Stadskanaal. Het is een hele reis; van Utrecht naar Stadskanaal. Zelfs op zaterdagmiddag. Zeker als ze bij Staphorst aan de weg werken en er maar liefst 10 kilometer file staat. Niet eerder is in die omgeving zo hartgrondig gevloekt. Uiteindelijk ben ik bijna een uur te laat op locatie. Dat is niet alleen slordig, ook onhandig en slecht voor het hart.
Gelukkig is de klant flexibel en blijkt dat we zelfs tijd hebben voor een kop koffie. Mijn stress zakt met de slok. Bij de regiebespreking krijgen ook de laatkomers gewoon een gevulde koek.
Vanavond registreren we de theatervoorstelling van Erwin de Vries. Je moet uit Groningen komen om te weten dat dit een mix is van mooie luisterliedjes en (voor mij) onverstaanbaar cabaret. Op het podium staat een hele band en dat had ik niet verwacht. Het is een aangename verrassing.
Met vijf camera’s, een rustige regisseur die weet wat hij wil en een vrolijke ploeg met geldingsdrang moeten we een heel eind komen. Ook zonder uitgebreide repetitie. We hebben wel tijd voor het zogenaamde ‘plaatjes kijken’. Dat is per camera bekijken wat hij (of zij) kan maken. Een paar nummers kunnen we doorlopen. Oefenen. En we moeten vooraf iets opnemen, waarmee in de montage het programma voor RTV Noord compleet gemaakt zal worden.
Diner. Vlees, vis of vegetarisch. Deze ploeg is van vlees.
Fijntjes word ik er op gewezen dat ik geen zwarte broek aan heb. Dat zijn weer tien minpunten. Nog even en ik raak mijn belangrijkste opdrachtgever kwijt.
Ik probeer me eruit te lullen met de smoes dat er niets over zwarte kleding op het callsheet stond. Ik dacht dat ik in de zaal zou staan. Onzin natuurlijk, want het is niet voor het eerst dat mijn positie op het podium is. Daar moet een cameraman zo onzichtbaar mogelijk zijn. Dus is zwart de kleur van de cameramannenmode. Dat is niks nieuws.
Uiteindelijk is het onvermijdelijk dat de handheld cameraman op het podium een keer in het beeld van een collega staat of stapt. Hoe zeer je ook je best doet. De hele tijd kijk je op ‘return’ naar het geschakelde beeld en luister je niet alleen naar je eigen cues. Toch moet of wil je af en toe op een bepaalde positie staan om een mooi shot te maken. Als het gebeurt dat je jezelf in beeld ziet (daarvoor is die return) kan je soms beter stil blijven staan dan wegduiken.
Wat mij dan telkens opvalt is die kale schedel van mezelf. Ik draai veel vanuit de heup en sta dan voorover gebogen om in mijn zoeker te kijken. In de andere shots zie je de bovenkant van mijn glimmende hoofd. Ofwel volle maan.
Mijn vriend de schakeltechnicus is zo vriendelijk om telkens te beginnen over de blauwe jeans wanneer ik in beeld ben. Het helpt, want na een tijdje kan ik wel door het podium zakken. Dit gebeurt mij niet nog eens.
Na de pauze valt een druppel op mijn kop. Ik kijk naar boven en zie dat een rookmachine lekt. Olie spettert op de houten vloer. Precies op het punt, tussen de coulissen, waar ik telkens heen en weer hol. Het is er nu spekglad. Als ik nu niet uitkijk glijd ik met veel kabaal tot midden op het podium en ziet iedereen in de zaal dat ik een blauwe spijkerbroek draag.
Een rubber matje biedt uitkomst.
In het heetst van de strijd begeeft de camerakabel het nog. Het mag de pret niet drukken. Binnen een minuut staat de steun en toeverlaat van alle cameramensen in de zaal naast me met een andere triax.
Razendsnel ruimen we na afloop alles op. Toch is het diep in de nacht als ik met een gelukzalig gevoel terug rijd richting Utrecht. Ik bedenk me dat ik misschien toch maar eens een digitaal tv pakket moet nemen, om ook de regionale opdrachten terug te kunnen zien.
