zaterdag 9 juli 2016

En we zijn live!

De repetitieloze live-uitzending, het is de trend van dit moment. Anders is het wel heel toevallig dat uitgerekend ik de afgelopen tijd zo vaak op programma’s sta waarbij een gedegen voorbereiding in het water valt. Projecten met een repetitietijd die zo krap bemeten is dat we niet verder komen dan een beetje ‘plaatjes kijken’ of het vluchtig doornemen van de opening van het programma. Steeds vaker zijn de afdelingen licht, decor en geluid nog aan het opbouwen, terwijl wij met onze camera’s al zijn begonnen met iets dat moet lijken op een doorloop.
De afgelopen maanden heb ik me meerdere keren serieus zorgen gemaakt voor aanvang van een lange live-uitzending. Dat was niet zomaar doemdenken, maar serieus rekening houden met chaos, omdat we op moment suprême eigenlijk nog niets gezien of geoefend hadden.
Elke keer moet iedereen tot het gaatje gaan om te redden wat er te redden valt. Zeker als een programma rechtstreeks wordt uitgezonden. In dat geval doen we sowieso een paar stappen extra om de boel overeind te houden. Dat hoort er ook een beetje bij. Het maakt ons werk spannend en uitdagend. Gelukkig worden we hiervoor bijna altijd gewaardeerd door regisseurs en producers. Zij weten hoe het werkt. Alleen kom ik -jammer genoeg- steeds vaker opdrachtgevers tegen die het inmiddels heel normaal vinden dat wij elke dag opnieuw balanceren op de rand van een afgrond en krijg ik het gevoel dat ze het me achteraf toch zullen aanrekenen als het juist bij mij mis gaat. Soms levert dat een behoorlijke druk op.
Ik begrijp best dat er bezuinigd moet worden en dat we meer voor minder willen, maar waar ligt de grens? Hoe ver gaan we met z’n allen en wanneer gaat het mis? Die vraag stellen wij operationelen elkaar regelmatig, als we in een crewbusje over snelwegen jagen. Jammer genoeg zijn wij maar zelden bij machte om ‘tot hier en niet verder’ te roepen. Wij weten nooit van te voren wat er allemaal bedacht is en dus voelt het regelmatig alsof we op het laatste moment voor het blok gezet worden. Dan is het heel vervelend om op het laatste momentje een feestje te verpesten en bovendien willen we allemaal ook voor volgende projecten gevraagd worden en dus de populariteitsprijs winnen.
Dat maakt dat cameramensen harder lopen dan Daphne Schippers om een verplaatsing te halen en de gekste capriolen uithalen om niet in elkaars ‘line of fire’ te staan. Opnameleiders tijgeren beter dan ons Korps Commandotroepen. Belichters wagen hun leven op instabiele keukentrapjes om op het laatste moment een donker hoekje te verlichten en elke operationeel assistent kan smeuïge verhalen vertellen over de momenten waarop hij of zij alles uit de handen moest laten vallen om op McGuyver-achtige wijze acute problemen op te lossen.
Uiteindelijk komt het áltijd goed. Dan lukken opeens dingen die bij de repetitie tien keer mis gingen, omdat iedereen scherper blijkt te zijn als het live is. Dat is een wetmatigheid in Omroepland en daar rekenen de producers, die onze tijdschema’s in elkaar drukken, ook op. Toch zou het fijn zijn als de mensen die verzinnen wat wij moeten uitvoeren vaker uitleggen waarom ze bepaalde keuzes maken en hardop durven uitspreken dat ook zij bezorgd zijn. Het is misschien niet altijd een hosannaverhaal naar de mensen op de vloer toe, maar het is wel prettiger werken in de wetenschap dat een opdrachtgever in de spiegel durft te kijken en áls het mis gaat direct het boetekleed aantrekt. Ik denk dat een crew dan niet zo snel in een veilige modus schiet en minder nors of verbaasd zal kijken.


Deze column schreef ik voor het juli nummer van Broadcast Magazine. Hét mediavakblad. Daarin staat deze maand ook een lang interview dat ik maakte met collega Ben de Graaf. Een abonnement op deze mooie glossy vol wetenswaardigheden kan ik iedereen aanraden.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.