Een van de opdrachten waar ik me elk jaar weer
op verheug is de Brabantse Dag. Al vier jaar achter elkaar film ik op de
laatste zondag van augustus deze cultuurhistorische parade in Heeze. Het is een
uniek evenement. Wereldberoemd in Brabant en omgeving, goed voor dertigduizend
bezoekers, maar de rest van Nederland heeft geen idee.
Ik zal het uitleggen.
Nagenoeg de hele gemeenschap in de ‘Parel Van Brabant’ werkt mee aan de
Brabantse Dag. Volgens hun website begon het in 1958 met een kleine
boerenoptocht, maar inmiddels is het uitgegroeid tot een enorm evenement dat
cultuur, kunst en vermaak combineert met oer-Brabantse gezelligheid en
gemoedelijkheid. Zelf noemen ze het 'theaterspektakel met een zachte G'.
Het is een optocht. Geen carnaval, maar meer straattheater.
Zestien buurtschappen (groepen van rond de honderd mannen, vrouwen, kinderen,
baby’s, opa’s en oma’s) voeren allemaal een klein toneelstuk op. Jong en oud
doet mee en iedereen blijft gedurende de hele optocht in zijn rol. Ze zijn
werkelijk schitterend uitgedost. Super belangrijk zijn ook de indrukwekkende
praalwagens, die alle groepen meevoeren.
Elk jaar is er een thema. Dit jaar was dat
‘Bekend, beroemd, bemind…’ en dus draaide het afgelopen zondag in Heeze om
beroemde, overleden Brabanders zoals Anton Phillips, Vincent van Gogh en
Jacques Brel. De Lambrekvrienden wonnen dit jaar met een schitterende ode aan
de vergeten poolheld Sjef van Dongen uit Tilburg. Ondanks het feit dat het buiten
dertig graden was, kreeg je de indruk dat deze mensen het allemaal ijskoud
hadden. Ze voerden een neergestorte zeppelin mee en zorgden er voor dat het in
Heeze ging sneeuwen. Het zag er echt schitterend uit. Heel indrukwekkend.
Maar genoeg over de Brabantse Dag in het
algemeen. Dit weblog gaat over televisiemaken en dus wil ik het met jullie
hebben over de manier waarop je zo’n optocht in beeld brengt. Als zelfbenoemd optocht-, stoet-, corso-, parade- en
defiléregistratie-ervaringsdeskundige kan ik daar een boel over vertellen.
Ik probeer het nu even te beperken tot slechts één facet: de Steadicam.
Je hebt
minimaal drie camera’s nodig voor het registreren van een optocht. Een camera
met een wijdhoeklens op een crane; zo’n lange bewegende arm met daar bovenop
een op afstand bedienbare camera. Die crane maakt de totaalshots en houdt het
overzicht. Dan heb je een camera met een flinke telelens nodig die snel details
en close-up shots kan maken. Tot slot is het fijn voor de afwisseling in beeld
dat een losse camera tussen en naast de deelnemers loopt. Wat die laatste camera
betreft heeft Omroep Brabant het vorig jaar een dappere keuze gemaakt. Zij
hebben namelijk besloten om bij de registratie van de Brabantse Dag een Steadicam
in te zetten.
De Steadicam is een ingenieus
systeem dat een cameraman de flexibiliteit van een hand- of schoudercamera
geeft, maar tegelijkertijd de stabiliteit van een statief of een dolly. Een
goede Steadicam-operator kan met de camera lopen of zelfs rennen zonder dat het
beeld schokt. De camera wordt door een contragewicht in balans gehouden en
hangt met een speciale arm aan een harnas om het lijf van de cameraman. De
werking is te vergelijken met de ophanging van een kompas in een schip. Deze
constructie zorgt er voor dat kleine ongewenste bewegingen worden opgevangen,
waardoor het lijkt alsof de camera vrij door de lucht glijdt.
De klinkt mooi, maar je hebt een
behoorlijke Popeye nodig om met zo’n Steadicam mooie beelden te maken. Zeker
tijdens een live-uitzending waarbij je niets opnieuw kan doen. Alle shots moeten
in een keer raak én scherp zijn. En dan duurt zo’n optocht ook nog eens twee en
een half uur. Ga er maar aan staan.
In Nederland is Job Scholtze op
dit gebied absoluut de koning. Hij doet Steadicam bij alle grote live shows,
zoals The Voice, The Passion of de Toppers in Concert. Het is een van de
weinige cameramannen die zo goed kan werken en het zo lang volhoudt met die
geveerde mechanische arm aan zijn lijf. Wat hij allemaal doet met de Steadicam
is ongekend. Daar nemen al zijn cameracollega’s en de grote regisseurs in
Omroepland hun petje voor af.
Job heeft nu twee keer de
Brabantse Dag gedaan. Het vorig jaar moest ik me al concentreren op mijn eigen
camerawerk en niet teveel kijken naar de bewegingen die hij met zijn Steadicam
maakte, maar dit jaar geloofde ik mijn eigen ogen helemaal niet meer. Het was
namelijk boven de dertig graden en de luchtvochtigheid kondigde onweersbuien
aan. Je kon Job al na een klein kwartier uitwringen. Met een handdoekje in de
nek ging hij maar door. Ook op momenten waarop andere camera’s het best even over
konden nemen bleef hij shots aanbieden. En dan te bedenken dat ik het al behoorlijk
zwaar en warm vond achter mijn vaste camera met telelens.
Je moet Job in actie zien om
helemaal te begrijpen wat ik bedoel, maar neem van mij aan dat de man enorm kan
buffelen met die zware gestabiliseerde draadloze camera. De beelden die hij
schoot voegden echt iets toe aan de registratie van het visuele spektakel, dat
de Brabantse Dag is. Ik heb hem zondag direct na afloop al een heel Pinopak aan
veren in zijn bibs gestoken, maar bij deze maak nog een keer een hele diepe
buiging voor mijn collega. Voor Job Scholtze, heer en meester van de Steadicam.
(En complimenten voor Ilse, zijn
focuspuller. Die kan ook wat! Maar daar kom ik nog wel eens op terug.)
(foto: Jeroen Snellers, FacilityHouse)
Job Scholtze is dus onze eigen Garrett Brown, alhoewel ik niet weet of Garrett ook de grootste vakman was om zijn eigen uitvinding te bedienen. Volgens imdb heeft hij het 28 jaar vol gehouden. Weet Job alvast wanneer het tijd wordt het rustiger aan te gaan doen met zijn rug. En Ilse is blijkbaar snel, ik heb haar nog niet in beeld gezien ...
BeantwoordenVerwijderenGerard