Ik ben hier vaker geweest als de zaak
nagenoeg leeg was, maar nooit ’s ochtends vroeg. Vaak was het rond middernacht
en stond ik als een van de laatst overgeblevenen te debatteren met het
personeel over een veel te hoge rekening. Wie het langst bleef hangen moest ook
dokken voor vroege afhakers, die ‘vergeten’ waren te betalen. Het bonnetje
klopte zelden of nooit. Alleen als de directie weer eens trakteerde, omdat we
afscheid namen van een volgende collega die naar Hilversum vertrok, kwamen we
goed weg.
Café Schiller op het Rembrandtplein is het mooiste café van Amsterdam. Misschien wel van de wereld. Wat mij betreft zeker. Het was de stamkroeg van AT5. In mijn Amsterdamse jaren, tussen 1994 en 2004 kwam ik er met grote regelmaat. Vaak meerdere keren per week. Waarschijnlijk heb ik aan die bar zoveel uitgegeven dat ik van al dat geld ook een middenklasse auto had kunnen kopen. De heerlijke herinneringen die er voor het oprapen liggen zijn echter onbetaalbaar.
Voor het eerst in lange tijd ben ik terug. De zaak is officieel nog gesloten, maar iemand heeft ons even binnen gelaten.
De eerste keer dat ik in Schiller kwam, was aan het eind van mijn allereerste dag als stagiair bij AT5. Ik werd meegenomen door een paar collega’s. In die dagen werkten er veel ambitieuze jonge mensen bij de Amsterdamse zender. Ik was 21, net ontsnapt uit Limburg en groen als gras, maar voelde me direct welkom bij deze hechte club. Gelukkig had ik in het zuiden wel leren zuipen, want dat bleek ook een van de vereisten om carrière te maken bij AT5.
Vandaag nemen we in dit lege café een aflevering op van het programma De Straten van Amsterdam. Deze keer ben ik niet de cameraman, maar een van de gasten. Ter ere van het 25 jarig bestaan van AT5, op 1 april aanstaande, mag ik met een paar collega’s een half uur lang oude koeien uit de sloot halen. Een beetje incestueus is het zeker, dat ze een uitzending maken met eigen medewerkers en oudgedienden, maar ik vind het grappig. Licht nerveus ben ik ook.
Op 2 januari 1994 ben ik bij het AT5 Nieuws begonnen. Elke dag vier of vijf items draaien. Zo leerde ik razendsnel werken. Soms werd ik gebeld of ik alweer bijna terug was op de redactie als de verslaggever en ik nog niet waren aangekomen op de locatie waar we een onderwerp moesten filmen. Dan hadden ze weer iets anders. Hierdoor leerde ik ook de stad in hoog tempo kennen. Op het ene moment stonden we voor een interview op het hoofdbureau van politie, een half uur later waren we bij Ajax in De Meer of in de Stopera voor een reportage over ballet. Ik moest rijden in de grote stad. Al doende ontdekte ik wat een Wastelandparty was, hoe de methadonbus er van binnen uitzag, wie Eberhard van der Laan was, Manfred Langer, Theodor Holman en Theo van Gogh. Na een dag hollen, vliegen, duiken, vallen en weer opstaan keken we met de cameramensen van dienst gezamenlijk naar de uitzending. Door kritisch op elkaars werk te zijn werden we allemaal beter. Na afloop konden we dan even stoom afblazen bij Schiller, dat op twee keer struikelen van het AT5 hoofdkwartier lag. Aan de bar ging het gesprek verder over ons vak: Televisiemaken. Er werden nieuwe programma’s verzonnen, gekke shots bedacht of gewaagde interviewvragen. We werden verliefd op meisjes van de receptie en droomden over een carrière in Hilversum.
Wat we precies vertellen tegen de vriendelijke interviewer van De Straten van Amsterdam kan ik niet verklappen. Daarvoor moet je over anderhalve week zelf naar AT5 kijken. Tegen die tijd zal ik waarschijnlijk wel een linkje plaatsen. Of niet, als het toch een beetje tegen valt. Want één ding is me ook vandaag gelijk weer duidelijk: Ik doe het beter achter de camera.
