Zoals jullie wellicht weten ben ik een man met een mening. Er gaat geen draaidag voorbij zonder door mij uitgesproken ideeën en suggesties. Wie mij inhuurt krijgt ongevraagd gratis advies. De een noemt het betrokkenheid, de ander bemoeizucht.
Ik kan het niet laten. Maak mezelf graag wijs dat het een vorm van enthousiasme is. Elk programma waarvoor ik mag werken wil ik beter maken. Iets toevoegen, een stempeltje drukken en liefst niet alleen op cameratechnisch gebied. Het is sport geworden om te bedenken hoe.
Bij sommige producties ontploft er een inspiratieklusterbom in mijn hoofd en overlaad ik de makers met quasi leuke plannetjes. Kleine inhoudelijke puntjes waardoor het meestal flauwer wordt, maar zo nu en dan zit er een briljante vondst tussen. Een goede vriend van mij zei ooit: ‘Als je maar genoeg grappen maakt, zit er altijd wel een leuke tussen.’ En zo is het.
Andere klussen vragen meer om logistieke bemoeienis. Dan weet ik als geen ander hoe je een en ander had kunnen organiseren. Had kunnen, inderdaad, want tegen de tijd dat er een cameraman bij een project betrokken raakt, is meestal al lang nagedacht over de randvoorwaarden. In Omroepland wordt dat ‘vooruit denken’ best vaak gedaan door mensen die niet graag advies inwinnen, die niet houden van praktische bemoeienis en die achteraf niet graag horen wat de verbeterpunten waren. Mijn hoofd loopt in zo’n geval over van de spreekwoordelijke ‘mosterd na de maaltijd’. Ik kan dat niet uitschakelen.
Gelukkig werkt deze betweter vaak met mensen die wél open staan voor opbouwende kritiek. (Ik wilde die laatste twee woorden eigenlijk niet gebruiken in dit stukje.) Die het leuk vinden wanneer er meegedacht wordt en die binnen de grenzen van het redelijke luisteren naar bevlogen televisiedieren. Dat zijn prettige collega’s.
Meer Omroeplanders zouden in een vroeg stadium contact moeten zoeken met cameramensen die op ‘meedenken’ zitten. Overleg met de mannen die dagelijks met hun poten in de klei staan en meer ervaringen hebben dan de producer, redacteur, presentator, verslaggever of regisseur die maar een of twee keer in de week buiten spelen...
Daar heb je alweer zo’n advies. Een mening. Ik flap het er min of meer vanzelf uit.
Deze week had ik ook zo’n dag. De klus was leuk, de presentator vriendelijk en het meisje van productie lief. Ik werd gelijk dolenthousiast. En toen begon het te ratelen in mijn kop. Idee hier, idee daar. Tip, voorstel, plannetje, ‘stel dat je’ en ‘als we nou eens...’ Een creatieve tsunami.
Al snel realiseerde ik me dat ik even op de rem moest trappen. Ik draafde door. Hier zat die klant helemaal niet op te wachten. Ik hield me in, zoals het wel vaker moet.
Want een ding kan ik jullie verzekeren. Ik roep veel, maar houd ook nog best veel voor me. Het blijft namelijk een kwestie van doseren. Bij de ene klus gaat dat beter dan bij de andere.
feest der herkenning :)
BeantwoordenVerwijderenDaar heb ik nu ook last van! Bemoeizucht (lees: betrokkenheid en enthousiasme). Kan mijn mening niet voor me houden. Deze reactie is daar weer een mooi voorbeeld van, kon het niet laten. Hier in Australie vinden ze dat heel vreemd. Net zoals ze plannen, deadlines stellen en voor een mooi eindproduct gaan vreemd vinden.
BeantwoordenVerwijderenAls immigrant en met enige taalachterstand doe ik vaak werk dat onder mijn niveau ligt en met veel jongere collega's, dus heb het begrip 'opwerken' opnieuw omhelsd, nadat ik dat concept als groen journalistje al helemaal had uitgemolken. Dacht ik.
Maar hier down under kijken ze me heel vreemd aan als ik zeg dat ik een manier weet waarop het sneller, goedkoper, of mooier kan... (ik werk in een design/IT omgeving) Vervolgens komt dat idee wel ergens terug, een maand later, geopperd door de baas of het afdelingshoofd zelf, maar dat schept geen voldoening. Gelijk krijgen is minder leuk als niemand het doorheeft...
Dus ik ben begonnen met het toepassen van bescheidenheid, tact en geduld, voor mij als directe Hollandse helemaal nieuwe begrippen. Tact werkt wel, maar god wat zijn bescheidenheid en geduld saai! Nu maar even zien hoe lang ik dit volhoud. En anders maar weer ongezouten meningen uitdelen, dan ben ik tenminste mezelf weer.