Antwerpen. Trouwe lezers zullen inmiddels denken dat ik een beetje een schlemielleke ben, maar het valt volgens mij wel mee. Alleen is en blijft het gemakkelijker om mijn eigen onhandigheden te overdrijven dan over die van anderen te schrijven. Voor je het weet is iemand diep gekwetst. Dus gaat het ook vandaag weer over een uiterst oenige actie van mijn hand. Hoewel het an sich nog vrij knap is om de autosleutels van zo’n blitse camerawagen in een rioolput te laten verdwijnen...
We waren in Antwerpen. Exact 146,2 kilometer bij de reservesleutels vandaan.
De accu van de camera was bijna leeg en ik wilde snel een nieuwe pakken. De geluidsman had de camera in zijn hand. Hij had zijn handen vol dus moest ik even bukken om de lege batterij van de body te halen. Dat was in de buurt van een putdeksel.
Wat er precies gebeurde kan ik niet meer reconstrueren. De sleutel gleed uit mijn hand. Waarschijnlijk omdat ik meer vast had. Hij viel op de grond, vlak naast de voet van mijn collega. En toen stuiterde hij tussen de gietijzeren spijlen. Carambole! Het enige wat we nog hoorden was een zachte plons. Meer een ploep.
Het was alsof de hele gebeurtenis in slow motion had plaats gevonden en niemand had ingegrepen. Maar feitelijk was het in een split second bekeken. Voor mijn collega zijn voet kon optillen, om bijvoorbeeld een schop te geven, was het al te laat.
Heel even keken we elkaar verbaasd aan. Dit kon niet waar zijn. De moed zakte mij direct in de schoenen. Wat nu weer?
Er restte niets anders dan de jas uittrekken en mijn mouwen opstropen. Natuurlijk waren mijn collega’s niet van plan om te helpen. Zij konden alleen grappen maken over hoe diep ik in de put zat. Dat ik aan alles schijt had en dat het mij geen reet uitmaakte. Opeens had ik meer met riooljournalistiek dan me lief was. Als mijn camerawerk in het slop zou raken kon ik altijd nog putjesschepper worden. En ik moest natuurlijk niet zeiken.
Daar zat ik. Op de knietjes. De putdeksel opengetrokken. Een arm langzaam laten zakken in het ijskoude poepwater. Hoe diep moest ik gaan? Wat kon ik tegenkomen en zou de sleutel nog voor het grijpen liggen.
Ik had weer eens geluk. Het water op de bodem van de put was nog geen tien centimeter diep. Die sleutel met ingebouwde afstandbediening had ik zo te pakken en hij deed het ook nog. We konden met een gerust hart en een goed verhaal op zak weer verder.
En of ik nog iets geks gedaan heb vandaag?
Ja, ik ben aan twee Vlaamse badmeesters gaan vragen of zij er voor konden zorgen dat de muziek op het damestoilet even uit zou gaan...
Het leven van een cameraman is nooit saai!
We waren in Antwerpen. Exact 146,2 kilometer bij de reservesleutels vandaan.
De accu van de camera was bijna leeg en ik wilde snel een nieuwe pakken. De geluidsman had de camera in zijn hand. Hij had zijn handen vol dus moest ik even bukken om de lege batterij van de body te halen. Dat was in de buurt van een putdeksel.
Wat er precies gebeurde kan ik niet meer reconstrueren. De sleutel gleed uit mijn hand. Waarschijnlijk omdat ik meer vast had. Hij viel op de grond, vlak naast de voet van mijn collega. En toen stuiterde hij tussen de gietijzeren spijlen. Carambole! Het enige wat we nog hoorden was een zachte plons. Meer een ploep.
Het was alsof de hele gebeurtenis in slow motion had plaats gevonden en niemand had ingegrepen. Maar feitelijk was het in een split second bekeken. Voor mijn collega zijn voet kon optillen, om bijvoorbeeld een schop te geven, was het al te laat.
Heel even keken we elkaar verbaasd aan. Dit kon niet waar zijn. De moed zakte mij direct in de schoenen. Wat nu weer?
Er restte niets anders dan de jas uittrekken en mijn mouwen opstropen. Natuurlijk waren mijn collega’s niet van plan om te helpen. Zij konden alleen grappen maken over hoe diep ik in de put zat. Dat ik aan alles schijt had en dat het mij geen reet uitmaakte. Opeens had ik meer met riooljournalistiek dan me lief was. Als mijn camerawerk in het slop zou raken kon ik altijd nog putjesschepper worden. En ik moest natuurlijk niet zeiken.
Daar zat ik. Op de knietjes. De putdeksel opengetrokken. Een arm langzaam laten zakken in het ijskoude poepwater. Hoe diep moest ik gaan? Wat kon ik tegenkomen en zou de sleutel nog voor het grijpen liggen.
Ik had weer eens geluk. Het water op de bodem van de put was nog geen tien centimeter diep. Die sleutel met ingebouwde afstandbediening had ik zo te pakken en hij deed het ook nog. We konden met een gerust hart en een goed verhaal op zak weer verder.
En of ik nog iets geks gedaan heb vandaag?
Ja, ik ben aan twee Vlaamse badmeesters gaan vragen of zij er voor konden zorgen dat de muziek op het damestoilet even uit zou gaan...
Het leven van een cameraman is nooit saai!
hier een reactie van een lotgenoot, al was mijn iPhone het slachtoffer. En die heeft het jammergenoeg niet overleefd.
BeantwoordenVerwijderen(op http://bit.ly/13woqh het verslag)
heb ooit zelf in de put gezeten bij het ganzenborden.
BeantwoordenVerwijderenook geen pretje.
Ik vind het eigenlijk ook nog wel super knap van je om je sleutel, per ongeluk, precies in zo'n heel klein schijt putje te mikken.
BeantwoordenVerwijderenOok dat moet je kunnen. Ieder heeft zo zijn kwaliteiten.
Als dit je eerste keer is.....In mijn professionele carrière als geluidmetert ben ik inmiddels autosleutels, een zakmes, 3 pennen en een memorystick in een put, gat, rooster oid verloren. Tip: bewaar geen dingen zwaarder dan een papiertje in je borstzakje. Newton doet zijn werk zodra je voorover buigt en Murphy zorgt er voor dat het ergens valt waar je niet 1-2-3 bij kunt (of helemaal niet bij kunt zoals de shredder van een metaalverwerker (dag zakmes)).
BeantwoordenVerwijderen