Gelukkig is de klant flexibel en blijkt dat we zelfs tijd hebben voor een kop koffie. Mijn stress zakt met de slok. Bij de regiebespreking krijgen ook de laatkomers gewoon een gevulde koek.
Vanavond registreren we de theatervoorstelling van Erwin de Vries. Je moet uit Groningen komen om te weten dat dit een mix is van mooie luisterliedjes en (voor mij) onverstaanbaar cabaret. Op het podium staat een hele band en dat had ik niet verwacht. Het is een aangename verrassing.
Met vijf camera’s, een rustige regisseur die weet wat hij wil en een vrolijke ploeg met geldingsdrang moeten we een heel eind komen. Ook zonder uitgebreide repetitie. We hebben wel tijd voor het zogenaamde ‘plaatjes kijken’. Dat is per camera bekijken wat hij (of zij) kan maken. Een paar nummers kunnen we doorlopen. Oefenen. En we moeten vooraf iets opnemen, waarmee in de montage het programma voor RTV Noord compleet gemaakt zal worden.
Diner. Vlees, vis of vegetarisch. Deze ploeg is van vlees.
Fijntjes word ik er op gewezen dat ik geen zwarte broek aan heb. Dat zijn weer tien minpunten. Nog even en ik raak mijn belangrijkste opdrachtgever kwijt.
Ik probeer me eruit te lullen met de smoes dat er niets over zwarte kleding op het callsheet stond. Ik dacht dat ik in de zaal zou staan. Onzin natuurlijk, want het is niet voor het eerst dat mijn positie op het podium is. Daar moet een cameraman zo onzichtbaar mogelijk zijn. Dus is zwart de kleur van de cameramannenmode. Dat is niks nieuws.
Uiteindelijk is het onvermijdelijk dat de handheld cameraman op het podium een keer in het beeld van een collega staat of stapt. Hoe zeer je ook je best doet. De hele tijd kijk je op ‘return’ naar het geschakelde beeld en luister je niet alleen naar je eigen cues. Toch moet of wil je af en toe op een bepaalde positie staan om een mooi shot te maken. Als het gebeurt dat je jezelf in beeld ziet (daarvoor is die return) kan je soms beter stil blijven staan dan wegduiken.
Wat mij dan telkens opvalt is die kale schedel van mezelf. Ik draai veel vanuit de heup en sta dan voorover gebogen om in mijn zoeker te kijken. In de andere shots zie je de bovenkant van mijn glimmende hoofd. Ofwel volle maan.
Mijn vriend de schakeltechnicus is zo vriendelijk om telkens te beginnen over de blauwe jeans wanneer ik in beeld ben. Het helpt, want na een tijdje kan ik wel door het podium zakken. Dit gebeurt mij niet nog eens.
Na de pauze valt een druppel op mijn kop. Ik kijk naar boven en zie dat een rookmachine lekt. Olie spettert op de houten vloer. Precies op het punt, tussen de coulissen, waar ik telkens heen en weer hol. Het is er nu spekglad. Als ik nu niet uitkijk glijd ik met veel kabaal tot midden op het podium en ziet iedereen in de zaal dat ik een blauwe spijkerbroek draag.
Een rubber matje biedt uitkomst.
In het heetst van de strijd begeeft de camerakabel het nog. Het mag de pret niet drukken. Binnen een minuut staat de steun en toeverlaat van alle cameramensen in de zaal naast me met een andere triax.
Razendsnel ruimen we na afloop alles op. Toch is het diep in de nacht als ik met een gelukzalig gevoel terug rijd richting Utrecht. Ik bedenk me dat ik misschien toch maar eens een digitaal tv pakket moet nemen, om ook de regionale opdrachten terug te kunnen zien.
...of je blijft gezellig bij Huize Hoek slapen, dat kan in dit geval natuurlijk ook. Lig je in ieder geval een paar uur eerder in bed. ;-)
BeantwoordenVerwijderenZwart petje! Had ik ook vaak op. Heeft als bijkomend voordeel dat als je heftig zweet, er geen zweet in je ogen drupt. Dat trekt namelijk in de klep van het petje... (wel vaak wassen)
BeantwoordenVerwijderen