Maandag 23 mei 1983. Het was tweede
pinksterdag. Ik was tien en zat in de vijfde klas van de basisschool. Pinkpop
was nog in Geleen. Met mijn vriendje Erik Merkelbach struinde ik in de omgeving
van het Burgemeester Damenpark. Op zoek naar buttons van Doe Maar of
zweetbandjes in de tinten fosforgroen en zuurstokroze. We keken onze ogen uit.
Pinkpoppers waren in die dagen bezienswaardigheden. Langharig tuig. Figuren met
hanenkammen, groen of rood geverfd. Erik en ik waren uitgebreid gewaarschuwd
voor de gevaren van drank, drugs en rock ‘n roll. Niks aannemen, met niemand
meegaan en goed uitkijken. Voorzichtig zijn!
De Janse Bagge Bend speelde aan de
andere kant van het hek. De Limburgse band had dat jaar een hit met Sollicitere. Het nummer stond op een 8e
plaats in de Nationale Top40. Met enige dwang hadden de heren van Janse Bagge
aan Pinkpopbaas Jan Smeets te verstaan gegeven dat hij niet om de trend van het
moment heen zou kunnen. Een paar weken voor het festival hadden ze een bulldozer gehuurd en voor de deur van buro Pinkpop gedreigd: 'Jan, doe mos ôs loate sjpele anges duuje
w'r dich diene ganse gevel hie direk oet de koeaai weg!' Daarop had Jan
Smeets eieren voor zijn geld gekozen. Limburgs trots mocht Pinkpop '83 openen. Erik
en ik zongen uit volle borst mee: 'De perspektieve veur de toekoms die zeen nul komma nul'.
Ergens in de Kummenaedestraat vonden we
een half doorgesneden aardappel, met op de vochtige kant een afdruk van het
Pinkpoplogo. Deze stempel drukten we op de
rug van onze hand. Zo dachten we het Sportpark binnen te komen.
In het gedrang bij de kassa raakte ik
mijn vriendje kwijt. Helemaal vooraan vertelde een norse controleur dat ik
naast de stempel ook in het bezit moest zijn van een toegangskaart. Ik loog dat
deze kwijt was. De man vond dat niet overtuigend en zei dat ik mijn moeder
moest gaan melken, waarop ik bijdehand antwoordde dat zij binnen zat. Iemand
achter me kreeg medelijden of werd ongeduldig en gaf mij een zetje. Opeens was
ik binnen.
Tien jaar oud en ik was op Pinkpop. Helemaal
alleen in mijn eentje. Goed dat ze thuis nog van niks wisten.
Onwennig liep ik over het
festivalterrein. Nena zong over 99 luchtballonnen. Het was het begin van de
middag. Hoewel de sfeer relaxed was vond ik het super spannend.
Waarschijnlijk heb ik niet langer dan
een kwartier rondgekeken. Op de grond vond ik een tijdschema, waarop te lezen
was dat Doe Maar pas aan het eind van de dag zou optreden. Zo lang kon ik
onmogelijk wachten. Dan zou mijn vader ongerust de Mobile Eenheid inschakelen.
Een beetje teleurgesteld slenterde ik
naar de uitgang. Bij de poort werd een nieuwe stempel op mijn hand geperst en
kreeg ik tot mijn grote verbazing een nieuw kaartje. Dat had ik even niet
verwacht. Maar zo kon ik dus later opnieuw naar binnen. Het was een unieke kans
om mijn helden Henny Vrienten en Ernst Jansz toch te zien optreden.
De weg naar huis heb ik aan een stuk
gehold. Hijgend legde ik uit wat me was overkomen en dat ik ’s avonds naar Doe
Maar ging. Het verhaal viel in eerste instantie niet in goede aarde. Mijn
ouders vonden het helemaal niet zo vanzelfsprekend. Ook al had ik een eerste
bezoek aan Pinkpop overleefd, ze zagen het niet zitten dat ik nog eens in mijn
eentje tussen al dat blowende gepeupel zou lopen. Te gevaarlijk.
Hoe ik het voor elkaar kreeg weet ik
niet meer, maar uiteindelijk gaven ze toestemming om een half uurtje te kijken
naar Doe Maar. Mijn vader en moeder gingen mee en zouden bij de poort op me
wachten. Stipt om half negen moest ik terug zijn. Ik was dolgelukkig.
Maar om acht uur stond Doe Maar nog
niet op het podium. Sterke kerels reden, daar in de verte, heen en weer met
grote zwarte kisten. Het duurde en het duurde. Van wat er om mij heen gebeurde
kan ik me niet veel meer herinneren. Ik was volledig gefocust op dat podium en op
mijn communiehorloge, een digitale Pontiac.
Vijf voor half negen spoedde ik me
richting uitgang. Een paar minuten later dan afgesproken was weer ik bij mijn
ouders. Precies op dat moment klonken achter mij de eerste Ska klanken. Ik moest
even huilen en stapte achterop de fiets van mijn vader.
Later hoorde ik dat mijn helden van Doe
Maar die avond op Pinkpop zijn bekogeld met appels, tomaten en eieren. Het is
alweer dertig jaar geleden. Het is ook dertig jaar geleden dat ik voor
het eerst op Pinkpop was.
Wat een geweldig verhaal!
BeantwoordenVerwijderenHet was inderdaad een triest moment toen Doe Maar bekogeld werd. Omdat het die middag ook wat regende was er veel plastic dat als een paraplu omhoog gehouden werd. Dat zorgde er voor dat ik het aardig droog heb weten te houden. De Positivo's (Kooten en De Bie) waren toen trouwens nog een leuk intermezzo bij Doe Maar: 'Jezus had genoeg aan wijn, daarvoor hoefde je niet in de kroeg te zijn': http://youtu.be/m8-oWu7q1vo
BeantwoordenVerwijderen