Ze zijn jong en in alle opzichten flexibel. Het lichaam is nog soepel, geen verdere verplichtingen, vaste lasten of bijkomende zorgen. Onverschrokken staan ze in het leven. Bloed fanatiek, onvermoeibaar en zonder veel remmende kennis gaan ze te werk.
Ik heb het over de jeugd van tegenwoordig. Niet over het zeurende deel dat afwacht tot kansen komen aanwaaien, maar over de gretige jonge honden. Die bestaan ook nog, al moet je soms net even wat langer zoeken. Uiteindelijk staat er een gast voor je neus die alles wil aanpakken. Die kansen ruikt en grijpt. Die een hand geeft, je aankijkt en zich keurig netjes voorstelt, om vervolgens oprecht geïnteresseerd te zijn en als een spons alle nuttige informatie op te slurpen. Een adolescent die precies weet wat hij (of zij) wil en kaarsrecht op het doel af gaat.
De jongste zijn het ergst. Die wonen nog bij hun moeder en kosten daarom geen drol. Zij zijn blij met een tientje fooi, hoeven zich niet te bekommeren om vuile kleren of het avondeten en kunnen zich zodoende op één ding focussen: beter worden. Dat soort types denken niet na over ‘leren’, maar louter over ‘doen, doen, doen’.
Deze jonge helden zijn onder te verdelen in de harde werkers en aanstormende talentjes. Bij die eerste groep gaat niets vanzelf, maar zij bereiken hun doel op basis van wilskracht en een tomeloze energie. De talentjes hebben meer aanleg en vaker geluk, maar vallen ook op omdat ze overlopen van enthousiasme.
Vroeger vond ik het begrip ‘talentje’ fantastisch. Ik deed alsof ik niks hoorde, maar van binnen jubelde ik telkens weer als iemand mij zo betitelde. Dat is jammer genoeg inmiddels bijna twintig jaar geleden. Voor mijn gevoel heb ik het lang vol gehouden. Zeker tien jaar heb ik mezelf wijs gemaakt dat ik net kwam kijken en dat ik het goed deed voor zo’n jong menneke uit Limburg.
Vanaf mijn dertigste heeft het label ‘aanstormend talent’ los gelaten. Meer en meer werd ik ‘ervaren’ en ‘allround’. Ik kon me niet langer verschuilen achter ‘beginnend’ of aankomen met smoezen als ‘dat wist ik nog niet’. Het is een heel proces geweest. Een mindset. Ondertussen was ik ook druk met het kopen van een eigen huis, trouwen en kinderen krijgen. De dingen van de dertiger.
Ach, en stiekem hield ik mezelf soms nog voor dat ik gewoon de jongste was. Dat ik enig talent had en dat mijn wilskracht, enthousiasme en de liefde voor het vak niet veranderd waren. Gelukkig had ik fysiek nergens last van. Los van het feit dat ik de conditie van een stacaravan heb.
Het ging allemaal goed, gemakkelijk en voor de wind met mijn carrière tot iemand mij onlangs een ‘oude rot in het vak’ noemde. Toen brak er iets. Het brak af. En sindsdien is het goed stuk.
Over tien maanden word ik veertig. Sleep met camera’s sinds 1986 en dat is lang. Ik werkte al bij AT5 toen de zeventienjarige actrice, die laatst een vrij heftige zoenscène voor mijn camera speelde, nog geboren moest worden. Dàt was confronterend.
Een dag later werd ik afgebeld voor een klus, omdat ze een jong talentje hadden die het ook kon en stukken goedkoper was. Weer twee dagen later stond ik als begeleider naast een andere jonge God om hem een beetje op weg te helpen. Zo iemand help ik met liefde, maar ik krijg met terugwerkende kracht wel meer begrip voor de collega’s die veertig of ouder waren toen ik kwam aangestormd.
Twee talentjes anno 1993
Je krijgt nog wel een paar van die dreunen hoor. In een kantoortuin zitten met Eddy tegenover je en dan iemand horen zeggen: "die twee in het seniorenhoekje" bijvoorbeeld.
BeantwoordenVerwijderenHoe herkenbaar. Ik zou nu soms de moeder kunnen zijn van onze stagiaires .. hoezo confronterend ??
BeantwoordenVerwijderenVond vroeger (ja.. we kunnen al spreken over vroeger) die van 40 stokoud, nu niet meer.
En laten we hopen, dat jullie deze vergelijkingen nog lang vol kunnen houden!!!!!
BeantwoordenVerwijderen