Als al mijn collega’s zouden bloggen was er
geen beginnen aan. Elke dag een gek verhaal maal
ik-weet-niet-hoeveel-cameramensen. Zoveel avonturen, dat is niet te
beschrijven. Laat staan dat je het allemaal zou kunnen lezen. Toch zou het de
moeite waard zijn om eens een bloemlezing te maken van de sterkste
cameramanverhalen, want wij maken wat mee…
Neem het Mega Piratenfestijn in het Arnhemse
Gelredome, afgelopen zaterdag. Een jaarlijks terugkerend uitje voor een stuk of
negen cameramensen, die zich na afloop telkens weer gebroken afvragen wat er toch
zo leuk is aan vier en een half uur volksmuziek. Een jaar later staan ze allemaal
weer te trappelen als deze klus gepland wordt.
Ik ben persoonlijk geen fan van Marianne
Weber, Sieneke en Monique Smit. Laat staan dat ik warm loop voor Roy Donders, maar
zo’n avondje gooien en smijten met een schoudercamera tussen het gewone volk is
buitengewoon vermakelijk. Ik heb me kapot gelachen. Meisjes die huilend ter
aarde storten als Thomas Berge naar ze zwaait en die dan ook nog abusievelijk ‘Chiel!’
naar hem roepen. Volwassen mannen die moeten huilen om de liedjes van Jannes.
Of dames die staan te gillen alsof Mick Jagger zelf het podium betreedt,
terwijl er ene Tim Douwsma staat te zingen. Ik vind dat leuk.
Wel sloeg iemand keihard op mijn neus toen
ik, tijdens het vrij vals gezongen Una Paloma Blanca, tussen de dranghekken en
het podium met mijn camera achter George Baker aan holde. Een vrolijke vent
zwaaide uitbundig met zijn gespierde armen en ik kwam hard door de bocht. Het
was een ongeluk, maar het deed wel zeer. In een eerste reflex wilde ik ook
omkeren en hem vragen of hij niet kon uitkijken, maar toen zag ik dat hij veel
sterker was dan ik en besloot ik in al mijn wijsheid om er luchtig over te
doen.
Collega Guido Breedveld had op dat moment iets heel
anders aan zijn fiets hangen. Of, liever gezegd, aan zijn telelens. Hij stond
op een klein podiumpje midden in de zaal, achter een grote camera. Zo’n camera
met een enorme glasbak ervoor. Vanuit een ooghoek zag hij iemand zwaaien met
een stok. Even later werd het beeld in zijn viewer zwart en daarna behoorlijk
wazig. Hij keek naast zijn camera en zag dat een iemand een mop in zijn handen
hield. Een poetsmop, welteverstaan. Daarmee had deze grapjas voor de gein even
de lens van mijn collega gepoetst. Lachen!
Wie neemt er in vredesnaam een mop mee naar
een concert? Of wie had dit ding in een hoek laten staan?
Nu was de lens van mijn collega buitengewoon
smerig. Hier bleek geen lensdoekje tegen bestand. Dit kon alleen worden
opgelost met Glassex, water en theedoeken. Camera 3 was even uitgeschakeld. Assistenten
werden opgeroepen. Guido kon niet anders dan door de intercom melden dat hij
last had van een flauwe mop. Een nogal ongeloofwaardig verhaal, dat realiseerde
hij zich ook.
Ik moest gelijk denken aan Ramon, die vier
jaar geleden bij hetzelfde feest last had van een laars. Hij kreeg een
dameslaars naar zijn hoofd geslingerd en na afloop is niemand dat ding komen
opeisen. Als het goed is staat die laars nog in het ‘museum’ van FacilityHouse,
tussen allerlei andere vreemde trofeeën die je overhoudt aan het maken van televisieprogramma’s.
En we hebben overwogen om ook de mop mee te nemen voor het museum, maar uiteindelijk
besloten om hem toch te laten liggen. Het was namelijk een hele vieze mop...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.