK veldrijden die met de handen in de lucht over de streep rijdt. Live schakelen ze dan een ruim beeld met de reclameboog en finishstreep erbij, maar voor de herhaling willen ze een slomo met veel emotie. Liefst zo close mogelijk.
Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Zeker onder deze omstandigheden.
Ik kom in de laatste ronde aangehold vanaf een ander punt langs de route. Zwaar hijgend klik ik de camera op een klaarstaand statief en prik de kabel in. Positie 13c is dit. Omdat de weg krom loopt kan ik de rijders niet in de verte zien aankomen. Het is dat het publiek uitzinnig met de handen op de reclameborden slaat en ik via mijn knopje ‘extern’ de beelden van andere camera’s zie. Pas in de laatste meters kan ik richten en scherp stellen.
Ik heb een kleine camera en sta niet op een verhoging. Op moment suprème kan een fotograaf of official in het beeld stappen. Dan is alles voor niets geweest. Ik roep nog een keer naar de mensen die daar staan en zwaai met mijn armen, ten teken dat ze naar achteren moeten. Natuurlijk doen ze alsof ze mij niet begrijpen.
Ze zijn in de buurt. Camera 1 kan de dames al zien. Compton, Kupfernagel en Vos. De commentator in mijn oor heeft het over ‘sur place’. Volgens Jeroen Koster ligt alle druk op de schouders van Marianne Vos. Voor mij ligt dat nèt even anders.
Ik merk dat ik buitengewoon nerveus ben. Dit shot kan je niet over doen. En ik heb ook niet kunnen repeteren. Het moet in één keer goed. Als het in de toekomst gaat over deze wedstrijd of winnaar van vandaag, dan komt mijn beeld uit het archief. Tenzij ik het dadelijk helemaal verpest.
Ze gaan de bocht om. Het laatste rechte stuk. Nog een paar honderd meter. Vos trekt de sprint aan. Ik laat het ‘extern’ knopje los en kijk niet langer op mijn return naar de uitzending. Zodra ze dadelijk in beeld zijn moet ik handelen. Ook als het een close finish wordt. Zit Vos links of rechts van de weg? Kan ik haar onderscheiden van die andere twee? Opeens twijfel ik aan alles. Het hart bonkt in mijn keel.
Vos heeft aftand genomen van haar concurrentes. Ze rijdt met een fietslengte voor. Van mij uit gezien aan de linkerkant van de weg. Ongeveer tien meter voor de streep heb ik haar in beeld. Ze steekt haar armen in de lucht. Ik volg. Het gaat keihard.
Met name het scherpstellen is niet eenvoudig. Dat doen professionele televisiecamera’s niet automatisch. Omdat ze op me af komt moet ik blijven draaien. ‘Focus pullen’ noemen ze dat. Als ik meer diafragma had gehad en dus meer scherptediepte, was het iets eenvoudiger geweest. Nu is het bewolkt en moet ik oppassen dat ik niet te hard schroef, want dan gaat ze door de scherpte heen. Ook als ik te traag reageer is het beeld wazig. Dit luistert nauw. In slowmotion duurt alles langer, dus ook een fractie van onscherpte.
Ze schakelen me zelfs mee. Als Marianne over de streep is en bijna voorbij mijn positie schiet ben ik live. Het rode lampje in mijn zoeker brandt. Nu wordt het helemaal spannend. Omdat ze zo dichtbij langs komt kan ik onmogelijk volgen. Zeker niet in close-up. Ik doe mijn best. En toch ga ik héél even door de scherpte. Verdomme! Waarschijnlijk zien alleen collega’s dit en niemand zal zich er aan storen, maar ik baal. Nu moet ik het terugzien voor ik er een goed gevoel over kan hebben.
Ik ben alweer weggeschakeld en dat is maar goed ook. Snel trek ik de camera van statief om achter de winnaar aan te hollen. We moeten een eerste reactie hebben. Ondertussen wordt de herhaling uitgezonden. Drie seconden. Meer is het niet.
En vanmiddag bij de heren nieuwe ronde, nieuwe kansen.
Ik heb laatst bij AZ een 88X Fujinon lens met autofocus mogen testen! Is fantastisch! Het Walhalla! Werkt perfect! :-) (...maar duurrrr...)
BeantwoordenVerwijderenhehe mooi shotje hoor. mooi stukkie ook! Wat je ook zeker even moet bekijken zijn de columns van die oude Jan Blokker, die kerel kan ook zo mooi schrijven. Als Volkskrant lezer zie je die nog wel eens over het hoofd. De moeite waard om af en toe even te checken. gr.wouter
BeantwoordenVerwijderenhttp://www.nrcnext.nl/opinie/columnjanblokker/