Bij L1 organiseren ze eens in de zes weken een terugkijkavond voor cameramensen. Elke cameraman toont een reportage of programma waarvoor hij of zij gedraaid heeft en daar wordt dan gezamenlijk naar gekeken. Waar nodig wordt het filmpje stilgezet om de goede en minder goede momenten met elkaar te bespreken. Het doel is ‘een stukje’ kwaliteitsverbetering; van elkaar leren door kennis en inzichten te delen.
Ik ben daar nu een paar keer bij aanwezig geweest en moet zeggen dat het een waar genoegen is om op zo’n manier met collega's over het vak te praten. Hoewel ze mij uitnodigen om als objectief buitenstaander de avond een beetje te in goede banen te leiden, vind ik het zelf ook nog steeds heel leerzaam. Het is interessant om kritisch naar shots te kijken, om te horen hoe ze tot stand zijn gekomen en om te zoeken naar mogelijke verbeterpunten.
Daarbij moet ik aantekenen dat ik altijd precies weet hoe het moet, zolang we naar een scherm kijken. In de praktijk stink ik er op locatie, met al mijn kennis en ervaring, ook nog regelmatig in. Tijdens zo’n avond realiseer ik me dat ik ook wel eens slordig kan zijn, niet consequent genoeg ben of iets laat gebeuren waar ik eigenlijk met mijn volle gewicht voor zou moeten gaan liggen.
Je kan eindeloos over camerawerk kletsen, er zijn talloze wegen die naar Rome leiden en je bent nooit uitgeleerd. Bovendien moeten tijdens het filmen veel beslissingen in een splitsecond genomen worden en dan ga je wel eens nat. Ervaring helpt, maar is geen garantie voor succes. In mijn begintijd ging ik overal blind in en dat leidde soms ook tot verrassende resultaten. Nu denk ik soms te hard na of weet ik al dat iets niet werkt en ga ik het experiment niet meer altijd aan. Dat is ook wel eens jammer.
Het is dus goed om scherp gehouden te worden door collega’s. Zo zie je wat een ander durft, probeert of kan. Dat mijn methode en maniertjes niet altijd heilig zijn. Er bestaan geen echte wetten, wel regeltjes die je moet kunnen toepassen voor je er van af kan wijken.
Na zo’n avond stap ik geïnspireerd in mijn autootje en neem ik me voor om de komende tijd weer extra goed op te letten, eerst na te denken en dan pas de opname te starten, om extra gedisciplineerd, zorgvuldig en strak te werk te gaan. Zo maak ik plannen om alleen nog maar filmpjes te draaien die totaal ongeschikt zijn voor een volgende terugkijkavond, omdat er niets meer op aan te merken is.
Maar dat kan helemaal niet. Het perfecte filmpje bestaat niet en bovendien ben je altijd afhankelijk van tientallen externe factoren die het camerawerk beïnvloeden. Denk aan tijdsdruk, het weer, het licht, de locatie, de kwaliteiten van regisseur en editor, het geluid, het te filmen onderwerp of de kwaliteit van de apparatuur waarmee je aan de slag moet. Er is altijd wel iets. En dat is het mooie aan dit vak. Elke nieuwe draaidag heeft zo zijn uitdagingen. Hoe suf een opdracht soms ook lijkt, je moet het telkens maar weer even doen.
Vandaar dat ze zeggen: ‘Een cameraman is zo goed als zijn laatste klus!’ En ik zou het net even anders willen stellen. Je bent zo goed als het filmpje dat je met gepaste trots aan collega’s laat zien.
Lang leve de terugkijkavonden!
Zo keek je vroeger al TV !!! Tot (sorry) vervelens toe werd niet de inhoud van het programma besproken, maar hoe het in beeld werd gebracht. Je riep het ook altijd mjketeen als je iets zag wat je niet beviel. Nu zie ik het soms zelf en moet dan meteen aan jou denken. Kijk waar het je heeft gebracht !!
BeantwoordenVerwijderen