Toen ik een jaar of zesentwintig was en mijn
cameracarrière een vlucht nam wist ik één ding heel zeker. Ik zou niet tot mijn
pensioen met dat zware apparaat op mijn schouder blijven lopen. Daar was ik te
goed voor. En ik wist ook precies hoe het wel verder zou gaan: Ik zou regisseur
worden. Om nog preciezer te zijn, ik zou dé regisseur worden van een volgende
Elfstedentocht! Het moest alleen nog even gaan vriezen.
Waarom zou je de lat lager leggen?
Het is best fijn als je dingen zeker weet en
dat deed ik… toen ik zesentwintig was. Ik zou hooguit vijftien jaar fulltime
cameraman zijn. Voor mijn vijfendertigste moest deze jongen toch écht wel een
andere weg hebben ingeslagen. De snelweg. Het was een beetje als Mick Jagger
die ooit gezegd schijnt te hebben dat hij liever dood zou zijn, dan dat hij op
zijn vijfenveertigste nog ‘Satisfaction’ zou zingen.
Ik ben nu drieënveertig en nog altijd een extreem
gelukkige cameraman. Fluitend ga ik door het leven. Inmiddels heb ik me er wel bij
neergelegd dat mijn Elfstedentocht er niet meer komt. Ook niet als het keihard
gaat vriezen. In dat geval sta ik gewoon met een camera op het ijs, zoals het
hoort. De ambitie om even honderd camera’s aan te sturen heb ik overboord
gegooid. Zulke dromen heb ik alleen nog als ik met mijn Staatslot naar de
sigarenboer loop. Op de terugweg ben ik alweer een gewone huisvader, blogger en
cameraman.
De sprong van cameraman naar regisseur is anno
2016 een hele grote. Om te beginnen ambiëren veel collega’s het om aan de
andere kant van de triax of glasvezel plaats te mogen nemen. Er zijn al teveel
regisseurs of mensen die zich zo noemen. En hoeveel kennis een cameraman ook
heeft van het televisiemaken, hij zal het in eerste instantie altijd afleggen
tegen schakeltechnici en slowmotion-operators die het gewend zijn om in een
regiewagen te kijken naar zo’n grote monitorenwand. Je moet de bijbehorende
intercomdiscipline al kennen en op een of andere manier vlieguren maken.
Ik heb ook nog eens de ‘pech’ dat ik als
cameraman van de ene leuke klus naar de andere hol. Stel dat ik al de kans zou
krijgen om op regelmatige basis te regisseren, dan zou dat waarschijnlijk zijn
bij een of ander klein studioprogramma. Dat is best een stap. Ik ben ook van
mening dat je dan eigenlijk helemaal moet stoppen als cameraman, omdat het
conservatieve wereldje een combinatie van die twee functies erg ingewikkeld
vindt. Bestaande regisseurs zitten over het algemeen niet te wachten op nieuwe
vissen in hun vijver. Maar ik zou de camera enorm gaan missen.
Mijn ambitie heb ik dus bijgesteld. De droom is
er alleen nog in mijn dromen. Wel vind ik het heel tof dat ik afgelopen maandag
voor de tweede keer op rij de kans heb gekregen om de grote carnavalsoptocht
van Kerkrade te regisseren. Live op de Limburgse zender L1, goed voor een paar
honderdduizend kijkers. Daar hebben mensen die het mij gunnen echt hun best
voor gedaan en hun nek voor uitgestoken. Dat waardeer ik enorm!
Het was super spannend. Ik was bloednerveus.
Alles stond aan! Zo lang, zo geconcentreerd werken, dat is een hele opgave,
maar wat is het fijn als je een keer de knopen mag doorhakken. Ik geloof dat ik
dat ook echt wel kan. Het is machtig om eens vier camera’s tegelijk te
besturen. Bovendien heb ik een uitgesproken mening over het registreren van
optochten en dan is het geweldig dat je het een keer zelf mag neerzetten zoals
jij het wilt. Fijn als dat plan ook blijkt te werken.
Maar het is tegelijk ook een zachte landing. Ik
sta weer met twee voeten terug op aarde. Regisseren is een moeilijk vak. Het is
voor elke cameraman (zeker voor een cameraman met een grote mond en een
uitgesproken mening) goed om een keer aan de andere kant te zitten. Daar leer
je veel van. Simpele dingen, zoals welke beelden je wel en welke je beter niet
kan aanbieden, hoe shots het beste achter elkaar passen, maar ook dat je als
cameraman soms best meer begrip mag hebben voor de mensen in de regiewagen die
tien dingen tegelijk doen en vijf stappen vooruit zitten te denken. Dat weet je
allemaal wel, maar het is toch anders als je het eens zelf mag ervaren.
Niemand hoeft zich zorgen te maken. De meeste
regisseurs hoeven zich voorlopig niet bedreigd te voelen, maar wel zet ik heel
stiekem op carnavalsmaandag 2017, met potlood, een klein streepje in mijn
agenda. Die reserveer ik alvast, want van mij mogen ze nog eens bellen. Graag zelfs,
maar als L1 het volgend jaar belt met het verzoek om bij dit project het
camerawerk te doen, dan doe ik het ook. Met evenveel passie en liefde!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.