Inmiddels ben ik ‘pleinwacht met enige ervaring’.
Ik weet welke doerakjes ik tijdens de middagpauze op Daltonschool Apollo11 in
de smiezen moet houden. Ken mijn pappenheimers steeds beter. Ik weet met welke
kinderen je een grappig praatje kan maken en heb door wie het liefst aan mijn
been hangt. Langzaam leer ik de namen.
Elke week is er wel een nieuwe Mathijs of Youp
die zijn knie schaaft. De vaste voetballers op het schoolplein moet je sowieso
in het oog houden. Ze denken allemaal dat ze Mark van Bommel zijn; inclusief
gebaartjes, gemopper en geklaag. Het gaat lang goed, maar zo nu en dan slaan
bij een kleine Zlatan of Suárez de stoppen door.
Ik loop nu ruim een half jaar mijn rondjes.
Iedere dinsdagmiddag, tussen twaalf en een. Hier en daar spreek ik iemand
vermanend toe, ik troost met een grapje, schouderklop het kind dat wat aandacht
kan gebruiken en ik laat ze indien nodig een hand geven en ‘sorry’ zeggen. Aan
het eind van het uur spring ik met een voldaan gevoel weer op de fiets. Dan ben
ik een gelukkige ‘pleinmoeder’ en vraag me af waarom de ouders niet in de rij
staan voor deze grappige functie.
Er zitten ruim tweehonderd kinderen op deze basisschool.
Toch is het elke week weer sprokkelen om een paar vaders en moeders te vinden
die een uurtje willen surveilleren. Best jammer, want straks moet de school een
commercieel bedrijf in de arm nemen en kunnen alle papa’s en mama’s hun
portemonnee trekken, terwijl het zo’n kleine moeite is. Kennelijk is iedereen
drukker dan ik.
Afgelopen dinsdagmiddag ging het halverwege het
buitenspeeluurtje regenen. Niet een beetje, maar onweer met harde donder en
plotseling hele dikke druppels. De groepen drie tot en met acht stoven naar
binnen. Alleen de pleinwachten, die de laatste enthousiastelingen naar binnen
moesten bonjouren, werden kletsnat.
Ik vluchtte uiteindelijk het kleutergebouw
binnen. Daar stonden die arme hummels net hun jasjes aan te trekken. Hun pauze
moest nog beginnen. En ook de pauze van juf Robin. Die had volgens mij wel een
kopje thee verdiend en dus vroeg ik of ik iets voor haar kon betekenen. Net
toen ik adem haalde om te vragen of ze met of zonder suiker wilde, drukte ze me
een voorleesboek in mijn handen. Heel blij zei ze tegen de kinderen dat de papa
van Imme het verhaal van ‘Beer is jarig!’ voor zou lezen.
Ook goed.
En ik dacht: ‘Dat doe ik wel even!’
Even later zaten twintig kleuters om me heen. Stuk
voor stuk super zoete jongetjes en meisjes, maar als groep is het opeens een
vrij machtig gezelschap. De juf zei nog dat ze geen klachten wilde horen, maar
nog voor ze het gebouw goed en verlaten had begon het grote uittesten van de
papa van Imme.
Opeens moesten ze allemaal plassen. Tien man
tegelijk. Natuurlijk wist ik niet wie het eerst zijn vingers had opgestoken.
Ook wist ik niet dat ze één vinger opsteken om iets te vragen en twee vingers
als ze naar het toilet moeten.
Vervolgens begon ik op de verkeerde pagina van
het boek. ‘Dit kennen we al!’ riepen ze massaal. Dat ik er even in moest komen
bleek geen argument. De jongens vonden het sowieso een ‘heel saai’ verhaal. Jesper legde zijn hoofd demonstratief op de
schoot van Stein. Luc stond op om hem weer wakker te kietelen. Naast me viel
iemand van zijn stoel. De meisjes Emma, Jaia en Nikki wilden na elke zin die ik
gelezen had iets toevoegen aan het verhaal. Een eigen ervaring.
Uiteindelijk was ik de enige die wilde weten
hoe het afliep met de verjaardag van Beer en de cadeaus die Muis allemaal
gekocht had. De rest van de kring zag in alles een aanleiding om herrie te
maken. Op het hoogtepunt schreeuwden ze allemaal in koor: ‘STIL ZIJN! STIL ZIJN! STIL ZIJN!’ En ik was alleen maar bang dat
uitgerekend op dat moment Juf Robin terug zou keren.
Ja, stiekem hoopte ik ook wel weer dat ze snel
terug zou komen, want ik had geen flauw idee hoe ik deze bende aan het luisteren
kon krijgen. Alleen een eigen verhaal over Pino en Tommie van Sesamstraat maakte
even indruk. Heel kort dan. Daarna besloten Jesper en Stein dat het droog
genoeg was om toch nog even naar buiten te gaan. Gelukkig wist mijn dochter
Imme ze te overtuigen van het feit dat dit niet het geval was.
Geheel per ongeluk heb ik een paar keer harder
geroepen dan me lief was. Ook dat zette weinig zoden aan de dijk. Gelukkig
stond na een klein half uurtje de juf weer bij de deur. Hé hé…
Ik kon niets anders doen dan een diepe buiging
voor haar maken.
Wel wil ik voorstellen dat alle ouders een paar
keer per jaar verplicht moeten invallen. Een half uurtje is genoeg. Dan lossen
we niet alleen het pleinwachtprobleem op, maar krijgen we ook (nog) meer
respect voor al die mensen die zich kapot werken in het onderwijs en zeuren we
nooit meer over de zogenaamd lange vakanties van alle leerkrachten.
Gelukkig kreeg je hulp van je dochter ! Maar zo'n klas boefjes blijft moeilijk.
BeantwoordenVerwijderenIk kom niet meer bij, hahahaha... Die voetballers...en de kleuters..
BeantwoordenVerwijderenGroetjes, Sandra (moeder Camilo)
Wat een mooie weergave :-)! Groetjes, Hanneke (moeder van 1 die lieve meisjes uit het verhaal, hahaha)
BeantwoordenVerwijderen