‘Ben je nog beschikbaar? NĂ¹! Er is iemand ziek en jij bent de laatste
die we kunnen bellen…’
Ik ben liever eerste keus, maar
de planner van het facilitair bedrijf bedoelt het goed. Het gaat om een korte
studioklus en ik heb tijd, dus maak ik haar blij en spring in mijn auto.
Op weg naar Hilversum slaan
ze toe; de twijfels. Die heb ik na twintig jaar nog steeds. Niet meer elke
week, maar vaak genoeg. Dan is mijn werk ineens weer even spannend. Gewoon,
omdat ik geen fouten wil maken. Een misser die me de kop kost of me nog jaren achtervolgt.
Het is dus de angst voor klachten of om op mijn bek te gaan.
Je moet weten dat ik niet
vaak in een studio sta. Meestal doe ik ENG, sport of grote evenementen. Een
quiz of een talkshow in de studio is meer ‘lopendebandwerk’ en dat bedoel ik
zeker niet onaardig. Het zijn rijdende sneltreinen waar je op moet springen.
Daar verwachten ze dat iedereen precies weet wat hem of haar te doen staat. De
cameramensen moeten het hele riedeltje kennen en razendsnel anticiperen. Als een
ervaren cameraman een bepaald programma of een specifieke camera vaker gedaan heeft
is het totaal niet ingewikkeld, maar voor de invalkracht is elke opdracht opnieuw
spannend. Temeer omdat ze zeggen dat je zo goed bent als je laatste shot.
Aan de late kant arriveer
ik in Hilversum. Ik weet niet waar ik het beste kan parkeren, meld me bij de
verkeerde ingang en eenmaal binnen stel ik me voor aan iemand uit het publiek,
in de veronderstelling dat dit de eerste cameraman is. De namenlijst op het in
de haast toegestuurde callsheet is voor mij een compleet vreemdelingenlegioen.
Een paar minuten later sta
ik al in ‘mijn’ hoek van de studio. De dolly is splinternieuw en ik moet even
zoeken naar de knoppen om ‘Camera 2’
te ontgrendelen. Er is me beloofd dat dit de makkelijkste van de zes camera’s
is. Ik weet inmiddels ongeveer wat me te doen staat. Ik hoef slechts drie
verschillende uitsneden te maken en moet maar twee keer snel verplaatsen. Het
is te hopen dat ik goed begrepen heb op welke momenten.
Ik sta bijna dagelijks voor
heter vuren, maar dit is onbekend terrein. Er kijken meer dan 1 miljoen mensen
naar dit programma en het is live, maar het is vooral de regisseur die ik niet
teleur wil stellen. Het is een grote naam in Omroepland en we hebben nog niet
vaak samengewerkt. Ik word ook licht nerveus van de collega’s op de vloer die
met behulp van de ‘extern-knop’ op
hun camera kritisch meekijken. Die druk weegt zwaarder dan de gemiddelde
camera.
Mijn linker duim rust tegen
de zoomknop. Met mijn rechterhand heb ik de focusmolen vast. Beide handpalmen
zijn klam van zweet. Een zip in beeld is snel gemaakt. Bij deze minimale
scherptediepte is de gast in beeld snel uit focus.
De regieassistent telt af.
De leader loopt. Vervolgens praat iedereen doorelkaar. De regisseur, zijn
assistente en de schakeltechnicus. Op de achtergrond hoor ik iemand van de
redactie en uiteraard moet ik het gesprek aan tafel volgen.
Uiteindelijk gaat het
hartstikke goed. De vijftig minuten vliegen voorbij. Het is een eitje. Opgelucht
zet ik de camera uit.
Ik denk dat de angst om
‘ontmaskerd’ te worden gezond is. Een echte cameraman kan namelijk nooit
achterover leunen. Geen dag is hetzelfde. Ieder programma kent zijn aangename
en onaangename verrassingen. Daar kan ik alleen op inspelen zolang ik serieus
te werk ga. Ik wil me altijd goed voorbereiden. Mijn spullen controleren en nog
eens controleren. Vooraf bedenken waar ik tegenaan kan lopen en fris aan een
klus beginnen. Alleen zo overleef ik al die nieuwe uitdagingen. Ik geloof er
heilig in dat ik scherp ben en het vak leuk blijf vinden, zolang ik me druk maak.
haha brilliant weer Jan Rein. Ik ben fan
BeantwoordenVerwijderen