Hilversum. De regiewagen staat weliswaar een eind verderop, toch kan ik de regisseur, die daar droog en verwarmd op een kauwgom zit te knauwen, prima verstaan. De rode kabel die we getrokken hebben is er niet alleen om het signaal van de camera naar de wagen te sturen, maar ook voor een stukje communicatie. Dicht voor de neus van de regisseur staat een microfoontje en ik heb een koptelefoon op, van het type waardoor je niets anders hoort dan geluiden die uit het intercomsysteem komen. Achterop de camera kan ik het volume regelen en ook de geluidstechnicus in de wagen heeft gecontroleerd of die signalen luid en duidelijk zijn.
De enige met weinig vertrouwen in deze moderne techniek is de bevlogen regisseur. Ons creatieve brein brult zijn aanwijzingen met een volume alsof hij de afstand tot hier moet overbruggen en hoogst persoonlijk boven het geluid van de band op het podium uit moet komen.
Het klinkt door de peperdure Clarck headset als getoeter in mijn oren. Ik word nerveus van dat opgefokte geschreeuw en dat is niet de bedoeling. In alle drukte van deze gecompliceerde opname zou juist iedereen rustig, beheerst en geconcentreerd moeten blijven. Ons werk is al moeilijk genoeg.
Ik heb mijn handen vol aan een scherptediepte van vijf millimeter. Bovendien moet ik doodstil staan op het wiebelende platform waarop mijn camera staat. Ademen is eigenlijk al teveel gevraagd. Als ik maximaal ingezoomd ben is mijn hartslag al een trilling die je in beeld kan zien. Meer irriterende factoren kan ik er nu even niet bij hebben.
Inmiddels zit de regisseur te schelden op de zanger die iets doet wat niet was afgesproken. In plaats van anticiperen gaat meneer gillen; alsof die zanger op het podium hem kan horen. Ondertussen missen we twee beeldwissels en staat mijn collega met de handcamera alweer te lang in een onmogelijke houding. Als een geforceerde wokkel probeert hij een shot stil te houden dat al lang weggeschakeld had moeten zijn. Maar pas als de camerabeweging al vijf seconden klaar is en de cameraman net overweegt om toch maar even door te zwaaien, gaat de regisseur nadenken over het volgende shot.
'Drie!!! Drie!!! Drie!!! DRIE VAST!!!!!! En EEN!
De eerste kraak in zijn stem is inmiddels te horen. Ik weet zeker dat mijn cameracollega's vurig hopen dat hij dadelijk niks meer kan zeggen. Een regisseur die zijn stem kwijt is, dat is het beste wat ons nu kan overkomen. Zo nu en dan kijken we even veelbetekenend naar elkaar.
Het is een ongeschreven wet dat cameramensen tijdens een opname of uitzending geen gebruik maken van de mogelijkheid om terug te spreken -tenzij strikt noodzakelijk- om chaos over de lijnen te voorkomen. Dus denkt onze leider wellicht dat hij lekker bezig is, terwijl er stoom uit de oren van de cameramensen komt. Dat zie je niet door die headsets, maar toch.
Ik bereik een kookpunt en besluit (tijdens de instart van een filmpje) om er iets van te zeggen: 'Je hoeft niet te schreeuwen, wij kunnen je prima verstaan.' Het is mijn bedoeling om deze zin zo neutraal mogelijk uit te spreken, maar door de ergernis zit er toch een cynisch ondertoontje bij. De regisseur heeft het gelukkig niet verstaan, omdat hij zelf aan het schreeuwen was. Dus mag ik mijn opmerking nog eens herhalen en nu lukt het wel om zakelijk te blijven.
Een tijdje geleden heb ik zo een regisseur gewezen op het feit dat hij bij elke beeldwissel in zijn vingers knipte, vlak naast het microfoontje van de intercom. Die knippende vingers in mijn hoofd waren na een tijdje het enige waar ik nog mee bezig was. Gelukkig snapte deze man het gelijk en later bedankte hij mij voor het wijzen op deze irritante tik. Een andere regisseur begon tijdens een klus met een liedje mee te fluiten. Vol in mijn oor. Die vond zichzelf zo lollig dat ik overwogen heb om mijn headset af te zetten, maar dat durfde ik uiteindelijk toch niet.
Het regietalent van vandaag schrikt er even van, verontschuldigd zich en noemt zijn gedrag ‘enthousiasme’. Vervolgens gilt hij vrolijk verder.
Ik begrijp dat het moeilijk is om je te verplaatsen in de hoofden van de mensen aan de andere kant van de lijn, maar dat is volgens mij wel wat een regisseur moet kunnen. In dit geval overschreeuwt hij zijn onvermogen om de boel in de hand te houden en dat komt op mij vrij amateuristisch over. Wat dat betreft zou hij eens het programma terug moeten kijken met daarbij het geluid van de intercom; de zogenaamde que line. Ik vrees dat het voor hem (en veel van zijn collega’s) confronterend, maar vooral heel leerzaam zou zijn.
Dit verhaal is een beetje opgeblazen en het zijn eigenlijk verschillende regisseurs, waarvan ik er voor de leesbaarheid eentje heb gemaakt. Niemand hoeft zich persoonlijk aangesproken te voelen. Wie wel denkt dat dit verhaal over hemzelf gaat, die zou mijn tip eens ter harte kunnen nemen en eens een eigen que line terug moeten luisteren...Voor de duidelijkheid: Onderstaande foto hoort eigenlijk niet bij dit verhaal. Wie deze regisseur herkent weet dat dit juist iemand is waarmee het erg prettig werken is!
zuchtende, grappen verkopende, in mijn oor kauwgom kauwende, schreeuwende zichzelf regisseur noemende figuren, ze zijn blijkbaar niet uit te roeien. bedankt voor de permanente piep in mijn linker oor heren.
BeantwoordenVerwijderenIk kan er zomaar een naam bij bedenken. Wel meerdere ook ;-)
BeantwoordenVerwijderenGrappig: ik heb nog nooit met je mogen werken maar voel me toch aangesproken. En dat zal iedereen die wel eens regisseert in meer of mindere mate hebben. Ik heb de icom wel eens laten meetapen en ja hoor: ook hier teveel flauwe grappen, op tafel tikken, meezingen, artiesten afkafferen en ga zo maar door. Gelukkig zijn mijn crews vaak niet zo beleefd als jij en geven ze meestal op tijd aan wanneer het echt vervelend dreigt te worden. En voor de beleefde cameramensen: Sorry!
BeantwoordenVerwijderenRegisseur: 2 vast, we gaan naar 1, nee 2 naar de andere gast, 4 ander shot, cut 3.
BeantwoordenVerwijderenRegie-assistente: Ja, dat was inderdaad kut....