zondag 1 december 2024

de apenrots

 

In één ruk heb ik dit weekend het boek ‘De apenrots’ van Menno de Galan uitgelezen. De ondertitel van het boek is: ‘Hoe het misging op de redactie van Studio Sport’. Niet bepaald een boek waar ik vrolijk van werd. 

Sinds 1995 is NOS Studio Sport een van mijn grootste opdrachtgevers. Via verschillende facilitaire bedrijven werk ik voor dit programma en als sportcameraman heb ik in al die jaren schitterende avonturen mogen beleven. Meerdere keren was ik in de Tour, ik ben bij de Winterspelen geweest, op Roland Garros, bij het EK voetbal, het EK atletiek, het WK wielrennen en bijvoorbeeld bij de laatste Elfstedentocht. Voor reportages vloog ik onder andere naar Sidney, Seoul, Liverpool, Manchester, Barcelona of Madrid. Ik heb meegewerkt aan documentaires over Boris Orlov, Ton Boot en Pieter van den Hoogenband. Honderden, waarschijnlijk meer dan duizend dagen heb ik voor Studio Sport gewerkt. Handbalwedstrijden, ijshockey, wielrennen, basketbal, voetbal, schaatsen, marathons, turnen en talloze interviews filmde ik voor het Sportjournaal. 

De lat lag altijd hoog en telkens weer moest je laten zien dat je terecht deel uitmaakte van de groep professionals die voor dit programma mocht werken. Ik vond dat niet vervelend. Integendeel! Het hield me scherp. Dat ik me daar staande wist te houden en zelfs gevraagd werd voor de meest aansprekende opdrachten maakt me trots tot op de dag van vandaag. 

Bij Studio Sport werken mensen met passie en veel meer plezier dan je uit het boek kan opmaken. Met verslaggevers, producers, regisseurs en enkele presentatoren heb ik een speciale band opgebouwd. Zij staan garant staan voor mooie herinneringen. Op een enkeling na heb ik ze allemaal leren kennen als gedreven televisiemakers en bovenal fijne mensen.

Ik ben dus niet bepaald een objectief lezer van een boek dat als uitgangspunt heeft om te beschrijven wat er misging op de redactie van Studio Sport. Met een knoop in mijn maag heb ik me er doorheen geslagen. Hoewel ik de meeste situaties die zijn beschreven wel kende van verhalen en genoeg in omschrijvingen van karakters herkende, deed het me pijn om het verhaal te lezen van iemand die zelf jarenlang voor de NOS gewerkt heeft en die vervolgens heeft gekozen voor makkelijk scoren met een louter negatieve insteek. Er zijn nauwelijks mensen die er goed vanaf komen in dit boek. Het geeft in mijn ogen een vertekend beeld.

Bovendien wordt in het boek gekeken naar een ver verleden, door de zachte ogen van deze tijd. Ik zeg niet dat het in 1995 normaal was om mensen te kleineren of af te blaffen, maar er werd toen wel anders op gereageerd. In die dagen kon je nog met een gerust hart zeggen: ‘If you can’t stand the heat, stay out of the kitchen’. Nu moet iedereen bij wijze van spreken een gordel om, een helmpje op en veiligheidsschoenen aan. Dat laatste vooral voor de lange tenen. 

De schrijver doet het voorkomen alsof het al die jaren uitsluitend doffe ellende was, terwijl er natuurlijk heel veel schitterende uren televisie zijn gemaakt. Dat kan niet zonder wrijving, maar ook zeker niet zonder passie en plezier.

Mart Smeets gaat in dit boek helemaal door de gehaktmolen. Dat Smeets jarenlang op eenzame hoogte stond als het gaat om zijn presentatiekwaliteiten en wat hij voor de Nederlandse televisie heeft betekent, wordt hooguit in een bijzin vermeld. Mart Smeets is een man met twee kanten. Zijn ego is groot en kan ik me voorstellen dat het voor directe collega’s of leidinggevenden soms lastig kon zijn om met hem samen te werken, maar persoonlijk zie ik hem toch vooral als een innemende professional. Hij toonde altijd extra veel respect voor de cameramensen waarmee hij op pad ging. Kende iedereen bij naam en kon je echt motiveren om een reportage iets extra’s mee te geven. Sporters vonden het doorgaans speciaal om door Smeets geïnterviewd te worden. Daar kwam meestal een bijzonder gesprek uit voort. Als hij vervolgens een filmpje monteerde en op zijn manier de voice-over insprak, dan werd het iets waar ik graag naar keek. Smeets kan verhalen vertellen als de besten. Ik herinner me dat gasten bij De Avondetappe altijd met open mond aan tafel zaten te kijken wanneer Smeets even live het commentaar bij de samenvatting insprak. Dat was echt ongelofelijk knap en indrukwekkend om te zien. Er zijn genoeg sterretjes met gigantische ego’s in Hilversum die minder kunnen, die al een autocue nodig hebben voor een promo van twee regels, die nooit sympathiek zijn naar cameraploegen en die niet weten hoe ze een statief moeten dragen.

Na het lezen van dit boek krijg je de indruk dat het vanaf de jaren zestig permanent oorlog was op de redactie van Studio Sport. Dat krijg je wanneer je zoveel jaren in elkaar perst en alle lucht eruit laat. Er is volgens mij nogal selectief geshopt bij de mensen die wilden praten met de auteur. Een enkeling haalt met terugwerkende kracht zijn gram en krijgt daarvoor alle gelegenheid. Bovendien weiger ik te geloven dat er bij andere radio- en televisieprogramma’s geen enorme ego’s of autoritaire leiders werkten. Het is best gemakkelijk om zo een vergrootglas op Studio Sport te leggen, maar wat denk je van grote bedrijven, ziekenhuizen, scholen, voetbalclubs, overheidsinstellingen, tijdschriften- of krantenredacties. Je kan over zoveel organisaties zo’n boek schrijven, alleen verkoopt dat minder lekker.




 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ik wil reacties altijd eerst even lezen, voor ze op dit weblog worden geplaatst. Daarom kan het even duren voor een reactie wordt gepubliceerd. Ik plaats niet zomaar elke reactie. Het is mijn weblog, dus ik bepaal wat ik een goede reactie vind en wat niet. Als je het er niet mee eens bent, dan moet je lekker zelf een weblog beginnen.
Anonieme reacties zal ik extra kritisch bekijken.