Helaas heb ik na afloop van de opname geen tijd om lang te blijven hangen aan de bar waar ik zo vaak tot sluitingstijd heb gezeten. Ik moet direct terug naar mijn serieuzere leventje. Dat van een vierenveertigjarige papa, met verplichtingen op het schoolplein in zijn woonplaats De Meern. De rest van de dag spookt echter het ene na het andere oude AT5- of Schilleravontuur door mijn hoofd.
Café Schiller op het Rembrandtplein is het mooiste café van Amsterdam. Misschien wel van de wereld. Wat mij betreft zeker. Het was de stamkroeg van AT5. In mijn Amsterdamse jaren, tussen 1994 en 2004 kwam ik er met grote regelmaat. Vaak meerdere keren per week. Waarschijnlijk heb ik aan die bar zoveel uitgegeven dat ik van al dat geld ook een middenklasse auto had kunnen kopen. De heerlijke herinneringen die er voor het oprapen liggen zijn echter onbetaalbaar.
Voor het eerst in lange tijd ben ik terug. De zaak is officieel nog gesloten, maar iemand heeft ons even binnen gelaten.
De eerste keer dat ik in Schiller kwam, was aan het eind van mijn allereerste dag als stagiair bij AT5. Ik werd meegenomen door een paar collega’s. In die dagen werkten er veel ambitieuze jonge mensen bij de Amsterdamse zender. Ik was 21, net ontsnapt uit Limburg en groen als gras, maar voelde me direct welkom bij deze hechte club. Gelukkig had ik in het zuiden wel leren zuipen, want dat bleek ook een van de vereisten om carrière te maken bij AT5.
Vandaag nemen we in dit lege café een aflevering op van het programma De Straten van Amsterdam. Deze keer ben ik niet de cameraman, maar een van de gasten. Ter ere van het 25 jarig bestaan van AT5, op 1 april aanstaande, mag ik met een paar collega’s een half uur lang oude koeien uit de sloot halen. Een beetje incestueus is het zeker, dat ze een uitzending maken met eigen medewerkers en oudgedienden, maar ik vind het grappig. Licht nerveus ben ik ook.
Op 2 januari 1994 ben ik bij het AT5 Nieuws begonnen. Elke dag vier of vijf items draaien. Zo leerde ik razendsnel werken. Soms werd ik gebeld of ik alweer bijna terug was op de redactie als de verslaggever en ik nog niet waren aangekomen op de locatie waar we een onderwerp moesten filmen. Dan hadden ze weer iets anders. Hierdoor leerde ik ook de stad in hoog tempo kennen. Op het ene moment stonden we voor een interview op het hoofdbureau van politie, een half uur later waren we bij Ajax in De Meer of in de Stopera voor een reportage over ballet. Ik moest rijden in de grote stad. Al doende ontdekte ik wat een Wastelandparty was, hoe de methadonbus er van binnen uitzag, wie Eberhard van der Laan was, Manfred Langer, Theodor Holman en Theo van Gogh. Na een dag hollen, vliegen, duiken, vallen en weer opstaan keken we met de cameramensen van dienst gezamenlijk naar de uitzending. Door kritisch op elkaars werk te zijn werden we allemaal beter. Na afloop konden we dan even stoom afblazen bij Schiller, dat op twee keer struikelen van het AT5 hoofdkwartier lag. Aan de bar ging het gesprek verder over ons vak: Televisiemaken. Er werden nieuwe programma’s verzonnen, gekke shots bedacht of gewaagde interviewvragen. We werden verliefd op meisjes van de receptie en droomden over een carrière in Hilversum.
Wat we precies vertellen tegen de vriendelijke interviewer van De Straten van Amsterdam kan ik niet verklappen. Daarvoor moet je over anderhalve week zelf naar AT5 kijken. Tegen die tijd zal ik waarschijnlijk wel een linkje plaatsen. Of niet, als het toch een beetje tegen valt. Want één ding is me ook vandaag gelijk weer duidelijk: Ik doe het beter achter de camera.
Helaas heb ik na afloop van de opname geen tijd om lang te blijven hangen aan de bar waar ik zo vaak tot sluitingstijd heb gezeten. Ik moet direct terug naar mijn serieuzere leventje. Dat van een vierenveertigjarige papa, met verplichtingen op het schoolplein in zijn woonplaats De Meern. De rest van de dag spookt echter het ene na het andere oude AT5- of Schilleravontuur door mijn hoofd.
Je nam ons ook wel eens mee.
BeantwoordenVerwijderen