zaterdag 28 november 2009

de situatie

Eindhoven. De omstandigheden waren verre van ideaal. We draaiden in een lawaaierige evenementenhal. Een speaker ratelde onzinnen. Het klonk als een kruising tussen Hans IJsvogel, Gaston Starreveld en Jeroen van Inkel. Of iets wat daar graag op wilde lijken. Hij ging de strijd aan met een doffe housedreun. De bassen weerkaatsten behoorlijk in de holle ruimte. Het licht bestond uit schijnwerpers met een ondefinieerbare kleurtemperatuur. Dat waren nogal wat lampen die elk hun eigen schaduw veroorzaakten. Al het licht kwam recht van boven en was wisselend in sterkte. Hier fel en daar zo weinig dat het worstelen was met de scherptediepte. Een verschil van een paar hele stops op de diafragmaring.
Wij moesten veel doen in korte tijd. Het script van onze reportage bestond uit allemaal korte scènes die we moesten opnemen terwijl om ons heen een evenement plaats vond. Het programma zou niet lang meer duren. 
Gezichten werden spookachtig door het vreemde licht. Ik had last van onvermijdelijke hengelschaduwen die van alle kanten kwamen. Ook mijn eigen schaduw was sneller dan ikzelf. De zeer geroutineerde geluidsman moest heel close hengelen om nog enigszins verstaanbaar geluid op te pikken, wat mij weer beperkte in mijn bewegingsvrijheid.
We hadden geen keuze. Een typisch gevalletje van ‘hier en nu’, maar frustrerend was het zeker. Temeer, omdat we uitgerekend voor een programma op pad waren waarvoor wij graag meer dan 200% geven. Het liefst had ik iets moois gemaakt, maar dat zat er nu even niet in.
De zeer ervaren regisseur wist dat dit een vrij kansloze missie was. Hij had het ook graag anders gehad. Vandaar dat hij een beetje moe werd van ons gejammer. 
Mopperen hielp niet, dat wist ik ook wel. Het was meer een vorm van indekken. Overbodig, maar dit is de tweede natuur van menig cameraploeg. Ondanks jarenlange ervaring heb ik er nog steeds last van. Bij zulk soort onmogelijke situaties kan ik me niet zomaar neerleggen. Ik geef alles wat ik heb, maar als het niet lukt -en vooral als ik juist heel graag wil- kan ik behoorlijk driftig worden, wat natuurlijk totaal niet constructief is. Achteraf telkens weer een logische conclusie...
Een cameralamp deed niet wat ik er van verwachtte en had bovendien een totaal verschillende kleurtemperatuur. Veel warmer dan het vieze licht aan het plafond. De handmicrofoon (niet mooi, maar soms onvermijdelijk) lag in de auto. Evenals mijn groothoeklens, lichtfiltertjes en andere hulpmiddelen. Ik zou er graag even heen lopen -liefst om gelijk in te stappen en weg te rijden- maar de tijd tikte verder. Bovendien zou het niet veel meer uitmaken, schatte ik zo in. Je kan de draaistijl niet zomaar halverwege aanpassen. Dat is ook gek.
Alles gaat voorbij. Gelukkig maar. Aan het eind van de middag waren we allemaal doodop. Onder druk presteren, in dit soort omstandigheden en met een onbevredigend resultaat is altijd vermoeiender dan prijsschieten bij een ondergaand zonnetje. De regisseur gaf me een ferme schouderklop. Hij beloofde het materiaal met zorg te monteren. Eerlijk gezegd denk ik dat hij er nog mee weg komt ook.
Ik kon niet meer doen dan excuses aanbieden voor al mijn gepruttel en gemopper. Volgende keer beter!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.