Utrecht. De kleine man trekt zich terug in een stil hoekje achter de bank. Papa en mama, die koffie drinken, weten al hoe laat het is. Nog even en een van ons staat weer te vegen met de Zwitsal billendoekjes. Art kijkt moeilijk en dat is een prachtig gezicht.
Soms doet hij mij na, want hij wil vaak mee naar het toilet. In de hoop dat ik daarmee stimuleer dat meneer eerder zindelijk is geef ik mijn privacy op. Maar het is wel heel confronterend als zo’n ventje van twee en een half vreselijk moet lachen om mijn eigen persgezicht en dat ook nog gaat imiteren. Of wanneer hij plezier heeft om knetterende scheetgeluiden. Het blijft een tikkel gênant, maar ik kan hem niet meer weigeren. Hij moet en zal na afloop op het knopje drukken.
Nu genieten wij van zijn poepie. Dat doen we stiekem, want mijn zoon trekt zich wel terug. Hij heeft niet in de gaten dat papa en mama moeten gniffelen om zijn zacht gekreun.
En dan is het zo ver. Met een knetterend geluid stroomt de Pamper vol. Dit is niet zomaar een keutel, meer een dijkdoorbraak. De Pamper zit op slag vol. Als we niet snel ingrijpen wordt het een overstroming. Dat komt omdat meneer tegenwoordig dol is op pekerkoek. Elke ochtend wil hij een plakje pekerkoek en als de pekerkoek bijna op is moet papa nieuwe kopen. Daar denkt hij zelf aan als we boodschappen doen. Maar in combinatie met rozijntjes en gedroogde abrikoosjes weet die peperkoek heel wat te bewerkstelligen in de darmpjes van zo’n ventje.
Wij benoemen de poep. Je hebt geitenkeutels, vette poep, plakpoep, smurrie en de harde bolus. Art wil bij het verschonen ook altijd zien wat hij geproduceerd heeft. Of het pedagogisch verantwoord is weet ik niet, maar ik laat hem meestal even kijken voor ik de luier weg doe.
Waarom vertel ik dit allemaal?
Nou, omdat gebleken is dat poepverhalen het hier kennelijk goed doen, maar vooral omdat Art een nieuw woord heeft geïntroduceerd dat bij ons nog lang een begrip zal zijn: Krakpoep!
De dunne poep die met een behoorlijke knetter kwam noemt Art ‘krakpoep’. Hij is er zelf van geschrokken. Ik vind het een prachtige term. Veel beter dan het vieze ‘diaree’.
Hij blijft een beetje bedremmeld in zijn hoekje staan. Alsof hij zich realiseert dat alles gaat lopen als hij een stap zet. ‘Krakpoep’ zegt hij nog maar eens en hij kijkt er diep ongelukkig bij. Op de vraag wie nu zijn luiertje moet verschonen is het antwoord simpel.
Mama lacht.
Pas als papa opstaat kan Art weer enigszins opgelucht kijken. Ik til hem op en samen gaan we voorzichtig naar boven.
Soms doet hij mij na, want hij wil vaak mee naar het toilet. In de hoop dat ik daarmee stimuleer dat meneer eerder zindelijk is geef ik mijn privacy op. Maar het is wel heel confronterend als zo’n ventje van twee en een half vreselijk moet lachen om mijn eigen persgezicht en dat ook nog gaat imiteren. Of wanneer hij plezier heeft om knetterende scheetgeluiden. Het blijft een tikkel gênant, maar ik kan hem niet meer weigeren. Hij moet en zal na afloop op het knopje drukken.
Nu genieten wij van zijn poepie. Dat doen we stiekem, want mijn zoon trekt zich wel terug. Hij heeft niet in de gaten dat papa en mama moeten gniffelen om zijn zacht gekreun.
En dan is het zo ver. Met een knetterend geluid stroomt de Pamper vol. Dit is niet zomaar een keutel, meer een dijkdoorbraak. De Pamper zit op slag vol. Als we niet snel ingrijpen wordt het een overstroming. Dat komt omdat meneer tegenwoordig dol is op pekerkoek. Elke ochtend wil hij een plakje pekerkoek en als de pekerkoek bijna op is moet papa nieuwe kopen. Daar denkt hij zelf aan als we boodschappen doen. Maar in combinatie met rozijntjes en gedroogde abrikoosjes weet die peperkoek heel wat te bewerkstelligen in de darmpjes van zo’n ventje.
Wij benoemen de poep. Je hebt geitenkeutels, vette poep, plakpoep, smurrie en de harde bolus. Art wil bij het verschonen ook altijd zien wat hij geproduceerd heeft. Of het pedagogisch verantwoord is weet ik niet, maar ik laat hem meestal even kijken voor ik de luier weg doe.
Waarom vertel ik dit allemaal?
Nou, omdat gebleken is dat poepverhalen het hier kennelijk goed doen, maar vooral omdat Art een nieuw woord heeft geïntroduceerd dat bij ons nog lang een begrip zal zijn: Krakpoep!
De dunne poep die met een behoorlijke knetter kwam noemt Art ‘krakpoep’. Hij is er zelf van geschrokken. Ik vind het een prachtige term. Veel beter dan het vieze ‘diaree’.
Hij blijft een beetje bedremmeld in zijn hoekje staan. Alsof hij zich realiseert dat alles gaat lopen als hij een stap zet. ‘Krakpoep’ zegt hij nog maar eens en hij kijkt er diep ongelukkig bij. Op de vraag wie nu zijn luiertje moet verschonen is het antwoord simpel.
Mama lacht.
Pas als papa opstaat kan Art weer enigszins opgelucht kijken. Ik til hem op en samen gaan we voorzichtig naar boven.
Deze tekst is weer een krent in de pap.Net zo als de foto
BeantwoordenVerwijderen