zondag 12 juni 2016

Pinkpop 2016 - Doe Maar

Trouwe volgers van dit blog kunnen onderstaand verhaal herkennen. Ik heb het drie jaar geleden geschreven. Dat ik het vandaag recycle heeft alles te maken met het feit dat ik gisterenavond op Pinkpop 2016, tijdens het optreden van Doe Maar, met een camera op het podium stond. Dat was voor mij een heel bijzonder moment. En wel hierom:

Maandag 23 mei 1983. Het was tweede pinksterdag. Ik was tien en zat in de vijfde klas van de basisschool. Pinkpop was nog in Geleen. Met mijn vriendje Erik Merkelbach struinde ik in de omgeving van het Burgemeester Damenpark. Op zoek naar buttons van Doe Maar of zweetbandjes in de tinten fosforgroen en zuurstokroze. We keken onze ogen uit. Pinkpoppers waren in die dagen bezienswaardigheden. Langharig tuig. Figuren met hanenkammen, groen of rood geverfd haar. Erik en ik waren uitgebreid gewaarschuwd voor de gevaren van drank, drugs en rock ‘n roll. Niks aannemen, met niemand meegaan en goed uitkijken. Voorzichtig zijn!
De Janse Bagge Bend speelde aan de andere kant van het hek. De Limburgse band had dat jaar een hit met Sollicitere. Het nummer stond op een 8e plaats in de Nationale Top40. Met enige dwang hadden de heren van Janse Bagge aan Pinkpopbaas Jan Smeets te verstaan gegeven dat hij niet om de trend van het moment heen zou kunnen. Een paar weken voor het festival hadden ze een bulldozer gehuurd en voor de deur van buro Pinkpop gedreigd: 'Jan, doe mos ôs loate sjpele anges duuje w'r dich diene ganse gevel hie direk oet de koeaai weg!' Daarop had Jan Smeets eieren voor zijn geld gekozen. Limburgs trots mocht Pinkpop '83 openen. Erik en ik zongen uit volle borst mee: 'De perspektieve veur de toekoms die zeen nul komma nul'.
Ergens in de Kummenaedestraat vonden we een half doorgesneden aardappel, met op de vochtige kant een afdruk van het Pinkpoplogo.  Deze stempel drukten we op de rug van onze hand. Zo dachten we het Sportpark binnen te komen.
In het gedrang bij de kassa raakte ik mijn vriendje kwijt. Helemaal vooraan vertelde een norse controleur dat ik naast de stempel ook in het bezit moest zijn van een toegangskaart. Ik loog dat deze kwijt was. De man vond dat niet overtuigend en zei dat ik mijn moeder moest gaan melken, waarop ik bijdehand antwoordde dat zij binnen zat. Iemand achter me kreeg medelijden of werd ongeduldig en gaf mij een zetje. Opeens was ik binnen.
Tien jaar oud en ik was op Pinkpop. Helemaal alleen in mijn eentje. Goed dat ze thuis nog van niks wisten.
Onwennig liep ik over het festivalterrein. Nena zong over 99 luchtballonnen. Het was het begin van de middag. Hoewel de sfeer relaxed was vond ik het super spannend.
Waarschijnlijk heb ik niet langer dan een kwartier rondgekeken. Op de grond vond ik een tijdschema, waarop te lezen was dat Doe Maar pas aan het eind van de dag zou optreden. Zo lang kon ik onmogelijk wachten. Dan zou mijn vader ongerust de Mobile Eenheid inschakelen.
Een beetje teleurgesteld slenterde ik naar de uitgang. Bij de poort werd een nieuwe stempel op mijn hand geperst en kreeg ik tot mijn grote verbazing een nieuw kaartje. Dat had ik even niet verwacht. Maar zo kon ik dus later opnieuw naar binnen. Het was een unieke kans om mijn helden Henny Vrienten en Ernst Jansz toch te zien optreden.
De weg naar huis heb ik aan een stuk gehold. Hijgend legde ik uit wat me was overkomen en dat ik ’s avonds naar Doe Maar ging. Het verhaal viel in eerste instantie niet in goede aarde. Mijn ouders vonden het helemaal niet zo vanzelfsprekend. Ook al had ik een eerste bezoek aan Pinkpop overleefd, ze zagen het niet zitten dat ik nog eens in mijn eentje tussen al dat blowende gepeupel zou lopen. Te gevaarlijk.
Hoe ik het voor elkaar kreeg weet ik niet meer, maar uiteindelijk gaven ze toestemming om een half uurtje te kijken naar Doe Maar. Mijn vader en moeder gingen mee en zouden bij de poort op me wachten. Stipt om half negen moest ik terug zijn. Ik was dolgelukkig.
Maar om acht uur stond Doe Maar nog niet op het podium. Sterke kerels reden, daar in de verte, heen en weer met grote zwarte kisten. Het duurde en het duurde. Van wat er om mij heen gebeurde kan ik me niet veel meer herinneren. Ik was volledig gefocust op dat podium en op mijn communiehorloge, een digitale Pontiac.
Vijf voor half negen spoedde ik me richting uitgang. Een paar minuten later dan afgesproken was weer ik bij mijn ouders. Precies op dat moment klonken achter mij de eerste Ska klanken. Ik moest even huilen en stapte achterop de fiets bij mijn vader.









1 opmerking:

Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.